Hoofdstuk 4

277 17 9
                                    

Zondag.

Vandaag is de dag.

Mijn moeder wekt mij zodra het zeven uur  's ochtends is. Dat is veel te vroeg voor een zondag. Maar ja, die trekking is om negen uur. We moeten ons natuurlijk wel een beetje voorbereiden volgens mijn moeder. Ik weet nu al dat ik niet veel tijd nodig zal hebben.

Ik kijk eerst eens naar buiten wat voor weer het is vooraleer ik mijn kleren kies. Het is aan het regenen. Juist vandaag. Dat is niet leuk. Ik doe de deur van mijn kleerkast open en kijk wat voor kleren ik eens aan zal doen.

Na een beetje te denken, doe ik een jeanshemd aan met daarover een lichtblauwe trui met donkerblauwe strepen. Daarop doe ik een zwarte jeans.

Ik ga me douchen en trek daarna mijn kleren aan. Om mijn haar te laten drogen, doe ik mijn haar in een vlecht. Anders begint het helemaal te pluizen.

Ik strompel naar beneden en zoals ik dacht, ben ik de eerste die klaar is. Voor de zekerheid neem ik toch maar een rugzak mee met wat crackers en een flesje water.

Mijn rugzak heb ik voor mijn verjaardag gekregen van mijn kleine zusje toen ik veertien werd. De rugzak heeft een space print.

Mijn zusje, Amelia, en mijn vader waren twee jaar geleden verongelukt in een auto-ongeluk. Ik was er kapot van. Het gebeurde een week na mijn verjaardag. Ik denk er nu soms nog aan, maar ik probeer altijd vrolijk te zijn, ook al lukt dat niet altijd even goed. Nu genoeg erover.

'Hailey, doe je schoenen aan. We gaan vertrekken.' Zegt mama rustig tegen mij.

'Ben je zenuwachtig?' Vraagt ze nu.

'Nee.' Antwoord ik kort. Ik neem mijn lichtblauwe Allstars en trek ze aan.

'Hey Hailey! Lang geleden he?'

'Ja amai, zeker twee dagen geleden, nietwaar?' Zeg ik lachend tegen Liv.

'Lach me niet uit!'

'Ik zou niet durven. Maar nu stil, ze gaan beginnen met de trekking.'

Ondertussen zijn Jace en Lucas erbij gaan staan.

'Dames en heren, vandaag is de grote dag. Vandaag is het de trekking. We gaan er maar direct aan beginnen. Als je wordt getrokken, ga je met ons mee en zie je wel wat er gebeurd. Als je niet wordt getrokken, ga dan maar naar huis en bescherm je je maar tegen de oorlog.'

Man, dat is duidelijk... Helemaal niet dus. En op wat trekt dat nu eigenlijk?! Dan bescherm je je maar tegen de oorlog. Serieus?!

'Zoals gewoonlijk gaan we eerst de meisjes doen! Hij drukt op een knopje en op het scherm komt er na een halve minuut een naam tevoorschijn.

Hailey Jones.

Zie ik dat nu goed? Nee, dat kan niet.

'Hailey Jones, kom maar naar voren naast mij staan. Ik blijf nog even treuzelen.

'Hailey, ga nu maar. Ik ga je missen, het ga je goed.' Zeggen al mijn vrienden en mijn moeder. Ik geef ze nog een knuffel en ze beginnen te huilen.

Niet terugkijken, gewoon gaan.

Ik sta van voor naast de meneer en wacht op degene die met me meegaat. Hij drukt weer op de knop en de naam James McDonald komt er tevoorschijn. McDonald?

Dat doet me denken aan de McDonalds. Eerlijk gezegd word ik altijd ziek van dat eten. Daarom kom ik er nooit.

Hij komt naar voor en ik geloof m'n ogen niet. Hij heeft bruin haar en blauwe ogen. Volgens mij heeft hij zelfs een sixpack. Nee, dat kan niet.

'Hi' zegt hij met zijn tandpastasmile tegen mij.

'Eh hoi.' Stamel ik terug.

'Deze twee gaan met ons mee! We gaan nu weg en tot nog eens!' Er klinkt om de een of andere reden een groot applaus.

'Komen jullie maar mee met ons.' Zegt de meneer.

Ik draai me om en struikel bijna van het trapje af. Gelukkig kon James me nog opvangen. Ik ben toch zo'n sukkel. We lopen zonder maar een woord te zeggen achter de meneer aan.

'Stap maar in.' Het is precies een ufo of een teleporteermachine of zoiets. Echt iets vreemd alleszins.

'De reis zal wel even duren, dus zet je maar gemakkelijk.' Er zijn van die zeteltjes in met kussentjes en vanalles.

'Dat zal wel lukken.' Zegt James. We zetten ons neer en James kwam naast me zitten.

'Jij was Hailey zeker?' Probeert hij een gesprek op gang te zetten.

'Ja.' Antwoord ik.

Het gesprek is dus mislukt.

'Heb je broers of zussen?' Vraagt hij. Dat mocht hij niet doen.

'Ik had een zus, Amalia. Maar ze is verongelukt...' Nu moet ik echt m'n best doen om niet in tranen uit te barsten.

'Oh sorry, dat wist ik niet. Ik had beter mijn mond gehouden...' Ik ken hem nog geen uur en ik weet al dat het een lieverdje is.

'Wat gaan we nu eigenlijk nog doen?' Vraag ik.

'We kunnen... ik weet het eigenlijk niet. Weet jij iets?'

'Nee, maar ik hoop wel dat we er snel zijn. Anders verveel ik me hier dood.' Dat laatste was niet echt mijn bedoeling om te zeggen. Straks denkt hij nog dat hij saai is.

'Nou ja..' Hij doet zijn bril af en kuist hem af. Zijn bril is zwart en redelijk groot. Dat staat wel schattig op zijn wipneusje.

'Hoeveel sterkte heb jij?' Die vraag komt ineens in mij op. Dan krijg ik nog wat te weten van hem.

'Min vijf. Ik zie geen steek zonder dat ding. En voor je je het moest afvragen: ja, ik kan zien hoeveel vingers je opsteekt en nee, ik kan niet lezen wat er daar op die poster staat. Dat is allemaal wazig, eigenlijk gewoon één grote witte vlek met zwart in.'

Wow, zo een antwoord had ik niet verwacht, maar nu weet ik er ten minste toch iets van.

'Die poster heb ik niet eens opgemerkt. Ik ga hem eens lezen.' Ik ga naar de poster en kijk er eens naar.

'Beste gelukzakken,' Lees ik voor 'Dit toestel vliegt naar het onbewoonde eiland waar jullie jullie prettige leven kunnen leiden. We sturen jullie wel alles wat jullie nodig hebben op. Zo, nu weet je al meer dan genoeg en prettige reis verder. Dat weten we dan ook alweer.'

Na een lange stilte hoor ik James 'Hé we zijn er!' Roepen. Nu springt hij als een konijntje naar de deur van dit toestel en wacht totdat ze open gaan.

Ik ga er maar naast staan en de deuren gaan open.

"SafeHeaven"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu