7 Rood

17 0 0
                                    

Ik liep naar Engels. Zucht, van het hoofdgebouw helemaal naar 602. Een heel eind lopen. Maar ja dat was niet het ergste probleem. Sanne moest namelijk naar het ziekenhuis! Wat nou als ze geopereerd moet worden? En wat nou als het mislukt? Overleeft ze het wel? Komen ze erachter hoe dit echt is gebeurd? Gaat het wel goed met Sanne? Wat nou... Misschien niet de beste optie om me over van alles en nog wat druk te maken. Maar helaas is het te laat om een andere optie te kiezen. Ik maak me zo druk dat ik bijna sta te hyperventileren. Ik bedenk me dat Sanne vast nog niet weg is en draai me om. Ik loop richting Sanne maar kom opeens niet meer verder. Een heleboel leerlingen. Het lijkt wel een muur. Ik geef het nog niet op en probeer me er doorheen te dringen. Het lukt me om iets verder te komen maar dan zie ik Sanne in een auto stappen. Ik begin nu als een gek me door deze troep heen te werken. Maar ik kom niet ver en de auto waar Sanne in zit rijdt weg. Op naar Engels dan maar...

Ik kwam bij Engels, de eerste bel was blijkbaar al gegaan. Gelukkig heeft Sanne B een plek voor me vrij gehouden. Ik ga zitten. Ik kan me echt totaal niet concentreren. Als de docent dan wat vraagt weet ik het antwoord ook niet. Ik hoor de vraag niet eens. Sanne moet me eerst aantikken. 'Ehhh...', zeg ik. De docent vind dat ik niet goed oplet ofzo en geeft me een hele preek. Ik beloof dat ik beter zal opletten. Nu let ik wel goed op maar toch word hij boos op me! 'Als je niet kan opletten ga je maar een rode kaart halen!', zegt hij. Ik antwoord met: 'Maar ik let nu toch gewoon op?! En hoe kan ik me concentreren als Sanne A in het ziekenhuis ligt?!' Hij word nog bozer en stuurt me eruit.

Super eruit gestuurd. Wanneer ik de klas uit loop zie ik Moos staan. 'Waarom ben jij eruit gestuurd?', vraagt hij op een vervelende toon. 'Weet ik veel.', zeg ik. Ik probeer weg te lopen maar hij tekkelt me. 'En waar ga jij naartoe?', zegt hij. Ik vertel hem dat het hem niks aan gaat en loop snel weg. Op een of andere manier had hij een glazige blik toen hij mij tekkelde. Die blik... Die had de autobestuurder ook...

Er kwam een docent aan want ik lag op de grond. Tenminste, dat dacht ik. Maar ik had het mis. Ze zegt dat ik Moos niet moest pesten en dat mijn ouders nu bij de rode kaart plek gebeld moesten worden. Ziet ze niet dat ik op de grond lig?! Ik sta op en zeg op een sarcastische toon: 'Bedankt voor uw begrip dat ik getekkeld werd.', en loop weg.

Als ik bij de plaats waar je rode kaarten moet halen, en ik vraag wat ik moet vragen, zijn de mensen heel kwetsend. Ze maken opmerkingen van: 'Ik had wel verwacht dat jij er ooit eens moest halen.', en: 'Daar is de mini duivel. Waarom zijn ze zo onaardig tegen me? Ik weet niet eens waarom ik er ben uit gestuurd. Als mijn ouders worden gebeld en ik vertel wat er is gebeurt begrijpen ze het gelukkig. 'En, wat is je volgende duivelse plan?', zegt iemand met een sarcastische toon. Iedereen begint te lachen. Ik word rood en als de mevrouw niet oplet, loop ik met tranen in mijn ogen weg.

Ik ben er toch uitgestuurd dus ik kan beter wat onderzoek verrichten. Ik ga naar de mediatheek en vraag of ik op een computer mag. Zoals altijd moet je dan je pas geven, wat ik ook doe en loop naar computer 31. Ik log in, klik internet aan en tik Google in. Dan typ ik 'Aliens'. Dat is vreemd, Google sluit zichzelf af. Ik probeer het nog twee keer. Maar de derde keer crasht de computer. Er komt een vrouw naar mij toe, heel boos. Ze zegt dat ik niet zo maar aan de instellingen moet zitten (wat ik niet deed) en zegt dat ik weg moet gaan. Ik haal mijn pas op en loop weg. Fijn, tweede keer weggestuurd vandaag. Iemand wil niet dat ik erachter kom wat gaande is...

Als ik het 7de uur heb gehad, fiets ik naar huis met Damian en Milou. Damian en Milou kletsen aan een stuk door en ik ben stil. Als ze vragen of het gaat, antwoord ik met een vage ja. Maar dat is natuurlijk niet waar. Waarom deed iedereen zo gemeen? Waarom had iedereen die ene blik? 

Waarom... Waarom... Waarom... 

Ik denk erover. Ik krijg bijna tranen in me ogen. Damian ziet het en vraagt of het echt gaat. Ik zeg nee en dat ik een vreemde, depressieve dag had. Hij vraagt waarom en ik zeg maar dat het privé is. Straks krijgt hij ook problemen.

Hoe dichter we bij Sanne A's huis aankomen, hoe zenuwachtiger ik word. Zal Sanne me geloven? Hoe is het met haar arm gegaan? Is ze wel ok? Nog meer vragen. Er is maar een ding wat ik zeker weet: ik ga dit aan Sanne vertellen...

Aliens, het leven een spelletje (Amber's oogpunt)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu