1.3

6 0 0
                                    

Het was alsof het rustige stille huis in één keer weer was gaan leven. Tientallen voeten bewogen zich snel over houten vloeren. En gedempte stemmen schoten heen en weer. Marc ijsbeerde ondertussen door zijn kantoor. "Klootzak" siste hij. Marc was woest en het stoom kwam bijna uit zijn oren zetten. Drie mannen in formele zwarte pakken kwamen de kamer in gelopen. Jonge, aantrekkelijke mannen als Marc vormden een halve cirkel voor hem. Zijn adviseurs hadden de taak om Marc tot orden te roepen gekregen. De middelste man, Steve, nam het woord. "Het is bijna onmogelijk om de brandende olie put te blussen" begon hij aarzelend bang voor de reactie. Maar voor dat Marc kon reageren nam de linker iets wat kleinere en oudere man, Daniël, het woord. "Het gaat ons meer kosten om het te blussen dan dat we er überhaupt aan kunnen verdienen". Waarop de laatste man, Ash, hem aanvult "we kunnen het beter laten uitbranden en ergens anders opnieuw beginnen." Een sarcastische lachje rolde over Marc's lippen gevolgd door de rook van de sigaar. "Nou kwik kwek en kwak hebben een idee hoor" zei hij met en sarcastische grijs. De grijns verdween snel en maakte plaats voor een woeste blik. Het wodkaglas op de salontafel moest het onderspit delven en werd met een harde ram van de tafel afgeslagen. Met een klap spatte het glas stuk tegen de muur. Marc greep met zijn handen in zijn haar en keek naar de mannen. "Oké we laten dit perceel gaan maar de dappere ruiter die hier verantwoordelijk voor is gaat hier voor boeten. Begrepen?" De man maakte geen oogcontact en knikte. Snel verlieten ze de kamer. Een harde noodkreet galde door de kamer terwijl Marc zijn vuist tegen de licht blauwe muur ramde. En op dat moment ging de telefoon over. Marc liep vloekend naar de telefoon en keek naar het nummer. "Ja hoor net als je dacht dat het niet erger kon" mompelde Marc binnensmonds. "Marc" zei hij snel en formeel. "Ha zoon ik moet even wat van je weten" een zachtaardig stem van de andere kant van de lijn. "Wat in godsnaam is er gebeurt op perceel 13?!" de stem had opeens een heel andere intentie. "Nou.." begon Marc. "Je hoeft me in vredesnaam niet uit te leggen wat er gebeurt is dat heb ik zelf ook wel gehoord mislukkeling. Hoe heb je dit kunnen laten gebeuren?!" werd Marc onderbroken door de woede van zijn vader. "Oh vertel het me ook maar niet! Alles waar ik jaren aan gewerkt heb verniel je in een paar weken. Het is ongelofelijk. Echt ongelofelijk." En er werd opgehangen. Marc legde de telefoon op de tafel en keek naar zijn rode knokkels. "DAVID" zijn stem galmde door het gebouw. Binnen enkele seconden melde de grote man zich in de deur opening. "Zet de auto klaar we gaan naar perceel 13". David draaide zich om en verdween in de gangen. Marc liet zich even in de bureaustoel zakken. Achter hem verscheen opeens het geluid van hakken op de pakket vloer. Twee handen met rood gelakte nagels planten zich op zijn schouders en verdwenen in zijn blouse. Hij trok zich los en stond op "even niet" zei Marc nors. Voor hem stond een dame met hoge rode hakken, een net iets te kort strak zwart jurkje en golvend licht bruin haar. Haar boezem was zeer aanwezig en daar had zij geen moeite mee. Marc normaal ook niet maar nu kon hij het er niet bij hebben. "Wat is er Marciee" zei ze met een zeurderig stemmetje en een pruil lip. "Even niet Francesca" zei hij met een frons in zijn wenkbrauwen en liep langs haar de kamer uit. De gang door naar buiten waar de matzwarte Audi voor stond. Marc zetten de zonnebril op en ging achter het stuur zitten. Terwijl hij optrok liet hij enorme stofwolken achter zich. Op naar perceel 13.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Sep 17, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Rain over meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu