Gepest

3

Toen ik wakker werd lag ik ergens. Ik weet niet precies waar. Het enige wat ik me nog kon herinneren is dat ik een kut leven heb. Meer niet.

Toen ik weer wakker werd zat er een vrouw en een man naast me bed te huilen. Ook zaten er andere mensen. Ik herinner het me al. Die aan het huilen zijn, dat zijn mijn ouders. "Mam, pap". Zij ik zachtjes. Iedereen keek me aan. Ze waren zo te zien blij dat ik nu wakker ben. Toen herinnerde ik me alles.

Mijn ouders vroegen: 'wij weten wat er gebeurt is. Precies. Maar kun je het ons vertellen?' "Ja" zei ik. "Ik word dus al dit hele schooljaar gepest. Heel erg. Ik heb helemaal geen vrienden. Ook op de basisschool werd ik gepest, geplaagd". Mijn moeder keek naar iedereen. Ze schudde haar hoofd en antwoordde: "weer je hoe belangrijk het is dat wij hier op de hoogte van zijn? Wij wisten dit dus echt niet! We praten er later over.' Je mag straks naar huis".

Toen ik thuis was keek ik in de spiegel op de gang. Ik zie paar schrammetjes naast mijn ogen. Ik zie Eem bult op mijn voorhoofd. Mijn neus is gebroken. (Die zit trouwens schuin). En mijn knie is gekneusd. Wat ze wel niet allemaal hebben gedaan. Ze maken andere gewoon kapot. Ik wou dat ik niet leefde.

Mijn moeder kwam huilend naar me toe. "Ik heb naar het meisje alles gevraagd. Ze was eerlijk. Ze zei ook dat het komt om wat je aan doet en hoe je bent'. Ik zei hardop:" nou wat denk je zelf? Kijk hoe ik erbij loop. Dat is gewoon het reden! Dus stil en laat me met rust! Ik haat het, ik haat alles, ik haat mijn leven." Ik kreeg al snel spijt van wat ik zei. Mijn moeder zei: "je wilt toch niet zeggen dat je je kleding stijl wil veranderen voor die krengen he!' Ik zei:'jij snapt er ook niks van he, dat is mode. Ik heb me al zo lang ingehouden over mijn kleding. Ik schaam me dood!' Mijn moeder liep uit mijn kamer en ik ging op mijn bed liggen.

Toen het 1 uur 's nachts was, hoorde ik dat mijn ouders al sliepen. Iedereen sliep. Behalve ik. Ik pak snel wat uit mijn spaarpot. Het enige dat ik kan vinden is €20,00. Ik ging rustig de trap af. Ik pakte een flesje water uit de koelkast. Ik deed mijn regen laarzen aan. Ik deed mijn jas aan en deed de deur zachtjes open. Het regende. Heel hard. Maar ik ga weg. In het bos leven. Doei huis. Ik deed de deur achter me dicht en liep in het donker weg. Opzoek naar een plek waar alleen ik kan zijn.