Ik hoorde de achtergrondstemmen langzaam aan duidelijker worden. Mijn ogen openden opnieuw en toonden me een vaag beeld. De stemmen bleken een conversatie te houden. In een van de twee herkende ik Hileode's kille klankkleur. Ook de andere, een zachte en liefdevolle stem had een toon van herkenning voor me in de oren, hoewel ik er niet direct een naam op kon plakken. Mijn beeld werd scherper en twee schimmen veranderden langzaam in twee lichamen. Mijn hand tegen mijn hoofd houdende ging ik rechtop zitten. Het ene lichaam zat neer op een stoel op het einde van het bed waar ik bleek in te liggen. Het andere lichaam stond recht op een afstandje van de andere verwijderd. Ik bekeek het gezicht van het zittende lichaam en herkende Hileode's trekken. Zijn glimlach liet me opgelucht voelen, wetende dat hij oké was na de zandwoestijn. Mijn blik wende af naar het andere lichaam aan het uiteinde van het bed. Lange gouden lokken, grijs-blauwe ogen en een liefdevolle aura. Ze droeg een hemelblauw kleed met zilveren randjes. Blauwe hair extensions en de grijs-zilveren oogschaduw pasten perfect bij haar. Haar gelaat was een werk van kunst. Op haar rug bevonden zich twee witte vleugeltjes, beiden met gouden versiersels. Haar huid was bleek en tegelijkertijd warm toen ze haar hand op de mijne legde. Haar glimlach was oprecht terwijl haar ogen in de mijne keken. "Hoe voel je je?", vroeg haar zachte en aangename stem me. Een kleine kreun kwam van tussen mijn lippen vandaan, gevolgd door het woord : "Beter." Het ongekende en toch gekende meisje gaf me nog een andere glimlach en een klein knikje. "Wat is er gebeurd?", vroeg ik met wat moeite. "Nadat we het grasveld hadden bereikt vielen we beiden bewusteloos wegens uitputting en uitdroging. Painkiller is degene die ons gevonden heeft en meenam naar haar woning, verscholen in de overgang", sprak de kilte van Hileode terwijl hij een knikje gaf naar het meisje. Painkiller, dat was dus haar naam. Ik bekeek haar glimlachend aan. Haar ogen straalden onder het kunstlicht van de lamp. Ik keek naar juist boven haar hoofd, naar waar ik dacht een aureool te zien, maar er was geen. Haar zachtaardige stem bleef door m'n hoofd spoken. Ergens kwam het me bekend voor, het lag op het puntje van m'n tong. "Gaat het?" Ze wekte me uit m'n gedachten. Ik knikte vriendelijk. "Gewoon aan dingen aan het denken." Ze giechelde wat en ik begon te blozen. "Niet te veel denken, hé." Ik voelde mezelf warm worden diep vanbinnen. Hileode bleek dit echter te merken want hij keek naar me met een grijns op zijn gelaat. "We laten hem even rusten", verstoorde zijn kilte het momentje dat ik had. Painkiller knikte en gaf me nog vlug een glimlachje voordat ze de kamer uitliep, gevolgd door Hileode's schaduw.
Na nog een dutje te hebben gedaan kroop ik voor het eerst in uren terug uit het bed. Eerst dacht ik door mijn benen te gaan, maar al gauw vond ik de kracht in mijn spieren terug en voorkwam de val. Slepend bereikte uiteindelijk de woonkamer van het kleine huis. Buiten een benedenverdieping was er niet veel, geen andere verdiepingen. Hileode leunde tegen de keukentafel in het kleine keukentje. Voor het eerst in tijden zag ik hem lachen. Er was een vleugje plezier te zien tussen zijn kleurrijke irissen. Painkiller zat op het aanrecht tegenover hem. Ze glimlachte naar me toen ik binnenliep. "Heb je goed geslapen?", vroeg haar zachtaardige stem me. Ik knikte kleintjes, haar stem hield me in trance. Dat was haar stem niet alleen, haar uiterlijk en persoonlijkheid ook. Opnieuw voelde ik me warm worden vanbinnen en even leek het alsof m'n hart een sprongetje maakte op het moment dat ze me recht in de ogen keek. Ik voelde mijn kaken gloeien en staarde bedeesd naar de grond. Hileode giechelde en liep de kamer uit fluisterend in mijn oor : "Ik geef jullie wat privacy." Zijn schaduw verdween achter hem door de deuropening. Ik ging zitten op een krukje tegenover wat ik dacht dat een engel was. Ze glimlachte. "Ik ben Painkiller trouwens", stelde ze zichzelf nog even voor op een toon alsof ze het vergeten was te doen. "De naam is Monster", zei ik tegen haar terwijl we de hand schudden. "Hileode vertelde me al dat je van een andere dementie kwam, bevalt het hiernamaals je al wat?" Ik knikte. "Ja, 't is even wennen maar het gaat." Ze gaapte me aan. "W-wat is er?" "Er spookt iets door je hoofd, niet waar?" Opnieuw knikte ik. "Ik vroeg me af... Kennen jij en Hileode elkaar?" Haar glimlach was het begin van een antwoord. "Hij was degene die me opving in de begin van mijn dagen hier in de overgang. Ik hoor niet thuis in hel noch in hemel, vandaar dat ik hier terecht kwam." Een afvragende blik werd door mijn gelaat op haar afgevuurd. "Maar je hebt engelenvleugels?" Een toon van verbazing kon ik niet wegsteken in mijn vraag. "Ik ben een gevallen engel, Monster. Ik heb geen aureool." Ik keek terug naar de niet-bestaande aureool boven haar gouden lokken. "Het maakt je niet minder mooi." Ze giechelde terwijl haar kaken bloosden. Het was eruit voordat ik het wist. Beschaamd staarde ik naar de grond. Haar giechelen stopte en ik zag vanuit mijn ooghoeken dat haar schaduw in mijn richting kwam. Ze stopte juist voor m'n voeten en ging even op haar toppen staan. Ik voelde haar warme en droge lippen mijn wang raken. Mijn hart bleek in vuur en vlam te staan. Ik kwam zo rood als het rood in Hileode's irissen. Ik voelde haar langzaam weer van me wegvagen en staarde opnieuw in haar schijnende ogen. Haar glimlach was verlegen geworden en haar bleke huid roder. Ik keek naar haar fijne hand terwijl ik deze vastnam. Iets zei me dat ik haar kende, dat dit al gestorven meisje iemand was uit mijn historie. Iets zei me dat ze uit mijn leven was verdwenen en er weer was in verschenen. De manier hoe ze met me omging, de manier hoe vriendelijk ze was. Haar liefdevolle aura en haar manier van omgaan met anderen. Haar geven om anderen en de drang om hen te helpen, het kwam me allemaal zo bekend voor. Misschien waren het haar ogen die me in de war brachten of misschien was ik even mijn memorie kwijt. Mijn hart schreeuwde : "Eindelijk!", de hele tijd. Zelf wist ik niet waar hij het over had, dus besloot ik het te laten voor wat het was, voorlopig en genoot van het momentje dat ik met haar had.
Later die dag waren we met z'n drieën een wandeling gaan maken. Hileode had haar verhaal over het elkaar kennen inderdaad bevestigd. Ergens was ik wel jaloers geweest toen ik hen twee samen zag ervoor, maar nu niet meer. Niet nadat ze die zoen op m'n kaak had gegeven. Ik voelde haar lippen nog steeds tegen m'n huid, hoewel ze daar niet meer waren. Haar sierlijk lichaam danste door de mist die wat hing in de velden rondom het huis waar ze woonde. Buiten haar woonde hier verder niemand. Daardoor vroeg ik me ergens in m'n achterhoofd af of ze zich niet eenzaam voelde, maar ik merkte dat ze genoot van ons gezelschap dus stopte ik met het stellen van die vragen.Haar glimlach was voor mij een voldoening op zich. Ik zag haar ogen stralen en haar haren schijnen onder het zonlicht. Moeiteloos wist ze haar lichaam dansend door de wind te bewegen. Haar haren vlogen als leeuwenmanen om haar gelaat. Hileode en ik volgden haar unieke schaduw. We bleven haar leiding volgen door verschillende velden heen. Onze voetstappen werden zichtbaar in het veld met graan doordat we deze plat stampten. Ik hoorde haar giechelen en hoorde hem in stilte wezen. Zijn nijdige aura was vlak achter me, dat kon ik waarnemen. Zijn voetstappen waren stil, net zoals hijzelf. Hij en Painkiller waren het tegenovergestelde als je het mij vroeg. Zij was de eeuwig lachende ziel en hij was de nooit gevonden ziel, de verlorene. Ik glimlachte aan de gedachte dat ik eigenlijk twee nieuwe vrienden had gemaakt, de enige die ik had. Beneden op Aarde kon ik het wel vergeten, daar was ik op m'n eentje gesteld. Hier moest ik het niet schudden en kon ik rekenen op de bescherming van hem en de liefde van haar. Hier was alles zoveel anders dan daar beneden. Toch moest ik vroeg of laat terug gaan. Ik kon niet voor eeuwig bij hun zijden staan en zij niet bij de mijne. Een rilling kroop over mijn rug naar boven als ik eraan dacht. Mijn lijf beefde even aan de gedachten, maar toen keerde het tij. Als ik hen niet voor eeuwig bij mijn zijde kon hebben, dan zou ik hen nu hebben. Nu, totdat ik moest gaan. Tot op het moment dat ik hun handen moest lossen en op m'n eentje moest verdergaan. Maar tot dat moment aankwam, stond bij hen zijde en zou deze niet verlaten.
![](https://img.wattpad.com/cover/56680465-288-k89393.jpg)
JE LEEST
Hiernamaals (discontinued)
FantasyMonster komt terecht in het hiernamaals nadat hij in een portaal werd gezogen. Daar ontmoet hij 7 andere jongeren die daar leven. Samen met hen begint hij aan een zoektocht opzoek naar de Diamant van Heling om zijn innerlijke beest te temmen. Onderw...