2. opa verteld verder

46 5 2
                                    

Zodra iedereen een koekje heeft gaat opa verder met zijn verhaal. "Iedereen lag dus nu in zijn bed en kathelyn wachtte nog even totdat iedereen sliep."
{Uit de ogen van kathelyn}
Nu iedereen slaapt kan ik eindelijk gaan. Want vandaag is de grote dag! Ik heb besloten om vandaag weg te lopen uit dit vreselijke weeshuis op naar de vrijheid ik maak ergens wel een hutje waar ik mijn eigen groente en fruit ga oogsten, ergens heel afgelegen van de rest van de wereld. Ik pak mijn rugzak onder mijn bed vandaan en loop naar mijn eigen kleine kastje. Deze doe ik open en alle spullen die daarin liggen doe ik in mijn rugzak. Daarna loop ik weer naar mijn bed toe en doe ik mijn kleren aan. Mijn pyjama en het deken die op mijn bed ligt stop ik ook nog even in mijn rugzak. Ik loop nog even naar de keuken toe en pak wat te drinken en te eten.
"Maar hoe kwam ze dan buiten?" vraagt lisette. "Nou" vertelde opa "alle meisjes kregen altijd 10 minuten pauze dan mochten ze even naar buiten toe, maar om ervoor te zorgen dat de meisjes dan niet weg gingen lopen, stond er een heel groot hek om de tuin heen van zo'n 3 meter hoog. Een paar dagen geleden had kathelyn ontdekt dat er een klein gat in het hek zat, ergens in een hoekje. Waarschijnlijk had een dier dat gedaan, maar alleen kathelyn wist dat dat gat daar zat. Verder helemaal niemand. Ze besloot dan ook om het aan niemand te vertellen."
{Uit de ogen van kathelyn}
Jes eindelijk! Ik sta buiten, buiten de hekken en muren van dat huis, dat vreselijke weeshuis. Ik bekijk op de kaart die ik heb gevonden welke kant ik op moet, als ik naar de grote hei toe wil gaan moet ik links af. Ik stop de kaart weg en ga links af.
{Uit de ogen van de onbekende)
Ik mis iets
Ik weet niet wat
Maar ik mis iets
Je zou zeggen,
Je hebt toch alles?
Familie
Geen armoede
Je kan naar school
Maar ik mis toch iets
En ik weet niet wat

{Uit de ogen van kathelyn}
(Na een paar uur)
Ik viel dat ik moe word heel moe. Maar ik kan nog niet slapen toch? Ze zullen snel ontdekken dat ik weg ben. Om half 6 waarschijnlijk, want dan maken ze ons altijd al wakker, en zodra ze ontdekken dat ik weg ben, moet ik al ver weg zijn! Maar ik kan echt niet meer. Opeens zie ik in de verte een schuurtje. Ik loop er snel heen. Het schuurtje ziet er verlaten uit, het is klein maar ik zou er wel de nacht kunnen doorbrengen, als de deur open is dan. Ik druk de deurklink naar beneden. Niks. Op slot. Opeens zie ik een losse plank. Voorzichtig haal ik de plank weg. Daarna nog 1 en nog 1. Totdat ik het schuurtje inkan. Daarna zet ik de plankje weer terug. In de hele schuur ligt allemaal hooi ik pak wat bij elkaar en maak er een klein bedje van zodat ik erop kan liggen. Heerlijk! Zodra ik lig val ik ook al snel in een fijne, rustige slaap. De volgende dag word ik wakker, door gebons op de deur. "Kathelyn!" het is de stem van henny een van de juffen bij ons weeshuis "we weten dat je hier zit!" ik schik, hoe weten ze dat? Opeens zie ik het hoekje in de schuur ik pak mijn tas en ga in het hoekje zitten daarna schuif ik de hooibalen om me heen om me te verstoppen. "Doe de deur open!" schreeuwt henny. Ik antwoord niet. Nadat er wat gemompel is geweest wordt de deur open geramd ik kijk door het kleine gaatje heen die tussen de 2 hooibalen loopt. Het is de landelijke politie. "Nou mevrouw" zegt één van de agenten. "Niks te zien" "maar ik weet zeker dat ze hier moet zijn" zegt henny. Opeens valt er een hooibaal om. Met zijn drieën tegelijk kijken ze richting de kant waar alle hooibalen staan, en waar ik dus zit. één van de agenten loopt erheen om te kijken hoe het kon dat de hooibaal omviel. Ik knijp mijn ogen dicht oh alsjeblieft ontdek mij niet!

Hoe vinden jullie het verhaal tot nu toe?

Kathelyn BrookeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu