De jongens staan allemaal op behalve één met orange haar en bruine ogen. Ze stellen zichzelf allemaal voor.
"Hoi ik ben Matthy."
"Ik ben Raoul."
"Ik ben Robbie."Ik lach een beetje scheef naar ze.
"Ik ben Ella."
Robbie kijkt naar Milo. Ineens lopen ze samen weg naar de hal. Ik hoor ze praten over mij. Het maakt niet uit. De jongens gaan weer zitten op de bank. Matthy begint tegen me te praten.
"Trouwens deze jostie is Koen. Waarom ben je hier eigenlijk? Niet gemeen bedoeld hoor. Ik zag je staan bij de deur, hoe gaat het met je bloed?"
Wow. Deze jongen praatte veel. Hij heeft duidelijk wat gedronken. Het is ookal 19:00 uur nu. Dat kan wel.
"Ik ben hier omdat ik niet terug wil naar huis. En het gaat goed met mijn bloed ja, dankjewel."
Ik lach lief naar hem. Tenminste, als je een beetje 'lief' kon zien in mijn gezicht. Hij lachte terug.
"Oh dat is prima hoor. Waarom wil je niet terug?"
Ik keek hem aan. Ik ga het niet zeggen.
"Oh omdat euhm.. er is niemand thuis en mijn vader vertrouwt me niet alleen thuis."
Lieg ik snel. Hij ziet dat ik lieg. Maar hij zegt niks.
Dankjewel.
Milo en Robbie lopen de kamer weer binnen. Robbie kijkt me lief aan en gaat zitten en Milo blijft staan en kijkt me bezorgd aan. Ik sta op.
Milo knikt naar me en we lopen nu ook naar de hal."Je kan hier wel even blijven, maar je moet wel de echte reden geven."
Zeg hij voorzichtig.
Ik twijfel en ik kijk naar de grond. Ik ken hem niet. Maar deze jongen is lief. Ik mag hier blijven als ik dit zeg. Dat wil ik. Ik wil hier nog even blijven.
Langzaam vertel ik het. Wat papa doet. Wat elke dag gebeurt. Dat elke dag opnieuw gaat. Dat mama dood is. Dat ik geen vrienden heb. Niemand. Dat ik eenzaam ben. Dat ik mezelf snij. Dat ik een eetstoornis heb. Dat ik depressief ben.
Na alles wat ik heb verteld kijkt hij me aan met een open mond en grote ogen. Ik kijk hem niet aan.
Hij knuffelt me weer. Hij voelt warm aan. Ik weet dat ik koud aanvoel. Ik leg mijn hoofd op zijn borst en ik adem zijn luchtje binnen. Wat ruikt hij lekker. Hij legt zijn kin op mijn hoofd.
Dit voelt zo goed. Laat hem niet gaan Ella.
Ik hou hem steviger vast.
Ga niet weg. Asjeblieft. Milo..?
Hij laat me niet los maar toch heb ik het gevoel alsof hij dat wel doet. Ik laat hem los en hij laat me dan ook los.
"Blijf maar hier."
Zegt hij dan zachtjes.
Ja. Dit is wat ik wil. Ik wil hier blijven. Hier ben ik veilig. Hier zijn aardige mensen en mijn lieve jongen.
Ik kijk omhoog naar hem. Wat zou hij wel niet denken? Zie ik er lelijk uit? Vind hij me raar? Dom? Vind hij dat ik zielig doe? Dat ik om aandacht vraag?
Ik kijk snel weg van hem. Hij pakt mijn gezicht voorzichtig en hij laat me naar hem kijken. Hij lacht naar me en ik knuffel hem weer. Hij fluistert lieve dingen zoals:
"Het komt goed Ella. Ik ben er voor je."
Ik snak weer naar adem. "Dankjewel.."
YOU ARE READING
𝐃𝐞 𝐄𝐞𝐫𝐬𝐭𝐞 𝐊𝐞𝐞𝐫 𝐃𝐚𝐭 𝐈𝐤 𝐈𝐞𝐭𝐬 𝐆𝐞𝐥𝐨𝐨𝐟𝐝𝐞
PoetryElla is een bijzonder meisje, en weinig mensen snappen haar. Ze voelt zich daardoor vaak eenzaam. Ze heeft problemen, niet alleen met haarzelf maar ook met haar familie en vrienden heeft ze niet. Ze is hopeloos. Depressief. Totdat ze een groep jonge...