hoofdstuk 18

31 3 0
                                    

Ik lig in bed. Ik stap mijn bed uit en loop naar het raam. Het is warm dus ik doe de gordijnen en het raam open. Het is nog donker buiten. Hoelaat zal het zijn? 2.46 uur. Waarom ben ik nu wakker? Wat is er gebeurd. Ik ga weer in bed liggen en probeer te slapen. Maar het lukt niet. 

Ik krijg ineens een hele drogen keel dus ik loop naar beneden om een glaasje water te pakken. Ik probeer een lichtje aan te doen dus ik tast naar links. Auw! mijn linkerarm! Ik probeer het met mijn rechterarm. He?! Ik voel allemaal draatjes. Waar ben ik?! 

Ineens gaat een lichtje aan. Er komt een verpleegster naar me toe. He?! Verpleegster?! Waar ben ik?? Een ziekenhuis?! 'Ah je bent wakker' zegt de verpleegster. Waar ben ik?' vraag ik.'Je bent in het ziekenhuis, je was gevallen in het water en je linkerarm en been zijn ernstig gebroken. Ja zal hier een paar maanden moeten blijven om te herstellen want je kan niet naar huis i.vm. je gebroken been.' 

'Waarom niet?' vraag ik als ze eindelijk klaar is met praten. 'Je komt morgen in een rek te hangen.' Ineens krijg ik een bang gevoel. Een rek? Gebroken? Hier blijven? De woorden duizelen door me heen. 'Ik snap dat je het lastig vindt en dat je graag naar huis wil maar je bent hier in goede handen.' 

Ach rot toch op denk ik ik wil gewoon... Ik weet het eigenlijk niet. De enige die ik heb is Sterre. Ja ook Tante Inge maar ja..

Ik weet het niet meer. 


Whuut!?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu