H24: goedemorgen

51 2 2
                                    

Het is de volgende dag. Ik ben bij Flemming zijn ouders blijven slapen en het was nog lang gezellig bij zijn ouders. Ik heb ze iets beter leren kennen en het zijn echt de liefste mensen die ik ken. Asha vroeg me de hele tijd of het wel goed ging, maar naarmate het ijs gebroken was, ging het wel. Ik heb nog met Flemming en Conner op de Playstation gezeten. Natuurlijk heb ik filmpjes gestuurd en Flem uitgelachen toen hij finaal verloren had van mij met Mario Kart. Maar hij had mij weer ingemaakt met FIFA. Ik heb ontdekt dat dat niet mijn grootste talent is. 

Sinds we een relatie hebben ben ik erg veranderd op een positieve manier. Ik heb geen druppel drank meer gedronken nu we officieel samen zijn. Dat is nu drie maanden geleden. Mijn brommer staat met koude motoren in de garage en ik vergeet mijn mes in mijn rugtas te doen. Ik zeg mijn ouders gedag als ik wegga en zo kan ik nog wel eventjes doorgaan. Flemming maakt dat allemaal in mij los. Zijn zorgen over mij worden met de dag minder. Natuurlijk, hij maakt zich af en toe zorgen, maar het gaat beter met me dan bij onze eerste ontmoeting. 

“Sen?” vraagt hij kreunend en komt half overeind. Het is laat in de ochtend en ik schrik van de tijd. Hebben we echt zo lang uitgeslapen? Het is al elf uur! “Flem.” Ik probeer te relaxen en kruip tegen hem aan. “Hoe laat is het?” vraagt hij schor. Cute. “Uhm, soort van elf uur?” komt er uit mijn mond en hij grinnikt. “Oeps.” zegt hij. “Ja, zullen we eruit gaan?” vraag ik. “Het is echt laat.” antwoord ik. “Ah, maak je niet druk joh! We hebben dit weekend niks op de planning staan waar we over moeten stressen.” zegt Flemming en ik knik dan opgelucht. 

“Heb je wel goed geslapen? Ik snap dat je in een nieuwe omgeving nog niet zo snel slaapt.” Flemming begint te ratelen. Ik leg mijn vinger op zijn lippen. “Naast jou slaap ik altijd goed.” verzeker ik hem en er ontstaat een glimlachje op zijn gezicht. “Denk je dat je ouders mij mogen?” vraag ik nerveus aan hem en hij wrijft over mijn hand. ‘Zeer zeker wel. Honderd procent.” antwoord hij serieus maar toch met een lachje. “Nu kan ik weer adem halen.” grap ik en hij lacht weer. 

“Daar ben ik blij mee dat je, uhm, weer goed kan functioneren.” zegt Flemming en ik knik hevig ja met mijn hoofd. “Wat gaan we vandaag doen?” ik ben de eerste die de vraag stelt aan ons en ook een beetje voor mezelf. “We kunnen wel wat chillen voor ik weer moet…-” ineens sluit zijn mond en ik trek mijn wenkbrauwen op. Wat doet hij ineens raar? “Ultieme chilldag!” blij klapt Flemming ineens in zijn handen. Ik vind het nog steeds vreemd maar stem dan toe. “Klinkt goed.” reageer ik vaag en begin me zonder verder iets te zeggen om te kleden. 

Als we achter elkaar aan beneden in de keuken komen, ruik ik vers gebakken brood en de geur vult mijn neusgaten. “Oeh, gebakken broodjes!” zegt Flemming en ik begin te lachen. “Vreetzak.” Ik prik in zijn zij en maak dat ik wegkom. “Hey!” antwoord hij beledigt. “Het is dat we nu gaan eten. Ik pak je nog wel terug.” voegt hij er gemeen aan toe. “Ik kan niet wachten.” Ik rol mijn ogen en ga naast Conner aan tafel zitten. Flemming gaat tegenover mij zitten en ik kijk hem lief aan. Hij schudt lachend zijn hoofd. 

“Goedemorgen, hebben jullie lekker geslapen?” vraagt Asha terwijl ze de gebakken broodjes op tafel neerzet. Het zijn kaiserbroodjes en pistoletjes. “Ja hoor.” Ik vertel haar hetzelfde wat ik aan Flemming verteld heb. Ze glimlacht naar ons. “Dat is fijn om te horen. Tast toe als je wil.” ze gebaart naar de broodjes. Beleefd pak ik een broodje en smeer er kaas op. “Flem niet zoveel!” reageert Asha verontwaardigd als de berg met hagelslag van zijn broodje valt en ik schiet in de lach. Dit begint steeds comfortabeler te worden.

“Zat je me nou net uit te lachen?” vraagt Flemming als we later op de bank liggen. Zijn moeder is vertrokken naar een vriendin en voor Conner geldt hetzelfde maar dan een goede vriend. “Nee hoor. Ik lachte je toe.” Probeer ik lief. “Natuurlijk.” reageert Flemming sarcastisch en kijkt me aan. “Ik meen het.” Ik grinnik maar wordt stil als hij me aankijkt. “Voor nu vind ik het goed.” fluistert Flemming en ik steek mijn tong naar hem uit. “Niet lief.” Hij tikt op mijn neus en ik grijns naar hem. “Heb ik gezegd dat ik dat ben dan.” “Oeh, nu word ik bang.” antwoordt Flemming lachend. 

Dreigend leg ik mijn handen onder zijn shirt en hij bijt op zijn lip. Verdomd schattig als je het aan mij vraagt. “Senna.” Mompelt Flemming en ik glimlach naar hem. “Is er wat?” vraag ik lief. “Nee hoor. Ik geniet van mijn uitzicht.” antwoordt hij en herpakt zichzelf. Ik word rood en Flemming pakt mijn handen vast. “Shit.” Mompel ik omdat hij de controle nu weer heeft en hij lacht. “Verkeerde plek, lieverd. Hoe verdomd graag ik nu ook wil. Niet hier.” legt Flemming uit. doelend op zijn ouders en broer, en ik knik begrijpend. Hij komt naast me liggen en ik kruip tegen hem aan. 

“Ik houd van je, Flem.” Zeg ik, opeens uit het niks en hij draait zich naar mij toe.

“Ik ook van jou. Je wil niet weten hoeveel, Sen.” dat laatste klinkt alsof hij zich ergens schuldig over voelt. Ik schud mijn hoofd en kijk naar de televisie waarop hij Netflix mee verbind. 

Jij Hoort Bij Mij Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu