H26: Niet alweer?

59 2 3
                                    

Wit. Dat is het enige wat ik zie als ik mijn ogen open. Fel licht komt op mij af en ik knipper met mijn ogen. Langzaam beginnen mijn ogen te wennen en ik kijk de ruimte rond. Ik lig alleen op een zaal. Ik lig in een ziekenhuisbed en om mij heen staan allemaal piepende apparaten. Ik wil overeind komen maar kreun zachtjes. Mijn ribben doen verschrikkelijk veel pijn en dat had ik niet gepland. Ik laat me terugvallen in de kussens. Waarom lig ik in godsnaam in een ziekenhuis?  

Niet veel later komt er een arts binnen en kijkt naar me. “Ah, je bent wakker! Dat werd tijd.” Vriendelijk glimlacht hij naar me. “Hoe lang lig ik hier al?” vraag ik, licht geschrokken. “Twee dagen.” antwoordt de arts enkel en mijn ogen worden groot. “Maar, maar.-” begin ik te stamelen en in mijn hoofd beginnen er allerlei gedachten al rond te gaan. “Rustig maar. Je ouders en vriend weten er vanaf door de politie. Ze zijn hier ook geweest. Je vriend is er nog steeds trouwens. Echt een volhouder.” glimlacht de arts. “Ik wil hem niet spreken.” Zeg ik krakerig en schrik van mijn eigen stem. 

“Oh, ik zal het aan hem doorgeven.” Hij fronst en ik kijk hem dankbaar aan. “Ik ben arts Petersen. Als het goed is, hoef je maar een nachtje over te blijven. Morgen checken we of alles goed met je gaat en nu houden we je ook in de gaten.” Ik laat alles tot mij doordringen maar knik dan. Ik weet dat ik toch niet anders kan dan erin mee gaan. “Dank u wel.” Glimlach ik en laat me weer terugzakken in de kussens. “Als je iets nodig hebt, druk dan op de rode knop en wij komen eraan.” zegt arts Petersen nog en verdwijnt weer naar buiten. Ik kijk om me heen en zie dan mijn telefoon liggen. 

Ik pak voorzichtig het apparaatje op en zie dat er allemaal barsten in zitten. Gelukkig doet hij het nog wel en ik zie dat hij helemaal ontploft is door bezorgde berichtjes en social media. Met een zucht begin ik alles door te lezen en Rowan vraagt of ze vanavond langs kan komen in het ziekenhuis. “Sen?” ik laat bijna van schrik mijn telefoon uit mijn handen vallen en kijk op. Recht in twee bruine ogen. Shit, ik wist dat hij toch wel op een of andere manier binnen kon komen. “Ik hoef jou niet te spreken.” antwoord ik kortaf. Ik kijk demonstratief de andere kant uit met mijn armen over elkaar geslagen. 

“Sen, alsjeblieft. Laat het mij op zijn minst uitleggen.” begint Flemming aan zijn, waarschijnlijk, slappe excuses. “Hoeft niet. Ik snap het al hoor. Ik hoef ook niet alles te weten.” zeg ik sarcastisch maar kijk hem nog steeds niet aan. “Ik wilde het vertellen.” Gaat hij verder. “Ik moest het via het nieuws horen, Flem.” snauw ik. “Dat was helemaal niet mijn bedoeling geweest.” zegt hij en ik schud mijn hoofd daarop. “Nee? Je wist dat het ooit bij mij terecht zou komen.” antwoord ik. “Je leek zo blij de afgelopen weken. Ik kon je dat echt niet aan doen.” gooit Flemming er ineens uit.

“Beter dat dan via het nieuws.” Mompel ik. “Ik kon het gewoon niet vertellen. Ik wist niet hoe. Het kwam maar niet over mijn lippen. Iedere keer hield iets me tegen.” Brengt hij er tegen in. “Waarom zeg je dan zoiets tegen RTL?!” roep ik ineens. “Ik dacht dat ze het daardoor wel zouden laten gaan. Wist ik veel dat mijn visagiste per ongeluk iets verkeerds zou zeggen. Sorry hoor.” snauwt hij nu ook. 

“Jij weet net zo goed als ik dat de nieuwszenders dit soort dingen altijd aan dikken of veranderen.” Ik schud mijn hoofd en kijk hem eindelijk aan. Ineens zie ik dat Flemming er echt moe uit ziet. Zijn haar zit door de war en hij ziet een beetje witjes. Waarom valt me dit nu pas op? Misschien breken zijn gedachten hem wel op over de tour en mij, bedenk ik me. “Gaat alles wel goed?” vraag ik hem dan zachtjes en hij haalt zijn schouders op. “Het geeft niet.” antwoord Flemming. 

“Tuurlijk wel. Je gaat over een paar weken op tour en ga je er dan zo bij lopen?” vraag ik en trek mijn wenkbrauwen op. “Fair point.” Zegt hij en grinnikt kort. “Waarom zei je het niet eerder?” fluister ik dan. “Ik had je kunnen helpen.” “Ik wilde jou gelukkig zien en daar kon een tour echt niet bij.” Hij kijkt naar zijn voeten. “En nu?” vraagt hij voorzichtig en kijkt me weer aan. “Ik denk dat het beter is als je gaat. Rowan komt zo en ik wil wat uitrusten.” Mompel ik dan en speel met mijn handen. Dat eerste was waar maar dat laatste niet. Ik wil gewoon eventjes dat hij weg gaat.  “Sen?” vraagt Flemming zachtjes en smekend. 

“Laat mij eventjes met rust." antwoord ik dan koud en hij zucht. “Ik houd van je.” fluistert hij maar ik zeg niks terug. Flemming knikt begrijpend en verlaat dan eindelijk de kamer weer. Zodra hij de deur sluit, begin ik te snikken en verstop mijn hoofd in het kussen op mijn bed. Hij gaat binnenkort op tour en ik ga hem zo erg missen… 

Jij Hoort Bij Mij Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu