Hoofstuk 5

1 1 0
                                        

Die avond lag Devon tegen me aan te slapen. Ik kon niet stoppen met aan die kus te denken. Wat betekende dit? Ik had geen relatie ervaring of iets dergelijks. Wat ik wel wist is dat ik het erg fijn vond. Het geluid van regen die op de ramen tikte maakte me ontspannen. Maya had een zeil uit de achterklep gepakt om te zorgen dat ze droog bleef. Ik had erg veel geluk met deze mensen. Met een glimlach op mijn gezicht viel ik in slaap.

De volgende morgen waren we onderweg naar Madrid. Ik reed en Devon zat naast me. Hij was in een erg vrolijke bui. Zou dat komen door gisteren? ‘Welke kant moet ik nu op?’ Hij glimlachte naar me en gaf me directies. Maya zat naast Ben. ‘Gister avond hebben ze gekust.’ Fluisterde ze in z’n oor. Maya fluisterde iets te hard waardoor Isa en Cora het hoorden. ‘WAT??’ Ik schrok zo erg van Isabelles harde geschreeuw dat ik bijna een lantaarnpaal raakte. ‘Verdomme Isa! Rustig aan.’ Zei ik. ‘Sinds wanneer vinden jullie elkaar leuk?! Waarom kreeg Maya het te horen en wij niet?’ Ik en Devon keken elkaar aan. Ik slaakte een diepe zucht. ‘Het was niet echt de bedoeling dat Maya het wist. Het was haar beurt om de wacht te houden en toen zag ze ons.’ Maya stak haar tong uit naar Isabelle. Devon keek naar me en glimlachte. Ik pakte zijn hand en bewoog mijn duim heen en weer. Ik opende het raam stak een sigaret op. ‘Mag ik ook?’ Vroeg hij met de schattigste lach die ik ooit heb gezien. Van binnen deed mijn hart een sprong. ‘Nee.’ Devons schattige gezicht verandere in die van een boze kat. ‘Watttt? Waarom niet?’ Hij klonk als een klein kind. Ik blies de rook in zijn gezicht en hij begon te hoesten. De rest was er ook niet erg blij mee. ‘Open alle ramen, ik stik!’

In Madrid was het erg warm. We stapten uit om onze grote stop te nemen. ‘Jezus, wat is het warm.’ Zei Ben. Cora had haar shirt uit getrokken en droeg alleen een topje. Isa kon niet stoppen met staren. Niemand eigenlijk. Het was ook niet moeilijk te missen. ‘Wat? Het is best normaal hoor.’ Zei Cora. Isa keek snel weg. Cora had wel gelijk. Warm was het zeker. Ik had ook de neiging mijn kleren uit te trekken. Gelukkig had ik in mijn tas wat extra kleren liggen waarin ik kon verwisselen. Als het goed is lag er nog een korte broek in. Naast ons stond een huis. Het zag er vervallen uit, maar het was wel een privé plek om mijn kleren te verwisselen. Ik zocht mijn korte broek en liep het huis binnen.

In het huis stond gebroken meubilair. De banken en fluwelen stoelen waren open gehaald. Op de grond lagen gebroken familie foto’s. Ik pakte de foto op. Een vader, moeder, jong zoontje en een hond. Ik legde de foto terug en trok een korte broek aan. Toen ik terug wilde lopen stapte ik in glas. Het kwam door mijn schoenen heen, die al aan de oude kant was. Het glas raakte mijn voet. Ik hinkte met pijn naar de trap. Ik trok het glas uit mijn schoen en dus ook uit mijn voet. Het steekte heel erg en ik wist dat het zou gaan ontsteken. Ik deed mijn sok en schoen uit en zag dat er een flinke snee in mijn voet zat. Dat had ik weer. ‘Dat ziet er ni goed uit. Het glas is erg oud, dat gaat zowiezo irriteren.’ Ik draaide me om en er stond een jongen boven aan de trap. Hij sprong over me heen naar beneden met de instelling om mij te bewonderen, maar faalde en gleed uit over het glas. Is het slecht dat ik stiekem heel hard moest lachen? Nee, vind ik ook niet. Hij had wit haar met een klein stukje bruin aan de onderkant. Hij was ook een Viper. Wat is het toch met ons en Vipers die we onderweg tegen komen? Zijn irrissen waren bruin en oogvliezen zwart. Telekinese. ‘En wat doet een mooie dame als jij in mijn huis?’ Was dit zijn huis? Dat betekende dat hij misschien het jongentje was op de foto. Ik stond op. ‘Ik keek alleen wat rond. Niets bijzonders.’ Ik denk dat hij niet door heeft dat ik een jongen ben. Dat komt schijnbaar door mijn lange haren. Ik heb het ook lang niet kunnen knippen. ‘Aangezien wij hoogstwaarschijnlijk de laatste zijn op aarde, waarom zouden we daar geen gebruik van maken?’ Hij liep op me heen en streelde mijn schouder. Hij bleef achter me staan en had zijn gezicht dichtbij mijn oor. Ik werd er erg oncomfortabel van. ‘Ho effe. Ten eerste ken ik je niet eens, ten tweede heb ik een vriend, soort van, denk ik? En ten derde ben ik een j-.’ Hij legde zijn vinger op mijn mond. ‘Je zogenaamde vriendje hoeft hier niks van te weten. Hij leunde in voor een kus maar ik duwde hem van me af. ‘Weet je heel zeker dat je niets wilt van mijn magische lippen? Anders kunnen we ook doorgaan naar de volgende stap als je dat wilt..’

Apocalyps (Dutch Ver.)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu