Er was eens een groot kasteel dat Roodslot heette . De koning die er woonde was erg belangrijk voor het volk omdat , hij altijd aardig was en hij misdadigers strafte.De zoon van de koning:Prins Richard ,was leider van het leger en erg dapper.Maar het leger was erg zwak en als ze aangevallen werden dan zou het waarschijnlijk niet goed gaan.
De prins was al bijna jarig en de koning had een idee. Hij gaf zijn zoon gewoon een uitbreiding voor het leger.
Hij stuurde de verkenners op zoektocht maar, geen enkele vond iets dat goed genoeg was voor de prins.De koning was erg teleurgesteld tot er een staljongen kwam genaamd :Joost . Hij wist wel waar hij moest zoeken.
Aan de rand van de Noorderberg lag een herberg waar elke avond 4 Ruiters kwamen waarvan een legende was dat ze speciale krachten hadden. Joost trok op 5 Mei naar de Noorderberg en hij kwam als eerst een man tegen die erg oud was genaamd :Matthijs. De man begroette hem vriendelijk en liep verder maar, Joost zei :Wacht! De man stopte en draaide zich om. Joost keek in zijn ogen en zag een glinster. Joost wou er iets over vragen maar hij hoorde een hert dus hij keek de andere kant op maar, hij zag geen hert. Vreemd dacht Joost. Hij draaide zich weer om maar de man was weg. Hij riep: He! Maar niemand antwoordde. Joost was in de war en liep weer verder. Daar ontmoette hij een klein jongetje die Sam heette. Sam was klein maar, hij rende heel hard. Joost zei weer : He ,wacht eens even! Dus het jongetje stopte en liep naar hem toe. Sam zei: Wie ben jij? Dus Joost zei: Ik ben Joost. En wie ben jij? Maar voor het jongetje antwoordde keek Joost om en zag een Eenhoorn! Nee dat kan niet zei Joost tegen zichzelf maar ,het was echt waar. Joost wou het tegen Sam zeggen maar toen hij omkeek was Sam al weg. Joost begon bang te worden maar toch reisde hij verder .
Hij kwam deze keer een jongetje tegen die ongeveer net zo oud was als hem. Jip heette hij. Hij vond Jip aardig en ze praten lang met elkaar . Toen Joost weer een geluid hoorde dacht hij, ik praat gewoon verder maar toen hij beter luisterde hoorde hij dat het een Stier was! Hij dook snel in een struik maar toen hij om zich heen keek zag hij de Stier niet meer maar hij zag Jip ook niet meer! Hij ging verder maar toen hij dichtbij was en de herberg al kon zien liggen kwam er een draak aanvliegen. Joost schrok en wou zich verstoppen maar het was al te laat.
De draak spuwde vuur en vlammen om Joost heen . En hij zag niks meer toen de vlammen weg waren merkte hij dat hij geen pijn had en nog leefde . Hij keek om zich heen en hij zag dat er 3 Ruiters' om hem heen stonden maar het allerraarste was dat hij zelf ook een ruiter was! Hij reed op een paard met kleine vleugeltjes op zijn hoofd. Hij had een glanzend zwaard vast en een groen schild met een draak erop geschilderd . De andere drie Ruiters hadden ook een speciaal dier: Een Eenhoorn,een Stier en een hert. De Ruiters en de dieren kwamen hem bekend voor. Nu zag hij het het waren Jip, Matthijs en Sam! Samen reisden ze naar Roodslot. Toen ze daar aankwamen herinnerde Joost zich pas weer waarom hij eigenlijk was weggegaan. Om de vier Ruiters te zoeken! Hij had nooit gedacht dat hij zelf een van die Ruiters zou zijn. Toen ze binnen waren was de koning erg blij omdat ze nu eindelijk een uitbreiding hadden voor het leger en dus een cadeau voor de prins. Toen het eindelijk de verjaardag was van de prins was hij erg blij met zijn cadeau.
De mensen waren niet gerustgesteld omdat het maar vier ruiters waren. Toen de zwarte garde aanviel met skeletten ,zwarte en witte ruiters aanviel waren de bewoners ongerust. De koning moest ze gerust stellen door alle wachters bij de poort te zetten en de boogschutters op de torens.De zwarte garde komt dichterbij en het leger stond klaar achter de poort . Toen de prins het sein gaf stormde de 2 legers op elkaar af en schoten de pijlen in het rond. De vier ruiters sloegen met hun zwaarden in het rond en de zwarte ruiters jankten zo hoog als een piepend krijtje.
Toen ze dachten dat het einde van de oorlog in zicht was zagen ze nog een heel leger duistere wachters eraankwamen
Ze moesten nu hun krachten bundelen ze hielden hun zwaarden bij elkaar en ze sloegen honderden mannen in een keer neer. Toen zagen ze wat de bron van dit magische leger was. In het midden van het leger stond een reusachtige klimop waar een magische, geheime tovenaar op stond die de legers creëerden. De ruiters stormden er op af en sloegen keihard met hun zwaarden door het leger heen. Toen ze bij de klimop kwamen zagen ze tientallen mutanten met grote zwaarden en bijlen die hun direct aanvielen. De eenhoornruiter reeg alle mutanten aan de Hoorn van de eenhoorn en de stierenruiter ramde zich overal doorheen. Toen de mutanten waren uitgeschakeld en ze eindelijk bij de klimop kwamen stuurde de magische tovenaar een draak op hun af met 5 koppen. De ruiters gooiden alle 4 hun dolk naar 4 verschillende koppen die meteen afstierven. De laatste kop was sterker dan de andere 4 bij elkaar.
En toen reed de drakenruiter recht in een lijn en langzaam veranderde het paard in een draak. De drakenruiter gaf de draak een teken en hij spuwde op de kop van de draak waardoor hij neerstort. De tovenaar is woedend en maakt een duistere bol die hij gooit recht op de 4 ruiters. Prins Richard rijd erop af en steekt zijn zwaard omhoog waardoor er een weerkaatsing van licht en duister komt. De tovenaar verliest zijn kracht en valt van de klimop dood op de grond.
De 4 ruiters, de prins en het leger reizen terug naar Roodslot en als ze aan komen worden ze vereerd door het hele volk.
De prins trouwt met de prinses en alles lijkt goed te gaan in het Roodslot maar wat ze niet weten is dat de tovenaar een duistere vloek heeft achtergelaten die vreet aan het koninkrijk........Lees ook deel 2
JE LEEST
De Vier Ruiters
AventuraVerhaal over vier Ruiters met allemaal een eigen kracht die ze moeten bundelen om de duistere kracht te verslaan.