Geeuwend word ik wakker. Ik heb echt geweldig geslapen! De zon schijnt binnen door de gordijnen en ik voel me net als een Disneyprinses. En zoals het een Disneyprinses behoort, zing ik spontaan een liedje terwijl ik mijn kamerjas omsla. Nu nog mijn voeten in mijn wollen pantoffels schuiven en ik ben klaar om te ontbijten. Huppelend loop ik de trap af en met een grijns duw ik de eetkamerdeur open.
'Goeiemorgen iedereen!'
Al snel zie ik dat Jasper er echter wat minder wakker uitziet. Hij trekt een grimas die moet doorgaan voor een glimlach en roert lusteloos in zijn muesli. Lachend ga ik naast hem zitten.
'Wat ben jij opgewekt', zegt mama.
Ik werp haar een handkus toe en ga verder met eten. Dit is een heerlijke ochtend!
'Ben je klaar voor de nieuwe school?', vraagt papa voorzichtig.
En BAM, daar gaat mijn fantastisch gevoel. Die ene zin heeft een knoop in mijn maag gelegd en de ochtend is plots niet meer zo heerlijk.
'Zie ik wel', antwoord ik vaag en ren de trappen op. In mijn kamer staat Anna mijn bed alweer op te maken.
'Ik heb al kledij klaargelegd als het voor u okee is. Maar u kan nog altijd iets anders uitzoeken hoor!', informeert ze me. Ik lach en loop naar de kaptafel. Over het zitbankje hangt een lichtblauwe saloppete, een witte tshirt en een roze gebreide trui.
'Het is perfect', zeg ik tegen Anna en ik verdwijn in mijn eigen (!) badkamer. Snel douche ik me en kleed me aan. Deze kleren staan me echt geweldig! Ik laat mijn nog vochtige krullen op mijn schouders vallen en werp nog een blik in de spiegel voor ik mijn kamer weer binnenloop. Mijn tas staat al klaar op mijn bed. Uit mijn schoenenkast kies ik bruine korte botjes met een hak. Na een blik op mijn uurwerk ren ik naar beneden en neem afscheid van mijn gezin. Omdat ik nog geen rijbewijs heb neem ik de scootersleutels. En weg ben ik.~☆~☆~☆~
De bel gaat als ik het schoolplein oploop. Een opgelucht gevoel overvalt me, ik hoef nu immers niet helemaal alleen te staan! Na me aangemeld te hebben loop ik naar mijn eerste les: Spaans. Aarzelend kom ik de klas binnen. 'Gaat u daar maar zitten, juffrouw', wijst de leerkracht me een plaats toe. Haar vinger toont een stoel helemaal vooraan in het lokaal. Dan hoor ik overal gefluister. Ben ik zo raar? Met opgegeven hoofd loop ik naar mijn plaats: ik laat me niet doen!
'Mevrouw, mag ze niet hier zitten?', klinkt plots een stem van achteraan. Ik draai mijn hoofd met een ruk om en zie een knappe jongen zitten. Aan de boze blikken die ik van meisjes toegeworpen krijg is hij blijkbaar ook best populair. Ugh, ik walg van bad boys. Met een klap ga ik zitten en gooi mijn tas op de grond.
'Hey, ik ben Jace', zegt de jongen en hij steekt zijn hand uit. Ik schud hem en zeg: 'Lissa, aangenaam.'
'Ben je nieuw?', vraagt hij.
'Duh, waarom krijg ik anders nu pas een plaats?', antwoord ik.
Een paar jongens verderop lachen stilletjes. Zo, nu zien ze dat ik niet met mij laat sollen. Jace kijkt me met opgetrokken wenkbrauwen aan en zegt: 'Schoonheid, er is geen reden om van je af te bijten. Ik vroeg het alleen uit interesse.'
'En waarom zou jij interesse hebben?'
'Wie heeft er nu geen interesse in een eenzame pracht van een meid?', knipoogt hij en dezelfde jongens van daarnet fluiten zachtjes. Ik rol met mijn ogen en haal mijn map uit. Zo'n versiertrucks werken niet op mij, maar hij kan altijd proberen.Even later voel ik plots een hand in mijn zij. Ik draai me met een ruk om naar Jace en duw hem weg. Wat denkt hij wel?
'Waarom schuif je niet wat dichter, liefje?', fluistert hij.
Ik negeer hem en volg verder met de les.~☆~☆~☆~
'Hey nieuwe, hierheen!'
Geërgerd kijk ik om.
'Wat?', roep ik terug. Ik loop naar een onbezet tafeltje in een uithoek van de kantine en plof neer. Uit mijn ooghoek zie ik Jace rechtstaan. Hij komt mijn kant uit. Ugh. Met een zwaai gaat hij op de stoel naast mij zitten.
'Geen vrienden om bij te zitten?', plaagt hij. Damn, daar kan ik inderdaad niets op zeggen.
'Liever alleen zitten dan met jou', probeer ik toch. Hij trekt een wenkbrauw op en lacht.
'Kom op schatje, je voelt je nu al aangetrokken tot mij. Ik zie het in die mooie blauwe ogen van jou.'
Ik rol met mijn ogen en haal mijn broodje uit m'n rugzak. Hij schuifelt onrustig.
'Zeg uhm, wil je niet eens uitgaan met mij?', vraagt hij met duidelijk zichtbare zenuwen. Ik lach.
'Oh Jace, zijn dat nou zenuwen? Je bent schattig met rode wangetjes', spot ik terwijl ik in zijn wangen knijp. Snel slaat hij mijn hand weg en staat op. En vlak voor hij wegloopt, fluistert hij: 'Ik krijg je wel, wacht maar af.'
Een koude rilling loopt over mijn rug.
'Oh mij god, dat was Jace!'
Een meisje met een roste paardenstaart staat achter me. Het is geen spuuglelijk feloranje, maar mooi lichtrost. Ze kijkt me aan met glinsterende ogen en een brede glimlach.
'Euhm ja, ik denk het wel', antwoord ik haar.
'Oh ja, ik ben trouwens Lexy', stelt ze zichzelf voor.
'En ik ben Lissa', glimlach ik. Ik knik dat ze op de stoel naast mij mag komen zitten.
'Dus, vertel eens, wat kwam hij doen?', vraagt ze nieuwsgierig.
'Oh niets speciaals, hij kwam me uitlachen omdat ik geen vrienden heb.'
'Kom dan toch gewoon bij ons zitten!', gebaart ze naar haar vriendinnen een paar tafels verder. Ze trekt me omhoog en sleurt me mee.
'Hallo!', zeggen ze allemaal in koor.
Ik glimlach: zo'n lieve meiden!
'Ik ben Lissa', stel ik mezelf voor. Daarna stellen ze zichzelf allemaal voor en beginnen ze met vragen stellen.
'Wat deed Jace bij jou?'
'Waarom ben je veranderd van school?'
'Waar woon je?'
Ik beantwoord ze allemaal een voor een en wanneer de stroom net gestopt is klinkt het belsignaal. Samen met een van de meisjes, Margot, loop ik naar het lokaal van wiskunde. Ze volgt dezelfde richting als ik, dus nu hoef ik niet meer te zoeken naar de lokalen. Ik open de deur en meteen klinkt overal gelach. Achteraan zie ik Jace met zijn Iphone zitten. Hij toont zijn scherm en zegt: 'Twee mooie varkentjes op een foto.'
Ik gris de telefoon uit zijn handen en bekijk het. Nee he, het is een kinderfoto van mij met een varkentje. Er hangt een druppel snot uit mijn neus en er zitten moddervegen op mijn gezicht.
'Waar heb je dat nu weer gevonden?', vraag ik hem.
'Op facebook vind je alles', grijnst hij.
Ik vloek. Margot trekt aan mijn arm en samen gaan we zitten aan een vrije bank. Uit mijn ooghoeken zie ik Jace de foto met veel trots aan iedereen tonen.
'Trek je er niets van aan, dat doet hij altijd om de aandacht van een mooi meisje te trekken', stelt Margot me gerust.
'Maar waarom doet hij het dan bij mij? Ik ben toch niet zo speciaal?'
Ze zucht. 'Niet zo bescheiden zijn, iedereen ziet dat jij een echte schoonheid bent. Ik zag vanmiddag de trutten jaloers naar jou kijken', verteld ze me. Ik glimlach. Dan komt de leerkracht binnen.
'Goeiemiddag leerlingen', groet hij ons. Hij is een man van middelbare leeftijd met een grote snor.
'Meneer, mag ik naar het toilet?', hoor ik Jace vragen.
'Nu al? Het was net middagpauze', zucht de leraar.
'Ik moet echt heel nodig', probeert hij hem te overtuigen. Met een knik geeft de leerkracht hem toestemming. Hij grijnst breed en loopt het lokaal uit.'Juffrouw Adams, ga even kijken waar Jace blijft', beveelt meneer Vandevelde. Ik knik en sta op. Godverdomme, heeft hij me weer mooi geflikt. Snel loop ik de trappen op.
'SHIT!'
Ik deins achteruit. Voor me ligt Jace bewusteloos op de grond. Ik kniel neer en schud eens aan zijn schouder, maar hij reageert niet. Ik voel in mijn broekzak om mijn gsm uit te halen, maar merk dat ik hem niet bij heb.
'Shit shit shit!'
Ik ren het eerste klaslokaal binnen dat ik tegenkom en neem de leerkracht even mee. Onderweg naar Jace leg ik uit wat er aan de hand is.
'Oh, ik zal vlug een ambulance bellen...', zegt de leerkrachte. Snel typt ze het noodnummer in en verwittigt de hulpdiensten.
'Kom op Jace, word wakker alsjeblieft. Als je wakker wordt ga ik wel eens met je mee op date', probeer ik hem wakker te krijgen. En het werkt. Serieus? Ik heb alles geprobeerd om hem bij bewustzijn te krijgen, en precies nu lukt het.
'Meen je dat?', vraagt hij zwakjes.
'Voor de volle honderd procent', beloof ik hem. Lissa, wat haal je je nu weer in het hoofd?! Hij glimlacht naar me, maar al snel vertrekt zijn gezicht van de pijn.
'Lissa, het doet zo'n pijn', fluistert hij.
'Ik weet het, rust maar. De ambulance zal hier meteen zijn', stel ik hem gerust.
'Ik ga nog even slapen, Liss', zegt hij, waarna hij zijn ogen sluit en zijn lichaam slap wordt.
JE LEEST
Ik haat je tot de maan en terug
RomansaLissa is een doodnormaal meisje van 17, totdat haar ouders de lotto winnen en verhuizen naar een gigantische villa in de buitenwijken van Gent. Omdat de alledaagse dorpsschool niet paste bij hun 'nieuwe status', wordt ze verplicht naar de grootste s...