Hoofdstuk 3
21 april
Als ik deur de deur loop is het me gelukt, ik ben eindelijk buiten! Vrij! Snel ren ik naar buiten, en ik blijf rennen. Maar dan merk ik opeens dat ik het hier niet herken. En er is nog steeds helemaal niemand. Langzaam zak ik op de grond. Heel lang blijf ik voor me uit staren. Maar dan zeg ik tegen mezelf: "Stel je niet zo aan Kathy, je gaat je huis gewoon weer terugvinden." Ik sta op met heel veel zelfvertrouwen. Ik kijk om me heen en zie heel veel: kapotte -huizen, winkels, en nog veel meer. Maar hoe kan dat? Ik weet hier helemaal niets meer van. Ik loop door allerlei winkelstraten en huizen, maar alles is gewoon verbrand of geruïneerd. Urenlang dwaal ik door alle winkelstraten en huizen, maar ik zie niets wat me bekend voor komt. Maar dan, in mijn ooghoek, zie ik iets bewegen. Het zal toch niet waar zijn? Razendsnel ren ik er naartoe. Als ik er ben, sta ik recht voor een oude dame. Ze zit op een grote, houten schommelstoel voor een klein huisje. "Pardon", zeg ik. "Ja, wat is er jongedame?" " Nou, ik vraag me af wat er allemaal gebeurd is." " Oh, maar weet je dat dan niet?", zegt de oude dame. "Nee, sorry", stamel ik. De oude dame begint te vertellen: "Een tiental jaar geleden werd de wereld overvallen door iets heftigs. De aarde werd verwoest door 1 vrouw. Zij had magie in zich. Ze was zo sterk dat ze de hele wereld kon platbranden... Maar een paar mensen hebben het overleefd, en ons dorp gelukkig ook." Ik blijf sprakeloos staan. " Maar.... Uhh", zeg ik wanhopig om niet te overdonderd te klinken. "Je hoeft niks te zeggen hoor jongedame, ik ben überhaupt al blij dat er nog een overlevende is." Nog steeds ben ik sprakeloos. Een hele tijd zeggen we allebei niks, totdat ik mij bedenk dat de oude dame zei dat dat ongeveer 10 jaar geleden was. Maar dat zou niet kunnen, want ik was niet 7 jaar toen ik die overdosis nam, dat weet ik zeker. Ben ik dan echt 10 jaar bewusteloos geweest? De oude dame ziet dat er iets aan de hand is en vraagt of het wel goed gaat. "Ja hoor", zeg ik. "Nee, er is echt iets aan de hand en ik voel het." Langzamerhand begin ik te vertellen over alles wat er gebeurd is. Over de overdosis, het gekkenhuis en dat ik me helemaal niks meer kan herinneren. De oude dame luistert aandachtig, zonder me te onderbreken. Dan ben ik eindelijk klaar met mijn verhaal. We zwijgen een hele tijd. "Mag ik u iets vragen mevrouw?", onderbreek ik de stilte. "Maar natuurlijk!", zegt de oude dame terug. "Mag ik misschien uw naam weten?" "Mijn naam is Magda lieverd, en wat is de jouwe?" "Ik heet Kathy mevrouw." "Noem me maar Magda, hoor." "Magda..." Opeens krijg ik die rare beelden weer. Flits! Flits! Flits! Beelden van een vrouw op een berg met allemaal rood licht om haar heen. Verwarrend kijk ik Magda aan. "Wat is er kind?", vraagt Magda vriendelijk. "U zult me vast niet geloven, maar soms zie ik beelden in mijn hoofd. Het is heel vreemd, laat ook maar." Magda kijkt me aan, zonder uitdrukking op haar gezicht. Ik vraag aan Magda: "Gelooft u in het bovennatuurlijke?" "In het bovennatuurlijke? Ja, eigenlijk wel. Heel veel mensen denken dat het vreemd is, maar ik denk wel dat er mensen staan die beelden van de toekomst of het verleden kunnen zien." Er gaat heel veel in mijn hoofd om. Ten eerste: die vrouw uit mijn 'beelden' heet Magda. Heel raar. Ten tweede: kan ik echt het verleden zien? Dat zou wel heel raar/cool zijn. Langzamerhand begint het donker te worden. "Weet u misschien een plek waar ik kan slapen?", vraag ik aan Magda. "Ik heb wel een plekje voor je, als je dat goed vindt?" "Natuurlijk, dat lijkt me superleuk!", zeg ik blij. Magda gaat me voor naar binnen. Het huisje bestaat uit 3 kamertjes. In de ene kamer staan een fornuis, een koelkast en een ladekast voor de borden en het bestek. Er staat ook nog een bank en een tafeltje. In de tweede kamer staan een bed, een kastje en een spiegel. De spiegel is trouwens voor de helft kapot. En de derde kamer is de badkamer. Er staat een toilet in en een bad. "Hoe vind je het?", vraagt Magda. "Heel fijn Magda." Magda zegt: "Het is niet zo groot, maar dit is echt alles wat er nog rechtop stond." "Het maakt niks uit hoor, het is in ieder geval veel beter dan de hele tijd alleen zijn.", zeg ik. "Ik ga naar bed hoor, ik ben heel moe." "Tot morgen Magda.", zeg ik. "Tot morgen Kathy.", zegt Magda. Ik kan op de bank slapen. Een tijdje blijf ik naar buiten staren, maar dan is het me te veel. Ik pak de deken die Magda klaar heeft gelegd en ga op de bank liggen. Morgen is er weer een dag. En daarmee val ik in slaap.
's Nachts droom ik naar. Ik droom dat ik helemaal alleen over straat loop. Maar dan zie ik die enge mevrouw uit mijn beelden. Ze tovert van alles met haar rare rode magie. Ik word omringd door allemaal versies van die enge vrouw. Keihard ren ik weg, maar ze zijn te snel en komen op me af.
Gillend en bezweet word ik wakker. "Aaah!!!", gil ik. Tot mijn grote verbazing wordt Magda niet wakker. Daar ben ik best wel blij om. Kan ze lekker doorslapen. Ik kijk op het zakhorloge dat aan de deurklink hangt en zie dat het 3.00 uur 's nachts is. Al snel zak ik achterover en val in slaap.

JE LEEST
Voor altijd weg
FantasyDe 17jarige Kathy belandt in een gekkenhuis na een overdosis aan pillen. Ze weet niet meer wie ze is en waar ze is. Maar het allerengste: ze is helemaal alleen.