Hoofdstuk 16

87 6 0
                                    

Met mijn gebroken neus, loop ik naar de kamer waar meneer Wells en misschien ook Rones wacht, als ze al klaar is met douchen. Dit gebouw is best wel groot. Er zijn zoveel gangen en verdiepingen, ik heb er eigenlijk nog nooit op gelet hoe groot dit wel niet is.

Ik ben aangekomen aan de kamer en klop op de deur. Als ik "kom maar binnen, neusje" hoor, kom ik naar binnen.

'Neusje?' Vraag ik. 'Echt waar?' Die bijnamen beginnen me echt tegen te steken.

'Maar je neus is toch gebroken. Hoe moet ik je anders noemen?'

'Misschien gewoon Hailey, of nog beter: geen bijnaam.'

'Maar dat kan je toch niet menen, neusje! Ik geef altijd iedereen en alles een bijnaam.'

'Maar...' Op dat moment komt Rones in de kamer.

'Aha, ons ander meisie is er ook. Nu kunnen we beginnen aan de vergadering. Zet jullie maar neer.'

We lopen naar de stoel en zetten ons neer. 'Dus, wat is de bedoeling?' Vraagt Rones.

'De bedoeling is dat jullie de Helpers proberen bezighouden, zodat wij hun gegevens kunnen wissen. Daarna kunnen jullie terug naar SafeHeaven. Maar jullie kunnen niet met z'n tweeën. Daarom hebben we een paar mensen hier uitgenodigd om jullie te helpen. Aurora, Oliver, Dylan, Nina, Thomas en James, kom maar binnen.'

Ik kan m'n ogen niet geloven. Daar zijn ze! Allemaal! Ik heb ze zo hard gemist! Ik wou juist vragen waarom ze het niet tegen me hadden gezegd in mijn hoofd. Maar dat zal toch geen goed idee zijn, kom ik tot de conclusie.

'Zet jullie er maar bij, er zijn stoelen genoeg.' Zegt Wells op een rustig toontje.

James komt naast me zitten en neemt mijn hand vast. Dit heb ik zo hard gemist. Maar nu kan ik het terug voelen, hij is weer bij mij. Daar ben ik blij om.

'Zo.' Zegt Wells en hij kucht nog eens voor hij aan zijn uitleg begint. 'Dus zoals jullie weten, gaan jullie die Helpers bezighouden. Maar jullie mogen niemand, maar dan ook niemand laten gaan voordat wij er zijn. Maakt mij niet uit hoe jullie het doen, zolang er maar niemand weggaat. Begrepen? Als ik terug ben, gaan blijven jullie bij me staan en we gaan dan terug naar "SafeHeaven". Daar leven jullie nog lang en gelukkig. Oh nee, wacht, daarna moeten we de rest ook nog bevrijden. Daarna leven jullie nog lang en gelukkig. Morgen gaan we het doen. Jullie staan morgen om stipt tien uur hier. Behalve als er weer iemand gewond is natuurlijk. Ga nu maar, loop maar wat rond in dit gebouw of praat wat gezellig bij, maar zie dat jullie hier morgen staan.'

We blijven allemaal aarzelend zitten, totdat Wells zelf opstaat en weggaat.

'Hé Hailey, wat heb je nu weer uitgestoken?' Vraagt James aan me, nog steeds m'n hand vasthoudend.

'Rones heeft de deur iets te hard open gedaan, denk ik.' Antwoord ik.

'Gaat het een beetje?' Vraagt Nina. Ze is altijd zo bezorgd, ik mag haar wel.

'Ja hoor, alles prima. Maar zeg, Rory en Oliver, zijn jullie nog steeds boos op elkaar of hebben jullie jullie al verzoend?'

'Ik ben nog steeds boos op Ollie.' Zegt Rory bot.

'Dit meen je toch niet? Gewoon omdat ik je één keer bij je volledige naam heb genoemd?'

'Ho mensen, stop toch eens met ruzie maken.' Zegt Dylan. 'Zullen we anders eens rondwandelen?'

'Wie zijn ze eigenlijk?' Fluistert Rones in m'n oor.

'Oh ja, dat is waar, je bent je geheugen verloren! Dit zijn Rory, Nina, James, Oliver, Dylan en Thomas.' Ik wijs ze allemaal aan als ik ze voorstel. Volgens mij hadden ze het niet eens door dat ik dit deed, want ze praten gewoon door.

'Gaan we nog?' Vraagt Thomas.

We zetten ons recht en wandelen door de gangen. De gangen hebben bijna allemaal een verschillende kleur van muur. De ene is gewoon wit, andere dan weer zwart en nog een andere paars.

'Wat is er allemaal bij jullie gebeurd?' Vraag ik.

'Ik zat met een vreemd meisje die ik niet eens kon verstaan. We zijn nooit naar buiten gemogen tot nu. Ik werd daar stilaan gek in die kamer.' Legt Nina ons uit.

'Oliver zat samen bij mij. Dat was vreselijk. We hebben bijna alleen maar ruzie gemaakt... Toen waren degene die ons ontvoerden dat zo beu, ze hebben ons in een aparte kamer gezet.' Verklaart Rory ons.

Ik snap niet dat die twee constant ruzie maken. Dat is toch nergens voor nodig?

We wandelen nog wat rond in het gebouw totdat het etenstijd is. Of Rones had gewoon honger en zit al de hele tijd te zagen wanneer we gaan eten.

Het is heel gezellig aan onze tafel. Het is juist groot genoeg voor ons allemaal. We vertellen allemaal verhaaltjes aan elkaar van wat we nu hebben meegemaakt in de tijd dat we ontvoerd zijn en wat we hebben meegemaakt toen we nog in de "bewoonde wereld" waren.

Thomas was zo'n nerd. Nu valt het minder op, maar hij is het wel. Hij speelde zo graag videogames, maar leren voor school deed hij ook vaak. Nu nog een bril, een beugel en bretellen en je zou hem een echte nerd kunnen noemen.

'Zou ik hier ergens mijn bril kunnen afkuisen?' Vraagt James. 'Hij is zo vettig. Ik kan er nog amper door zien.'

'Oh ja, tuurlijk. Kom maar even mee.' Zeg ik. Ik heb er nooit echt over gedacht. Ik dacht dat je altijd door je glazen kon zien. Een bril is dan toch niet altijd superhandig zo te zien.

We wandelen samen naar de badkamer, waar vloeibare zeep staat zodat hij zijn bril kan poetsen.

'Ik heb je zo gemist, Hailey.' Zegt James terwijl hij zijn bril poetst.

'Ja, ik jou ook.'

Als James klaar is, neemt hij me vast en knuffelt me. Ik denk niet dat hij me nu kan zoenen met mijn gips op mijn neus. Maar goed, deze knuffel is het zaligste gevoel van vandaag.

"SafeHeaven"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu