Niemand zegt iets. Niemand geeft antwoord, niemand doet iets. En niemand reageert. Ik probeer schreeuwend op te staan maar het lukt niet. Het gaat niet door de pijn en de paniek. Niemand helpt me en niemand zegt wat. Het lijkt een compleet zinloze situatie, mijn moeder staat nog precies het zelfde. Vochtige ogen, half tegen de deuropening geleund. Je ziet duidelijk dat er iets is en je ziet duidelijk dat ze huilt. Maar geen snik verlaat haar mond. Ik probeer te vragen wat er is maar ik kom niet uit mijn woorden. Ik schreeuw een paar onverstaanbare woorden, ik weet dat er iets ergs is maar niet wat. Is er iemand dood, heeft Bert haar verlaten, Is Apple dood? Allemaal onbeantwoorde gedachtes flitsen door mijn hoofd. Ik zie de glazige ogen van mijn moeder helder worden en ze kijkt me aan. Diep, heel diep. Het lijkt alsof alles in de wereld verdwijnt en alleen haar ogen nog bestaan.
De tl-buis boven mijn hoofd begint te knipperen. Gewoon rustig blijven zegt een stemmetje in mijn hoofd. Mijn moeder begint te praten. Nutteloos geratel, ze slikt en haalt moeilijk adem. "Het spijt me lieverd" zegt ze zacht. En de zin erna komt als een klap in mijn gezicht. Het voelt alsof mijn keel wordt dichtgeknepen.Ik weet nog vroeger in Oostenrijk, het was midwinter en mijn ouders hadden een huisje gehuurd. Die goede tijden dat mijn ouders nog samen waren en mijn zusje nog jong was. Buiten rook het overal naar openhaard en s'avonds keken we uit op alle kleine lichtjes van het dorp beneden ons. Ons houten huisje lag boven op een berg tussen de bossen, op een paar andere huisjes verderop na waren wij de enige. Ons huisnummer was 357 ik weet het nog goed. Die plek betekend veel voor me, daarom gebruik ik het ook vaak. 357 In mijn wachtwoord, 357 als mijn kluis code. En nog bij veel meer dingen. Het was rond kerst en we zaten er met de hele familie. Het was feest en iedereen had het gezellig. S'avonds gingen ik en Zoë vaak sleeën met onze vaders en ik weet nog precies wat hij altijd zei. Het galmt heen en weer in mijn hoofd. "Later komen er momenten die je misschien niet kunt plaatsen, gebeurtenissen die moeilijk kunnen zijn en erg zwaar zijn. Maar wat er ook gebeurd ik zal je altijd steunen en altijd bij je zijn. En het belangrijkste is dat ik altijd van je zou blijven houden." Die uitspraak drong nooit tot me door, wat bedoelde hij met moeilijke gebeurtenissen. Maar nu snap ik het eindelijk. Waarom kunnen die oude tijden niet terug komen, alles was beter. Alles. Ik weet nog dat ik daar voor het eerst op een paard reed, een haflinger genaamd Bounty.
Al die herinneringen veranderen niet meer, maar gevoelens wel. Ik ben verward, verdrietig, hopeloos en gekwetst.Ik moet weg hier. Het verdriet, de pijn, ik kan het niet meer aan. En alles wat ik kan doen is stil blijven liggen. Hopeloos. Ik wil weg hier maar dat kan ik niet alleen, mijn moeder ligt te slapen en zij zou me toch nooit laten gaan. Mijn zusje ligt in een ziekenhuisbed naast mij te slapen. Het is raar om te zien hoe een familie in een klap zo erg kan veranderen. Dat ik en mijn zusje gebroken zijn snap ik maar mijn moeder, het is een rare gedachte. Ik ben er klaar mee en negeer de pijn ik zit rechtop en zet een voet op de grond. Het voelt raar om beide voeten weer op de grond te hebben staan. Ik zet me af van mijn bed en ik sta. Ik wil het uitgillen van de pijn en ik krijg geen adem meer, maar ik doe het niet. Sterk blijven! zegt de stem in mijn hoofd. Als ik hier blijf staan stort ik in en dan wordt iedereen wakker. Maar als ik weg ren heb ik kans dat verpleegsters me zien. Ik waag het erop en verplaats mijn voeten steeds sneller, sneller en sneller. Ik ren door de gangen en sprint naar buiten. Naast het ziekenhuis ligt een bos. Ik hou het niet meer en mijn zicht wordt wazig. Mijn blote voeten raken de dennennaalden in het bos. Ik ben buiten. Ik sta buiten, ik ben alleen. Eindelijk. Ik moet verder ze mogen me niet zien, ik moet dieper het bos in. De bomen staan steeds dichter op elkaar en mijn zicht wordt zwart, ik gil en hap naar adem. Ik dacht dat mijn ribben in betere omstandigheden waren maar dit is slecht. Heel slecht. De pijn is onverdraaglijk, ik weet niet waar ik ben maar het is ver. Goed genoeg mijn benen stoppen met rennen en ik plof neer op mijn knieën, de pijn wordt erger. Ik kan het niet, ik ga liggen en probeer er niet aan te denken. Het wordt minder maar de steekende pijn blijft.
Ik heb een lang nachthemd met een mega zak aan de rechter kant. Ik propte mijn dagboekje er snel in voor ik ging opstaan. Wanneer mijn zusje wakker wordt en ziet dat ik er niet ben zou ze als eerst mijn boekje pakken en het gaan lezen. Het pennetje zit er nog in.Zoveel emoties in een keer, zoveel pijn in een keer. Ik probeer het op te schrijven maar ik weet niet waar ik moet beginnen. Ik klap het dicht en smijt het tegen een boom. Het knalt op de grond en ziet er nog precies het zelfde uit. Wat heeft het voor zin, niemand kan terug draaien wat er is gebeurd. Het is gebeurd.
Wat ben ik voor iemand ik lig hopeloos gewond in het midden van een bos te huilen. Het is pikkedonker en ik zie niks het enige wat ik hoor zijn de vogels. Zouden mijn zusje en moeder al wakker zijn? Ik weet het niet en er komt weer een onbeantwoorde vraag bij. Dat is mijn conclusie het leven bestaat uit onbeantwoorde vragen. "Het spijt me lieverd" ,het is gebeurd. En wat kan ik doen?Niks.
JE LEEST
Lockwoods.
General FictionDit verhaal gaat over mij. Mijn naam is Zenna. Oftewel Zenna Bo Reesce Bambina. Hier lees je over mijn leven. Mijn boek is voor iedereen want ik vind dat je zelf moet bepalen of je dit wilt lezen. 1 ding dit boek bevat heel heel af en toe groftaalge...