Hoofdstuk 1

30 6 0
                                    

Een regendruppel zoekt zijn weg naar beneden. Ik zucht en kijk naast me, Liam is in slaap gevallen. Ik heb hem nog nooit zo schattig gezien sinds hij me vroeg. Langzaam opent hij zijn ogen en glimlacht. 'Hey, heb je lekker gesla- ?' ,vraag ik. Verder kom ik niet. Een harde knal klinkt en de bus slingert over de weg. Tiffany begint te schreeuwen. Bryan schreeuwt terug dat ze haar kop moet houden. De chauffeur trapt keihard op de rem. En de bus komt sissend tot stilstand. 'Iedereen rustig blijven zitten, ik ga wel even kijken.', roept meneer Hermans door de bus. Ik kijk hoe hij langzaam uitstapt. Liam kijkt me met grote ogen aan en trekt me dan tegen zich aan. In zijn sterke armen voel ik me langzaam tot rust komen. Meneer Hermans loopt een tijdje gestrest om de bus en roept dan de chauffeur. Ze praten een tijdje over wat ze nu moeten doen. Dan zegt hij dat we onze spullen moeten pakken en hij vraagt of iedereen het goed vind dat we hier in het bos overnachten zodat de chauffeur de kapotte band kan vervangen. Iedereen knikt behalve Jessica, want die denkt natuurlijk alleen maar aan haar nieuwe schoenen. We stappen uit en staan midden in de modder. 'Gadverdamme.',  schreeuwt Jessica. 'Stel je niet zo aan.', roep ik in een reflex. Ze kijkt me aan alsof ze me wel kan vermoorden, niet dat het me iets boeit. We lopen een flink stuk het bos in. Op een open plek stoppen we. Vermoeid leun ik tegen Liams borst aan. Hij slaat zijn armen om me heen en geeft me een kusje op mijn haar. 'De jongens zetten een tent op en de meisjes ook.' 'Wie het eerste klaar is hoeft niet te koken.'Roept meneer Hermans. Meteen begint iedereen door elkaar te rennen en spullen te pakken. Aangezien ik nog nooit een tent heb opgezet besluit ik om hout voor het kampvuur te gaan zoeken. 'Wacht op mij!' Hoor ik Liam roepen. Ik stop met lopen en wacht tot hij mij heeft ingehaald. Speels geef ik hem een duw in zijn zij en zeg 'Verraad je je team nu niet?' Lachend pakt hij me op en legt me over zijn schouder heen. Hij loopt verder met me het bos in. Dan zet hij me neer en drukt zijn lippen op de mijne. Hij slaat zijn armen om mijn middel en trekt me dichter tegen zich aan. Ik duw hem al snel van me af. 'We zijn hier om hout te halen, sukkel.', zeg ik en geef hem nog een duw in zijn zij. Hij lacht en zegt 'Sorry, maar je bent ook zo aantrekkelijk vooral met die vegen in je gezicht.' Ik voel met mijn hand langs mijn wang. 'Er zit helemaal ni-' Nog voor ik mijn zin kan afmaken pakt Liam wat modder en veegt het in mijn gezicht. 'Nu wel', zegt hij lachend. Ik veeg de modder van mijn wang en wrijf het op zijn shirt. Als twee kleine kinderen rennen we door het bos. Ik struikel over een boomwortel en val op de grond. Dan voel ik een steek in mijn knie. 'Liam?!', roep ik, maar er komt geen reactie. Huh.. ik snap het niet hij rende net nog achter me. Ik kijk omhoog en hap verschrikt naar adem. 


Sporen van de DoodWhere stories live. Discover now