Hoofdstuk 1

550 26 3
                                    

De president spreekt voor ons land, omdat er één en ander gaat gebeuren. Ik weet nog niet wat, maar het blijkt zeer ernstig te zijn.

'Volgende week breekt hier een oorlog uit over de hele wereld. Dat hebben een aantal mensen ons bekendgemaakt. De reden waarom, ga ik jullie nog wel eens zeggen. En omdat ze hier komen, en we zo min mogelijk mensen willen verwonden, mogen twee mensen per land naar een speciale plek met een speciaal voertuig.

Als de oorlog is gedaan, komen jullie terug. Jullie moeten jullie naam opgeven als jullie willen en dan trekken we er twee namen uit. Één meisje en één jongen. Veel geluk alvast van mij. Bedankt om te luisteren en tot volgende week bij de trekking.'

Er klinkt een applaus omdat de president gedaan is met zijn speech. Ik vind hem maar onduidelijk. Ik heb nog zoveel vragen. Waarom is het hier oorlog, hoe lang zal die duren en waar is die plek?

'Kom Hailey, we gaan onze naam ingeven en dan gaan we naar huis.'

'OK mam, ik ga al mee...'

Het is een lange wachtrij. Het is precies alsof iedereen naar die veilige plek wil. Ergens begrijp ik dat nog wel. Ik wil ook niet in oorlogsgebied zitten.

Na een paar uur wachten, of zo leek het toch, zijn wij eindelijk aan de beurt.

'Naam?' Vraagt de mevrouw die de lootjes schrijft. Ik zie gewoon aan haar dat ze slechtgehumeurd is.

'Hailey Jones.' Zeg ik dan toch uiteindelijk.

'Volgende.' Knort de mevrouw.

'We gaan dan maar weg zeker?' Zegt mijn moeder ook chagrijnig terug.

Zo gezegd, zo gedaan. We gaan te voet terug naar huis. Het is maar een kilometer wandelen, dus waarom zouden we de stad vervuilen?

Nee, we hebben geen auto's meer met benzine. Dat is zó 2000. We hebben van die auto's die zweven. Veel minder milieuvervuilend. Maar het doet het nog wel een beetje, spijtig genoeg.

Als ik thuis ben aangekomen, ga ik direct naar mijn kamer. Ik neem mijn potlood en wat papier en begin te tekenen. Ik hou van tekenen. Je kan er al je gevoelens in leggen. Één tekening kan echt zoveel zeggen. Als ik niet weet hoe ik iets moet zeggen, teken ik het meestal.

En dat probleem heb ik nu. Ik heb zoveel vragen, zoveel gevoelens, ik moet het gewoon even tekenen.

Ik maak een wirwar van woorden en oorlog en iets wat die veilige plek moet voorstellen. Ik teken bloemenweiden en eenhoorns, maar ook verwoest gebied met allerlei dodende wapens.

Ik leef me zo in, dat ik niet heb gehoord dat het eten klaar was. Mijn moeder kwam mijn kamer binnen en ik schrok van haar. Maar ja, anders zou ik nu nog niet aan het eten zijn. Het is spaghetti bolognaise. Ik hou van dat eten. Het is heel ouderwets, maar heel lekker.

Terwijl ik mijn spaghetti opslurp, denk ik nog eens diep na. Er is waarschijnlijk maar een hele kleine kans dat ik getrokken word, maar als ik dan toch word getrokken, wie gaat er dan met mij mee? Zal ik hem kennen? Is hij mijn leeftijd? Oh, ik hoop niet dat hij bejaard is of gewoon al volwassen. 18 mag dan wel nog, maar zeker niet dertig of veel ouder. Als het zo is, goed dan. Maar...

Ik denk te veel na. Ik moet eten. Ik probeer mijn gedachten te verzetten en begin te eten. Nadat ik klaar ben met eten, ga ik terug naar boven. Daar heb ik een tv, en begin maar wat tv te kijken.

Er is niets interessants, dus begin ik te zappen. Uren aan een stuk. Ik kijk op mijn horloge en zie dat het al 23:45 is. Dus ik besluit om te gaan slapen.

En begin te dromen.

Ik droom over de veilige plek. Het is een bloemenweide en er leven eenhoorns en elfjes. Ook al een paar mensen. Dacht ik toch. Tot ik iemand zag met een short. Het is een faun.

We wonen in gezellige huisjes en drinken thee. Er zijn regenbogen aan de hemel. Maar toen keken we op de speciale tv die ze daar hebben. Ze zenden het nieuws uit van de bewoonde wereld.

Er is daar oorlog, alles ziet grijs en er is geen kleur meer te bekennen. Het is daar een hel. Ik voel me schuldig dat ik daar zit in die prachtige wereld, maar probeer het toch van me af te zetten. Ik vind een man en leef nog lang en gelukkig.

"Beep Beep Beep"

'Is het al tijd? Nee eh...'

Ik mep op mijn wekker om hem uit te krijgen en ga naar beneden om te ontbijten. Het is namelijk school vandaag. En ik begin met wiskunde, dit wordt echt een marteling.

Doordat ik zo treuzel, heb ik moeten lopen voor mijn bus. Maar ik heb hem toch nog gehaald. Die bus komt toch altijd te laat...

'Hey Hailey!' Ik schrik en zie dat het Lucas is.

'Oh hoi, ik had je niet gezien, kom naast mij zitten! Komen Liv en Jace nog?'

'Ja hoor, ze stappen na een paar haltes op. Heb jij geleerd voor de wiskundetoets? Ik snap er niets van.'

Oh nee... Die toets ben ik helemaal vergeten. 'Uh... Hahaha je maakt een geintje. Toch? Het is geen toets. Hahaha.'

Ik hoop echt dat er geen toets is. Deze dag wordt vreselijk.

Dit was hoofdstuk 1! Ik hoop dat jullie het al leuk vinden 😉

"SafeHeaven"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu