Hoofdstuk 7

181 13 0
                                    

Er wordt geklopt op de deur. 'Kom binnen.' Zeg ik heel suf. Nog altijd niet wetend wat er gaande is.

'Hey.' Het is James.

'Hoi.'

'Wat doe je hier zo alleen?'

Ik twijfel of ik mijn theorie zal uitleggen tegen hem. Ik besluit dan toch maar om het niet te doen. 'Niets. Ik wou gewoon even alleen zijn. Denk ik.'

'Ok.' Ik vind het vreemd dat hij niet doorvraagt. Ach ja, het is beter zo.

Ik strek me uit en vraag of hij mee iets wou drinken in de eetzaal. 'Heel graag.' Is zijn antwoord daarop.

We lopen samen zwijgend naar de eetzaal. Het doet goed om even buiten te zijn en geluiden te horen van stromende rivieren en de wind door de bomen, maar toch is het stil. Ik hou hiervan.

'We nemen dit tafeltje.' Zeg ik.

Het is een tafel aan het raam, ik wil gewoon van het uitlicht genieten. Pas toen ik wou zitten, had ik door dat ik James zijn hand vasthield. Al de hele tijd. Of had hij mijn hand vast? Nee, dit moet een misverstand zijn. Ik doe gewoon alsof ik niets heb opgemerkt en ga zitten.

'Wat moet je drinken? Ik haal het wel voor je.' Zegt James met een veel te grote glimlach.

'Gewoon water is goed.' Terwijl ik hier zit te wachten op James kijk ik uit het raam.

Hoe kan hier alles zo vredig zijn en thuis is er oorlog? Niet aan denken Hailey... Niet doen...

'Hey Hailey, gaat het wel?' Vraagt James aan me.

'Ja hoor, het gaat prima.' Ik probeer een geforceerde glimlach op te zetten. Blijkbaar is hij gelukt.

'Dan is het goed.' Zegt hij tegen me terwijl hij naast me komt zitten.

'Wat heb je nog gedaan met Thomas, Dylan en Oliver?' Vraag ik om een gesprek op gang te zetten.

'Oh, niets bijzonder... We hebben vooral veel gepraat en gelachen.'

'Nou, dat is dan goed hé.' Mislukt. Ik en gesprekken beginnen, dat gaat niet echt tezamen.

Om de een of andere reden moet ik gewoon in zijn ogen blijven kijken. Ik weet niet hoe het komt. Ik moet ook echt de hele tijd denken aan daarjuist. Waarom hield hij mijn hand vast?! Komaan James, begin een gesprek met mij!

'Het is al laat, laten we maar terug gaan.' Zegt hij.

'Goed idee.' We nemen afscheid en gaan dan ieder naar onze boomhut.

'Hailey, waar was jij? Ik dacht dat je binnen zou blijven?' Hoor ik Nina zeggen terwijl ik binnen kom.

'Sorry, James kwam hier en toen zijn we gaan wandelen en iets gaan drinken.'

'En ik moet geloven dat jij niets hebt met James?' Vraagt Rones.

'Waar begin jij nou over?' Vraag ik terwijl ik grote ogen opzet en op mijn bedeinde ga zitten.

'Ja, we hebben je wel gezien hoor. Hand in hand met James. Zeg nou maar dat jullie iets hebben samen.' Dit keer is het Rory.

Zitten ze nu echt om de beurt vragen te stellen? Ik zeg niets, want ik weet het antwoord zelf niet op deze vraag. Heb ik wel gevoelens voor hem? Of hij voor mij? Ik heb geen idee wat ik nu moet antwoorden.

'Nou?' Zeggen ze alledrie tegelijk.

'Ik weet het zelf niet.' Dat is mijn antwoord, kort en bondig.

Ik hoor Rones nog mompelen dat ze aan mij niets hebben, maar ik heb de waarheid gesproken.

Er wordt geklopt op de deur. 'Ik doe wel open!' Roept Rory. Oh nee, hopelijk is het niet Oliver. Ze zijn nog altijd boos op elkaar.

'Het is Thomas!' Roept ze naar ons. Thomas? Wat komt die hier doen? 'Hij verveelt zich en kwam dan maar naar hier!' Roept Rory alsof ze gedachten kon lezen.

Nou, gezellig.

'BOE!!' Roept Thomas naar me. Ik schrik me rot en val van mijn stoel waar ik nu op zit.

'Man, jij liet mij echt schrikken! Hoe durf je dat zelfs te doen! Oh!' En nu liggen die twee nog eens strijk ook. Ik doe de schrik van m'n leven op!

Ik loop naar Thomas toe en geef hem een schouderklopje. Of misschien toch iets harder dan bedoelt was... 'Auw, waar was dat nou voor nodig?' Thomas wrijft over zijn schouder. Rory kijkt me boos aan.

'Omdat je me hebt laten schrikken.' Zeg ik met een glimlach. 'Wat gaan we nu doen?' Ga ik verder.

'Het is zes uur. Misschien moeten we gaan eten. Om tien uur gaan we aan het kampvuur zitten. Jij gaat toch ook mee he? Iedereen gaat al mee.' Stelt Thomas voor.

'Goh, ik weet het toch niet hoor...' Mompel ik.

'Jawel, je gaat mee. Punt uit.' Rory trekt me mee naar buiten om te gaan eten. Oke, ik weet echt niet wat ik van dit kind moet denken.

Dit keer is het puree met worst. Normaal gezien lust ik niet zo graag puree, maar deze is gewoon verrukkelijk. Die jongen kan echt goed koken!

'Ga je vanavond nu mee naar het kampvuur? Het wordt vast heel gezellig.' Vraagt Rones.

'Ja hoor, ik zal er zijn.' Zeg ik met een glimlach.

'Goed zo.' Oh nee, ik zie James. Hij zit aan de tafel voor me. Ik had hem niet eens opgemerkt. Hij glimlacht naar me. Ik zat hem al de hele tijd aan te staren zonder ik het wist.

Ik mis Jace, Liv en Lucas. Hoe zal het met hun zijn? En met mijn moeder? Ze zullen toch nog leven? Ik zit hier zo gezellig, terwijl zij in oorlog leven. Ik wil terug. Ik wil hun nog eens een keer zien.

'He, wat is er aan de hand?' Vraagt Nina.

'Niets. Het is gewoon... Ik mis mijn vrienden. Ik mis thuis.' Floep ik eruit.

'Ik ook. Iedereen wel. Maar wij laten dat gewoon minder zien. Je zal wel zien, dat je je vanavond zal ontspannen.'

'Dank je.' Fluister ik.

'Wat zal ik toch zonder jou moeten doen?' Ik loop naar haar toe en geef haar een knuffel.

'Kom, we gaan ons omkleden en wachten totdat het feestje begint.'

"SafeHeaven"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu