Proloog

21 1 2
                                    

'En hoe kunnen wij dit realiseren? Vraagt u zich natuurlijk af. Wel daar heb ik het antwoord op.'

Hij hief zijn rechterarm de lucht in wijzend naar het spandoek boven hem en gaf de mensen even tijd om het te lezen. ' Een nieuwe verbeterde toekomst! En dat kan ik u geven, aan de hand van een nieuwe technologie.'

Hij wachte enkele seconden totdat de woorden waren doorgedrongen en ging daarna met theatrale bewegingen verder. 'Ons bedrijf heeft met die nieuwe technologie een test gecrëeerd. Een test om de mensheid te verbeteren! Een test voor het maken van de ideale mens!'

Verwonderde kreten onder het publiek. Om nieuwsgierige vragen voor te zijn vervolgde hij al vlug zijn toespraak.' De test bestaat uit verschillende onderdelen. Elk onderdeel staat voor een eigenschap van de ideale mens! Zo crëeren wij het perfecte ras en de perfecte wereld!'

Zijn beide armen schoten de lucht in. ' Hoopt u op een betere toekomst? Stem dan op mij.'

Hij haalde zijn plastic glimlach tevoorschijn voor de foto, trok zijn jasje recht en beantwoorde nog enkele vragen van de opdringerige journalisten. Tot slot glimlachte hij beleeft en verliet de zaal.

Eenmaal in zijn vertrekken gearriveert kwam zijn gewoonlijke norse uitdrukking terug. Zijn kaken begonnen al pijnlijk te zeuren door al dat geglimlach. Straks bleef zijn mond nog zo staan.

'Charles, mijn spullen.' Commandeerde hij zijn assistent afgemeten. Met zijn ogen volgde hij die zijn onhandige handelingen. 'Was iedereen maar zo dom als hij. ' Dacht hij grimmig. ' Dan had ik niet zo veel moeite moeten steken in die onozele campagne.'

'Maar ach, alles gaat volgens plan.' Hij gniffelde. Alleen nog zien dat hij de meeste stemmen kreeg en hij was binnen. Vanaf daar zou alles vanzelf gaan.

Hij trok de mouw van zijn peperdure jasje omhoog en las de tijd op zijn al even dure uurwerk. 'We komen nog te laat! Dat interview heeft veel te lang geduurt!' Hij wierp een blik op zijn assistent die nog steeds haastig alles bij elkaar raapte.

'En haast je wat!!' Van schrik struikelde de arme jongeman over zijn eigen voeten en viel met zijn gezicht languit op het tapijt.

Dit was de druppel. ' Laat ook maar!' Gromde de ander. ' Ik kan alles ook beter zelf doen!' Hij spuugde de woorden woedend in het gezicht van de jongeman daar op de grond, pakte zijn tassen met een heftige snok van de tafel en stoof de deur uit, de totaal overrompelde assistent achter zich latent.

De autodeur trok hij met een knal achter zich toe. Veel te hard naar de zin van de chauffeur, maar die had het al lang opgegeven. Voor deze man kwam alle hulp te laat. Een sorry zou hij toch nooit krijgen.

Dus zuchte hij alleen maar, starte de motor en reed richting Het Paleis, waar een belangrijke vergadering over enkele ogenblikken van start kon gaan.

Hij stormde de trappen op, gooide zijn zware winterjas richting de vestiare en rende door naar de derde verdieping.

Hoe dichter hij bij de vergaderzaal kwam hoe langzamer hij ging lopen. Terwijl hij zijn ademhaling weer onder controle probeerde te krijgen streek hij enkele keren zijn donker bruine haar naar achter en depte het zweet van zijn voorhooft met een zakdoek. Als laatste zuchte hij nog eens diep, trok zijn jasje recht en opende de deur.

De grote ramen van het vertrek lieten de grauwe, grijze winterhemel zien en het strakke zwarte meubilair gaf een streng gevoel.

De figuren die er zaten maakten het er niet beter op. Allemaal strenge norse mannetjes en vrouwtjes die stijfjes op hun stoel zaten en alleen maar in rechte lijnen konden lopen.

Ze staarden hem allemaal aan. 'Goedemiddag.' Zij hij met een knikje. Geen antwoord. Hij stapte vlug door naar zijn plaats aan het hoofd van de lange zwarte tafel die speciaal voor hem vrijgehouden was. Hij liet zich stijfjes zakken en keek naar de mensen die links en rechts van hem zaten en hem nog steeds afwachtend aanstaarden.

Hij mocht ze niet. Nee, erger nog. Hij verafschuwde hen. Hij haatte de mensen die hij voor zich zag. Zulke, altijd uit de hoogte doende snobs die altijd alles beter wisten en dachten dat ze belangrijk waren.

Wel, dat waren ze in zekere zin. Zonder hen had hij dit project niet kunnen realiseren. Maar het duurde niet lang meer. Hij had ze niet lang meer nodig. Nog eventjes en hij had alle touwtjes in handen. Hij bedacht wel nog iets vermakelijks om van ze af te komen.

Met deze gedachte in zijn achterhooft zette hij nog een laatste toneeltje op. Hij glimlachte vriendelijk naar zijn collega's. ' Goed mensen.' Zij hij terwijl hij zijn map opende en enkele papperassen rangschikte. ' Laten we alles nog een laatste keer doornemen en daarna kunnen we starten met het opbouwen van onze ideale wereld.'

Een nieuwe wereldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu