Hoofdstuk 4: Tris

223 7 0
                                    

Na de aanval van Tobias ben ik met Christina meteen naar Caleb vertrokken. Hij is toch zo'n typisch erudiet persoon dat op alles een oplossing kan verzinnen? Terwijl we door de gangen lopen, weergalmen onze schoenen op de grond. Ik denk aan mijn korte periode in onverschrokkenheid. Hoeveel maanden is het nu al geleden? Ik probeer ze te tellen, maar ik besef dat ik niet eens weet hoeveel dagen we al in het compound zitten. We zijn bijna bij Calebs kamer wanneer Christina begint te huilen. "Wat is er?", vraag ik. "Het is gewoon... Will", snikt ze. Meteen krijg ik ook een brok in mijn keel. Niet voor Christina, ik heb zelden medelijden. Het is omdat ik weer aan mijn ouders moet denken. Ik weet niet hoe ik haar moet troosten, maar ik weet dat ik toch íets moet zeggen. "Ik ben mijn ouders verloren. Allebei op dezelfde dag." Begin ik. "Het leven is rot en dat weet ik maar al te goed. weet je waarvoor ik het doe? Waarom ik niet gewoon een einde heb gemaakt aan mijn leven?", zeg ik. "Ik doe het voor hén. Zij hebben hun leven gegeven voor mij. Dan moet ik ervoor zorgen dat ze niet zomaar zijn gestorven.". Christina knikt. "Het gaat alweer", en ze duwt de deur van Calebs kamer open. Niet slim, denk ik. Caleb zal weer zo'n domme erudiete opmerking maken. 'Je hebt geweend'. Zo zijn ze wel: iets wat ze niet begrijpen, zetten ze gewoon om in feiten. Maar Caleb zegt er niets over. Hij kijkt haar eerst een paar lange seconden verbaasd aan, maar hij zegt er niets over. Misschien heeft hij toch nog een greintje respect? Ik wuif die gedachte snel weg. Natuurlijk niet, hij wou mij, zijn bloedeigen zus, opofferen voor de wetenschap. "Is er iets?", vraagt hij. Natuurlijk is er iets, anders zouden we hier toch niet zijn?, wil ik zeggen. Maar ik besluit om het niet erger te maken dan het al is. "David weet het." "Weet wat?", antwoordt Caleb. Caleb was toch een erudiet? "Hij weet dat we iets van plan zijn. Iets waarvoor hij bereid is me te vermoorden.", zeg ik. "Hoe weet hij dat? Wie heeft het gezegd?" Ik wil net zeggen dat het Tobias was, maar ik weet dat hij Tobias dan nog meer zal haten, en ruzies zijn niet bepaald hetgene wat ik nu nodig heb. "Dat zijn jouw zaken niet, en ik ben hier niet gekomen om jou tegen andere mensen op te zetten.", zeg ik. "Ik ben hier gekomen voor een oplossing." Caleb zwijgt even. Ik zie dat hij nadenkt. Als Caleb nadenkt, fronst hij zijn wenkbrauwen en lijkt het alsof hij boos is. Maar ik ken hem al lang genoeg om te weten dat hij niet boos is. Hij gaat zitten en blijft nog een tijdje met gefronste wenkbrauwen omhoog. Dan zie ik zijn wenkbrauwen omlaag gaan. "Ik zoek alleen een oplossing als jij me zegt wie het was. Ik zal niet boos worden. Vetrouw me maar." Vertrouw me maar. Ik staar hem aan, en zoek in zijn gezicht enige vorm van sarcasme. "Is dit een grap? Ga jij mij nu even vragen om jou te vertrouwen? Na alles wat je hebt gedaan?" Ik dwing mezelf om te blijven staan. Ik blijf staan voor een oplossing, níet voor hem. Mijn handen beginnen te trillen uit woede en ik voel mijn tranen opkomen. Tranen zijn niet iets waar mijn broer bij betrokkken moet zijn. Cáleb, bedoel ik, want hij is mijn broer niet meer. Ik voel dat ik het niet langer uithoud en loop weg.

********************************************************************************

Terwijl ik door de gangen loop, hoor ik Christina's voetstappen achter me. "Tris?" Ik wil niet dat ze me volgt, dus ik blijf zwijgend doorlopen. "Wacht even, Matthew is hier." Ik heb Matthew helemaal niet nodig. Ik blijf doorlopen. "Tris? Ik heb een oplossing gevonden.", hoor ik Matthew zeggen. Ik draai me om, terwijl ik besef dat mijn gezicht volledig betraand is. Tot mijn grote opluchting zegt hij er niets op. "Kom mee, ik heb een oplossing." Ik loop in een drafje achter hem aan, want hij houdt er duidelijk geen rekening mee dat ik kortere benen heb dan hem. Ik sluit de deur achter hem en sta in de simulatiekamer, even nieuwsgierig als Christina er uitziet. Dan begint hij een uitleg. "Ik heb een paar beelden uit de simulatie aan kunnen passen zodat een persoon die in de simulatie normaalgezien een onbekende hoort te zijn, zogezegd, per ongeluk op David lijkt. Het lijkt dan of het een toevallige vergissing in de simulatie is." Christina kijkt verbaasd en haar Oprechte aard komt weer boven. "Dat kan helemaal niet, wij hebben op school geleerd dat het onmogelijk is om beelden van de simulatie aan te passen." Dat is ook hetgene wat ik heb geleerd en meteen word ik ook nieuwsgierig. Matthew lacht en antwoordt: "Ik kan met een paar technologische toepassingen en pixelbewerkingen voor een hele andere theorie zorgen." Ik begrijp niet veel van zijn uitleg, maar ik ben blij dat we een oplossing hebben. "En David? Wat zegt David ervan?", vraag ik. Het voorval met Caleb heb ik al achter me gelaten en een warm gevoel overweldigd me. Hij komt niet te weten wat Tobias heeft gedaan. "Ik heb hem de beelden nog niet getoond, momenteel gelooft hij ons nog niet." **********************************************************************************

Na de uitleg over de beelden gaan Christina en ik naar buiten. Wanneer we de buitenlucht in wandelen, besef ik hoe hard ik het heb gemist: de frisse lucht, de geuren en kleuren van planten en de simpele dingen zoals het zien van een troepje vogels. Ik denk aan de 3 vogels op mijn sleutelbeen. Op de eerste 2 vogels ben ik trots. Het is een herdenking aan mijn ouders en ik zorg er altijd voor dat ze zichtbaar zijn. Maar de derde vogel brandt op mijn sleutelbeen. Ik mag Caleb dan wel haten, zeggen dat hij mijn broer niet meer is en zelden in zijn buurt komen, hij heeft zijn littekens op mij achtergelaten. Ik zorg er altijd voor dat de derde vogel bedekt is. Christina staart strak voor zich uit en ik zie dat ze naar een opstijgend vliegtuig kijkt. Het vliegtuig laat de vogels opschrikken en ze vliegen weg. Misschien is het karakter of de genen van de mensheid niet de oorzaak van alle problemen. Misschien is het wel de mensheid zelf.

**********************************************************************************"Goed nieuws", hoor ik Matthew achter me zeggen. Mijn hart maakt een sprongetje en zoals ik al hoopte, gaat Matthew verder: "David is er volledig mee weg. Hij wil zelfs het programma aanpassen." Ik lach een beetje met het feit dat David zo naïef kan zijn. "Dat is geweldig!", zegt Christina blij. Ik was nog graag wat buiten blijven staan, maar ik kan niet wachten om het goede nieuws aan Tobias te vertellen. Hij zal zich nu vast heel schuldig voelen.


IVWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu