Hoofdstuk 1

6 1 0
                                    

We werden omsingeld. Gouls stonden bij elke uitgang en we konden geen kant meer op. Ik hoorde mijn vrienden schreeuwen om hulp maar ik kon niet bewegen. Ik stond oog in oog met een ghoul. Met zijn breede lach en witte ogen staarde hij m’n ziel in. Ik hoor iemand mijn naam roepen.

Met een bezweet hoofd en buiten adem werd ik wakker. ‘Noah, gaat het? Had je een nachtmerrie?’ Isabelle stond naast m’n bed. Dit is al de 4de keer deze week dat ik deze droom heb gehad. Maya komt aan met een glas water voor me. Ik bedank haar en neem een grote slok. 2 jaar geleden begon het allemaal. Ik herinner het me als de dag van gisteren. Geweer schoten, explosies, schreeuwende mensen en ga zo maar door.

Ik zal de introductie kort houden; Ik ben Noah Blackwell, 16 jaar en zit midden in de ‘apocalyps.’ Met z’n vieren wonen we in een oude kelder. Geen idee van wie het is. Maar wie wil overleven, moet pakken wat hij pakken kan. Ik woon hier met Isabelle (17), Maya (15) en Ben (16). 2 jaar terug op 31 oktober (halloween, wat ironisch) landde een asteroïde in de atlantische oceaan. Het was geen grote asteroïde, dus we dachten er niet veel van. Een paar weken later gebeurde het. De chemische stoffen die de asteroïde bevatte, tastte het water aan. Als je slim bent, zie je waar dit naartoe gaat. Mensen werden ziek. Hun huid en oogkleur veranderde. Ze waren niet meer hetzelfde. We noemen ze ghouls. Moordzuchtige wezens zijn het. Ze zijn zeer snel en bijten zeker hard. Onderschat ze niet. Ze zijn niet meer menselijk, maar dom zijn ze niet. Niet zo slim als de mens misschien, maar zeker niet de domste. Ook hebben we Vipers. Dat zijn wezens die half ghoul, half mens zijn. Gevaarlijk zijn ze niet. Soms kunnen ze wel trekjes hebben. Ik neem geen risico. Vipers kunnen ontstaan als een ghoul hun lichaam en ziel probeert te beïnvloeden, maar het mislukt. Ze zijn hetzelfde als mensen, alleen is hun uiterlijk veranderd en zoals ik zei; hebben ze nog wel eens ghoulse trekjes.

Ik ken Isabelle al sinds ik klein was. Ze was mijn buurmeisje. We waren onafscheidelijk. Zelfs op de dag toen de ghouls ontstonden, ghoulsday noemen we het, waren we samen. Maya en Ben kwamen we tegen toen we opzoek waren naar een nieuwe woonplaats sinds de ghouls onze huizen zijn binnengetreden. We besloten bij elkaar te blijven, want zeg nou eerlijk, 4 is beter dan 2. Afgelopen 2 jaar hebben we geprobeerd te zoeken naar een manier om dit hele gedoe te stoppen. We namen een monster van het water en deden experimenten om te zien wat de oorzaak kon zijn. Ben volgde scheikunde, dus hij wist hoe hij daar mee om moest gaan. Ik had scheikunde met hem, maar ik lette nooit op. We kwamen er achter dat er een stof in zat genaamd Pleur. Het enige tegengif is alleen te vinden in Spanje. Het zijn de blaadjes van een bloem genaamd Criante. We maken ons klaar voor de lange reis naar Spanje, om de bloem te vinden en hier een eind aan te maken.

Ik sta op van mijn bed en zoek in m’n tas naar sigaretten. Ik begon 2 jaar geleden met roken. Het was een zware tijd voor mij en Isabelle. We besloten terug te gaan naar ons huis en vonden onze ouders verpletterd door meubilair. Ik begon heel veel te drinken. Ik dronk elke middag en avond wel een fles leeg. Isabelle maakte dingen kapot als een pijnstiller. Haar knokkels zitten vol littekens. Drinken doe ik niet meer. Ik wil mijn hoofd er nog wel bij houden met alle ghouls op de loer. Mijn dromen zorgen er ook voor dat ik goed op mijn hoede blijf.

Over Ben en Maya weten we niet veel. Ik ga er ook niet naar vragen, want dat zijn hun zaken. Wel weten we dat Maya een muts bij zich heeft die ze van haar moeder heeft gekregen. Ze kan echt niet zonder. Ben is het stille tiepje. Over zijn situatie praat hij ook nooit. Hij is sterk en goed met steekwapens. Ik vraag me af waar hij dat heeft geleerd.

Ik stap uit de kelder naar de zolder van het huis. De ramen zijn dichtgetimmerd om te voorkomen dat de ghouls ons vinden. Op zolder mag ik roken van de rest, aangezien het ver van de kelder vandaan is. Ik staar uit de spleetjes tussen de planken. We moeten voordurend erg stil zijn. Het kan heel saai worden en ik word er langzaam gek van. Soms pak ik de auto en rijd ik een stuk verderop om het er allemaal uit te schreeuwen.

Vandaag was weer een van die dagen. Ik drukte mijn sigaret uit en keerde terug naar de kelder. ‘Ik pak de auto even.’ Zei ik nonchalant. ‘Ik ga mee.’ Maya stond op van haar stoel en liep naar de krat met wapens. Ze pakte er 2 geweren uit en een zakmes. Voor het geval dat.

Ik en Maya zijn niet heel close. We praten niet veel en hebben geen dingen gemeen. Toch voelt ze als een jonger zusje voor me. In de auto blijft het ook stil. Ze kijkt uit het raam en ik focus op de weg. Af en toe kijk ik in de achteruitkijkspiegel, om te zien of er ghouls zijn.

Eenmaal bij de plek gekomen stapt Maya direct uit. Ze begon met schreeuwen en tegen bomen aan te trappen. Ik volgde. Samen schreeuwden we tot er vogels wegvlogen uit angst. Plots stopte ik en bleef stokstijf staan.

Ik wenkte naar Maya dat ze stil moest zijn. Ze keek naar me en ik zag angst in haar ogen. Achter Maya in de bossen hoorden we een vervaagde grom. Ik liep rustig achteruit en Maya volgde. Uit de auto pakte ik een geweer en richtte het op de plek waar het geluid vandaan kwam. Maya ging stilletjes in de auto zitten en wachtte af. Ik voelde het zweet van mijn hoofd druppelen. Mijn handen begonnen te trillen, maar ik bleef focussen op de bosjes.

‘Noah-.’ Op het moment dat Maya iets tegen me wilde zeggen, kwamen er allemaal ghouls vanuit de bosjes. Ik schoot maar het waren er te veel. Ik gok een stuk of 20. Kogels hier aan verspillen was het niet waard en ik ging zo snel mogenlijk de auto in. Met een volle laag trapte ik op het gas pedaal en reden we terug naar de rest. ‘Ze komen achter ons aan!’ Riep Maya. Ik had het al door. De akelige geluiden die ze maakten rinkelde in mijn oor. Gelukkig was de auto veel sneller dan de ghouls. Het scheelde niet veel of ze hadden ons. Ik en Maya renden de auto uit om de anderen te alarmeren dat we moesten vertrekken. Ik had het gevoel dat Ben er al voor had gezorgd dat ze waren voorbereid. Ben heeft schizofrenie. Sinds Ghoulsday, ziet hij heel veel hallucinaties als er ghouls dichtbij zijn. Een handig reddingsmiddel zeg ik maar zo. Ik en Maya rende de trap af naar de kelder. Ben en Isabelle hadden gelukkig het meesten al ingepakt. Ik pakte mijn tas en een paar extra wapens. Maya was in paniek op zoek naar de muts die ze van haar moeder heeft gekregen. ‘Weet iemand waar hij is? Ik kan echt niet weg zonder mijn muts!’ Riep ze huilend. Isabelle pakte hem uit haar zak en stopte het in haar hand. ‘Ik had hem al voor je ingepakt. We moeten snel gaan, vlug!’

We stopten alles in de auto. Ik greep snel nog een jerrycan en goot de auto vol met benzine. De ghouls kwamen er aan. Ze rende als maniakken naar het huis. ‘Fuck.’ Zeg ik en druk met een volle laag op het gas. De rest moest zich goed vastpakken. Een ghoul sprong op onze auto. Isabelle greep een geweer en keek uit het raam. Door de hoge snelheid van de auto, schoot ze mis. De ghoul haalde uit naar Isabelle. De ghoul begon te krijsen. Ben was uit het raam geklommen en had de ghoul in z’n hoofd gestoken. Snel doken Isabelle en Ben weer de auto in. Het werd maar eens tijd dat we op zoek gingen naar de Criante. We zijn al zo veel tijd verloren. Geen uitstellen meer.

Apocalyps (Dutch Ver.)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu