No chance

7

Manon

Ik loop met Cassius, Senna en Kaj door de stad en we hebben met de andere afgesproken. Cassius pakt mijn hand en ik vlecht onze vingers. Hij geeft er een kus op wat mij doet blozen en hem doet grinniken. Ik grinnik ook en we lopen naar Mac Donalds omdat we daar met de andere hebben afgesproken. Ze zitten er al en we begroeten elkaar met een knuffel. We gaan zitten en Samuel en Cassius halen. 'Zullen we op vakantie gaan?' stelt Dioni voor. Iedereen knikt dat het goed is en niet veel later komen Samuel en Cassius terug met het eten. 'We gaan op vakantie,' zegt Kaj. 'Oeh nice, waar naartoe?' vraagt Cassius die naast mij komt zitten. 'We zaten te denken aan Curaçao,' zegt Dioni. 'Jaa leuk! Ben wel toe aan vakantie,' zegt Cassius die een slok neemt van zijn cola. 'Ik ook! Maar wanneer gaan we dan?' vraagt Jai. 'Uh volgende week?' stelt Kaj voor. Iedereen knikt en als we het eten ophebben gaan we allemaal naar het huis van Jai. 'Mijn ouders zijn niet thuis, en die komen morgenavond pas terug. Dus blijven jullie slapen?' vraagt Jai. 'Jaa, gezellig.' We leggen alvast allemaal matrassen in de woonkamer en Jai pakt zijn Macbook. 'Gelijk maar gaan boeken?' vraagt Jai. Iedereen knikt en we gaan bij Jai zitten die op een matras is geploft. We kijken allemaal mee op de Macbook om een goed hotel te vinden. Na een tijdje hebben we er een gevonden en boeken we; nadat we toestemming hebben gevraagd aan onze ouders. 'Zullen we wat eten halen?' vraagt Jai. 'Gast, je hebt net Mac op,' zeg ik. 'Ja ssht, maar ik bedoel voor vanavond,' grinnikt hij. We knikken en lopen naar de supermarkt, wat hier om de hoek is. We lopen naar beneden en volgens mij irriteren mensen zich nu al aan ons. We lopen als gekken door de supermarkt en kiezen allemaal dingen uit; chocolade, snoep, koek, drinken, we halen zelfs taart. De jongens halen er ook nog een krat bier bij en als we afrekenen kijkt de kassière ons heel raar aan. 'Is voor een feestje,' zegt Jai. We knikken en proberen niet te lachen. De kassière scant alle producten en Jai pint het bedrag. Met al het eten lopen we terug en leggen we het eten in het midden van alle matrassen.

Jai

Ik kijk Stacy aan die nog niet veel heeft gezegd. Ik trek haar op schoot en ze kijkt me aan. 'Is er wat schat?' vraag ik. Ze schudt haar hoofd maar ze kijkt niet blij waardoor ik haar niet geloof. Ik neem haar mee naar mijn kamer. 'Vertel babe,' zeg ik. Ze gaat op mijn bed zitten en trekt haar benen in waar ze haar armen omheen wikkelt. 'W-Wat is er tussen jou en ene Anne?' vraagt ze met een trillende stem. Ik kijk haar aan. 'Hoe ken je haar?' Ik ga naast haar zitten. 'Ik ging vanochtend boodschappen doen en toen kwam zij met een meisje-' Ik onderbreek haar. 'Welk meisje?' Ze kijkt me aan. 'Weet ik niet, bruin haar. Lang.' Ik knik en laat haar verder praten. 'En ze zeiden dat ik moest oppassen en dat ik het beter kon uitmaken met jou, omdat jij toch elke week iemand anders hebt,' zegt ze. Ik zucht en ik wil Anne echt killen nu. 'Anne en ik zijn exen, ze werd boos dat ik het uitmaakte voor Amy, nou ja, ik dacht voor Amy maar eigenlijk voor jou. Omdat ik niet wou geloven dat ik jou leuk vind. Maar toen zei ze al dat ik spijt zou krijgen. En ja, ik ben een paar keer vreemdgegaan toen ik met Anne had, maar dat zal ik bij jou echt nooit doen,' zeg ik menend. Waarom zou ik vreemdgaan terwijl ik Stacy heb? Daar ben ik super blij mee. 'Met Anne was anders, we hadden het allebei druk en eigenlijk wou ik ergens gewoon geen tijd voor der vrij maken. Ik weet niet, ze is altijd zo bezitterig geweest. Ze werd boos als ik alleen al met Farah of zo praatte.' Ze kijkt me aan met tranen in ogen. Ik trek haar op schoot en knuffel haar stevig. 'Je moet echt niet denken dat ik jou ooit pijn zou doen, daarvoor hou ik teveel van je.' Ze knuffelt me terug en legt haar hoofd in mijn nek. Ik hoor zacht gesnik en ik slik. Waarom moet Anna altijd alles verpesten. Ik aai over haar hoofd en na een tijdje is het gesnik gestopt en kijkt ze met waterige ogen aan. 'Beloof je dat?' zegt ze. Haar stem klinkt hees en ik kijk haar in haar ogen aan. 'Dat beloof ik, schat.'