Onder het puin.

28 1 3
                                    

Dit is een verhaal dat ik gemaakt heb in februari 2012. Ik heb het toen ingezonden bij een schrijfwedstrijd (WriteNOW) waar bij de uitreiking mij verteld werd dat ik een talent in me had en zeker verder moest met schrijven: ik voelde me natuurlijk zeer vereerd (: De laatste tijd gaat het echter niet al te goed met mijn schrijven, want ik doe het niet zo vaak meer (and we're blaming school!!). Vandaar dat ik dit verhaal even hier neer pleur. Het is redelijk dramatisch (surprise - not) en ik hoop dat jullie het wat vinden (:

Pas geleden was de zandstenen muur egaal geweest, met strakke, verticale lijnen, maar zoals het er nu bij lag was daar niets meer van over: de grote, logge muur lag in stukken op de grond, met gemene punten; rauwe randen en scherpe uitsteeksels die in de maag van de jongeman prikten om het toch al moeilijke ademhalen te verergeren. De zuurstof was vervuild door roet en stof, waardoor hij iedere keer dat hij de lucht inademde het raspend in zijn keel voelde als een scheermes over een geïrriteerde huid.

 Zijn ogen waren gesloten, zodat het gruis van het omgevallen gebouw niet in zijn zwarte kijkers zou waaien en zijn eventuele kans op zicht niet nog meer zou hinderen. Een groot stuk steen porde venijnig in zijn rug, maar zich verdraaien zodat het brokstuk niet meer tegen zijn longen aan zou drukken durfde hij niet; de kans dat de andere stukken steen die boven op hem lagen zouden instorten was te groot. De jongen vond zijn geluk dat hij de instorting had overleefd al groot genoeg; hij moest God niet om nog meer vragen dan dit wonder. God had hem het leven geschonken; hem nu laten overleven. Hij kon Hem nu niet te schande maken en Hem laten vallen. Want dat was het enige wat nu door het hoofd van de jongen spookte, de woorden van God gesproken door een heldere stem.

 Terwijl de jongeman naar de stem in zijn hoofd probeerde te luisteren viel het hem op dat de stem van God hem wel erg bekend voorkwam; het was het hoge, jubelende geluid van een jonge vrouw, een jonge vrouw waarvan hij hield.

 Katharina, zijn verloofde.

 De stem van Katharina maakte zijn gedachten helderder, hoewel hij vrijwel zeker wist dat haar stem een illusie was. Haar stemgeluid verzachtte de pijn, haar stem maakte hem licht in zijn hoofd, een vertrouwd, zacht gevoel dat hem deed glimlachen, maar zodra zijn mondhoeken omhoog krulden begon de grond onder hem te rommelen en voelde hij een steen met een pijnlijke klap op zijn been vallen. Hij wilde het uitschreeuwen van de pijn, maar het schrijnende gevoel in zijn keel was terug en legde hem het zwijgen op.

 Katharina’s stem was verdwenen en paniek gierde door zijn lichaam. Het gedreun en de instorting had hij een stuk liever gehad dan het verliezen van haar heldere, voor hem zo kostbare stemgeluid.

 Ergens ver weg hoorde hij een hoge gil, maar of het gegil zich nou in zijn hoofd bevond, of van ver weg wist hij niet, maar de gil herkende hij; het was de stem van zijn lief. Door het terugkomen van haar stem zag hij een klein lichtpuntje, het was niet veel, maar hij zag het door zijn oogleden heen. Het licht was ter grootte van een opgestoken lucifer hoewel het niet de warme gloed van een vlam had, maar wel iets kils en kouds. Toch deed het hem goed het licht te zien. Het was het eerste licht dat hij zag na uren, of misschien zelfs dagen; hij wist het niet meer, hij was zijn gevoel van tijd helemaal verloren, maar nu hij het lichtje zag deed het een nieuw klepje in zijn gedachten open. Een herinnering. Een herinnering van hem met Katharina, hij dacht van niet zo heel erg lang geleden.

 Gelukkig keken ze elkaar aan, zielsgelukkig met hun handen in elkaar gestrengeld. De jongen keek naar het prachtige gezicht van zijn verloofde, hij kon zijn blik niet van haar afscheuren, niet van haar prachtige bronskleurige huid, haar kleine neusje of haar volle, roze lippen. Hij verdronk in haar donkerbruine ogen die met eenzelfde diepte terugkeken. Het zwarte haar van het meisje lag in een losse knot in haar nek, en een paar plukjes omringden haar gezicht die de jongen zacht en teder achter haar oor streek.

De Gebred Burcht.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu