Trust.|| 5sos AU||Nederlandse vertaling.

Hoofdstuk 8|| wolf.

|Michaels pov|

Ik word wakker met mijn armen boven mijn bed hoofd.
Geboeid.
Ik probeer ze los te trekken.
"Nou, Michael, dat gaat je helemaal niet helpen."
Luke
"Wat wil je?" Snauw ik.
Hij grinnikt.
"Wat ik wil? Nee. Meer wat Ashton wilt, Ashton vind Jenn leuk, zie je, en de enigen manier om te zorgen dat zij hem ook Leuk vindt. Is door haar dit te geven."
Hij houdt iets omhoog wat er uit ziet als een spuit.
"Dit spul zal zorgen dat Jenn tot haar oren verliefd word op Ashton. Het enigen wat we nodig hebben, is iemand om dit bij haar naar binnen te krijgen."
Ik schud mijn hoofd.
"Nee"
"Je hebt geen keus"
Hij spuit een prik in mijn arm. En ik beginnen duizelig te voelen.
"Je zal gauw alle controle van je lichaam kwijt raken."
Ik viel weg.

|Jenns pov"
We zijn aan het wandelen voor een paar uur nu, en mijn benen beginnen het te begeven. Ik heb niks te eten gehad in 24 uur.
"Calum kunnen we rusten?''

''yeah''

Hij gaat zitten op een boomstronk.

''Heb je honger?''

Ik knik. Hij pakt iets op wat op een bloem lijkt, en geeft het aan me. IK maak een raar gezicht.

''eet het gewoon, ik beloof dat het goed voor je is.''

Ik neem een bijt er van en kauw er een beetje op.

niks.

''het smaakt naar niks.''

hij lacht.

''Dat is het punt.''

Ik sla hem speels op zijn schouder. We horen takken breken. En we zijn meteen stil. Het komt van achteren. We draaien ons om.

Een hert.

Calum maakt een sein met zijn handen dat we stil moeten zijn. Hij staat langzaam op en loopt naar het dier toe. Het dier likt hem. Hij maakt een gebaar met zijn hand dat ik ook moet komen. Ik loop er langzaam heen. En aai de kop van het beest.

Dit is het meest vredige ding wat ik deze week heb gedaan.

Nog meer takken breken en een gigantische grom. calum gaat voor me staan. Een berg leeuw komt naar buiten. Zijn tanden bloot.

''loop langzaam naar achter.''

We zijn zo'n 1,5 meter verwijdert van het hert, waarneer de grote kat achtige op het hert springt en het verscheurt.

''we moeten veder lopen''

krak

calum draait zich om.

''niet bewegen, Jen''

''wat is het?''

''een wolf''

Ik hoor het gegrom uit zijn mond komen. Ik draai me om. Het begint naar ons toe te rennen. Het gaat allemaal zo snel. iets raakt de wolf. En de wolf valt op de grond. Calum was voor me. Een ander schot en de wolf is dood.

''dat was close, niet?