Zolang de mens rondzwierf in stammen van maximaal 200 leden, kon het leven op een relatief eenvoudige manier geleefd worden. In kleine groepen is er immers veel sociale controle, wat er onder andere voor zorgt dat er niet zoveel regels en normen nodig zijn om de orde te handhaven. Eenvoudige mythes en sagen zorgden voor de moraal en een kleine kerngroep ouderen beslisten over het dagelijkse reilen en zeilen van de gemeenschap. Dit is geen romantisering, maar gewoon een gevolg van een wiskundige eigenschap. In kleine hooibergen is het makkelijker spelden vinden. Of nog: Rotte appels zijn makkelijker te lokaliseren en te verwijderen uit een mand van 200 dan uit een berg van 10 miljoen.
Na de laatste ijstijd begon geleidelijk de eerste grote bevolkingsgroei. Toen met de landbouw de aantallen exponentieel begonnen toe te nemen ontstonden allerhande nieuwe problemen. Nederzettingen werden groter en dankzij de wiskunde van grote getallen werd het steeds moeilijker om deze met een handjevol oudjes, slechts gewapend met mythes en sagen te bedwingen. Je kunt het een beetje vergelijken met één Border Collie die een kudde van duizenden schapen zou moeten drijven.
Om een lang verhaal kort te maken, van dorpen kwamen stadstaten en van stadstaten de eerste grote rijken, zoals Sumerïe en het oude Egypte. Deze eerste zogezegde beschavingen hebben een aantal kenmerken die hun fundamenteel doen verschillen van stammen. Zo is er een sterke politieke hiërarchie, een legermacht, rechtspraak, belastingsinning en bovenal een moraal die afgedwongen wordt door een religie. Zonder deze kenmerken zou het wellicht onmogelijk geweest zijn een groot rijk zoals Egypte samen te houden.
De grote wereldgodsdiensten zijn met andere woorden ontstaan uit noodzaak, om grote groepen mensen in de hand te kunnen houden. Eén van de betekenissen van het woord Thora, de Joodse religieuze geschriften, is dan ook 'wet'. Het woord is hier letterlijk de wet. De vervanging van mythes en sagen door godsdiensten is één van de meest bepalende gebeurtenissen geweest in de geschiedenis van de mensheid. In essentie heeft deze evolutie de mens omgevormd van natuurlijk wezen tot potentïele zondaar of misdadiger. In het latijn zegt men immers: "Nullum crimen sine lege". Er is geen misdrijf zonder wet. Zo veranderde de manier waarop we als mens tegen onze eigen handelingen aankeken mee met de samenleving.
Misschien vraagt dit iets meer verduidelijking: In afwezigheid van wetten en normen is er slechts gedrag. Doding is schering en inslag in de natuur, maar moord bestaat niet. Vanaf het moment dat er een norm opgesteld wordt of een wet uitgevaardigd, kun je deze overtreden. Dit is echter slechts de eerste stap in een proces. Eenmaal een norm of wet ingeburgerd is wordt, bestaat de mogelijkheid dat ze door de mens verinwendigd wordt. Nu wordt het niet alleen iets wat niet mag, maar ook iets wat je niet hoort te doen. Dat is een groot verschil! Want hieruit kan een taboe ontstaan. En uit een taboe dan weer een verlangen. Het meest evidente voorbeeld van dit mechanisme is het verband tussen het celibaat in de Katholieke kerk en het sexueel misbruik van kinderen.
Omwille van dergelijke mechanismen ontstaat in grote samenlevingen een paradox. Om de maatschappij te ordenen is enerzijds een veel strengere moraal nodig dan in een kleine stam. Anderzijds blijkt de individuele mens in een grote maatschappij minder in staat om de strengere wetten en normen consequent na te leven. Omdat ze zo streng en talrijk zijn en omwille van het gebrek aan sociale controle. Op deze manier ontstaat hypocrisie. Van alle Westerse Landen tellen de V.S. wellicht het meest gelovige burgers. De gepredikte moraal is er dan ook ontzettend hoog. Huwelijk en gezin zijn er heilig, een tepel op TV ondenkbaar en onze jeugdeuthanasiewetten worden er weggezet als kindermoord. Tegelijk is de porno-industrie de grootste ter wereld en wordt er nergens meer overspel gepleegd en doodgezwegen.
Hypocrisie gaat hand in hand met intellectuele oneerlijkheid en flagrant bedrog. Welcome to the world of make believe!