10

203 19 5
                                    

Jai

Van Samuel moet ik het tegen Stacy zeggen. Maar ik wil het eerst tegen de jongens zeggen; nou ja zeggen. Ze weten het al maar denken dat ik ben gestopt. Daarom heb ik de jongens gebeld om langs te komen. Nerveus maak ik me klaar en om 2 uur gaat de bel. Ik doe open en zie Samuel staan. 'Hee,' zegt hij. 'Hee.' Ik laat hem binnen en pak drinken voor hem en ook alvast voor de anderen omdat die aanbellen. Samuel heeft opengedaan en ik zet het drinken op de salontafel voor de bank. We gaan zitten en iedereen kijkt mij aan. 'Wat wou je vertellen?' vraagt Cassius. Ik slik en zet mijn glas terug op de tafel. 'Uhm ik ben zeg maar niet gestopt,' zeg ik. De jongens kijken me nu alle vier met een boze blik aan. 'Voordat jullie boos worden, hij heeft een reden,' zegt Samuel snel. Ik knik en kijk Samuel dankbaar aan. 'Vertel dan,' zegt Kaj, zijn stem klinkt boos. Ik slik en mijn handen trillen. 'Als ik stop wordt jullie en de meiden wat aangedaan. En dat wil ik echt niet. Dus ben ik doorgegaan maar heb ik tegen jullie gezegd dat ik ben gestopt,' zeg ik. 'Wow, maar ze slaan je. Ze doen je hartstikke veel pijn, heb je dat echt voor ons over?' vraagt Dioni. Ik knik. 'Natuurlijk.' De jongens knuffelen me en ik glimlach opgelucht. 'En weet Stacy het al?' vraagt Cassius. Ik schud mijn hoofd. 'Ik wou eerst dat jullie het wisten.' De jongens knikken en ik neem een slok van mijn drinken. 'Maar hoe moet ik het Stacy vertellen? Omdat ik weet dat ze boos gaat worden en ik wil haar echt niet kwijt,' zeg ik. 'Ik denk dat je eerst moet beginnen met de reden waarom je het doet en dan moet vertellen wat je doet,' zegt Samuel. Ik knik dat ik dat ga doen. Na een tijdje gaan de jongens weg en ik ruim ik de glazen op. Ik kijk naar de tijd en mijn mobiel begint te trillen. Sverre. Ik neem slikkend op en hoor zijn boze, hoe het altijd klinkt, stem en als die is uitgepraat antwoord ik alleen met; ik kom. Ik hang op en doe mijn jas aan.

Als ik terug ben, zonder verwondingen wat mij verbaasd, zie ik mijn vader op de bank zitten. 'Hee,' zeg ik. Ik hang mijn jas op en ga zitten. 'Waar was je?' vraagt mijn vader die opkijkt van zijn krant. 'Uh bij de jongens,' zeg ik. Mijn vader knikt en slikkend pak ik mijn mobiel. Ik heb een berichtje van Stacy of ze hier mee kan eten. 'Pa, kan Stacy mee-eten?' vraag ik. Mijn vader knikt en ik antwoord erop. Gelukkig dat ze komt eten, want de spanning tussen mij en mijn pa is echt om te snijden. Zo is het altijd al geweest. Mijn vader begint later met koken en Stacy belt aan. Ik doe open en geef haar een kus. 'Hee schat, gezellig dat je komt.' Stacy glimlacht en ik laat haar binnen. Ze hangt haar jas op en we lopen door. 'Hee, Meneer Wowor,' zegt Stacy. Mijn vader kijkt op. 'Hee Stacy. En het is Peter voor jou,' knipoogt hij. Stacy grinnikt en ik loop met Stacy naar mijn kamer. We gaan zitten en ik sla mijn armen om haar heen. 'Hoe gaat het?' vraagt ze. 'Met je oog en zo, van laatst.' Ik kijk haar aan en glimlach. 'Goed schat.' Ze knikt en ik neem haar op schoot. We praten wat en we beginnen met eten.

Stacy

Ik geef Jai een kus en trek mijn jas aan. Na Jai's vader nog een keer te hebben bedankt voor het eten loop ik zijn huis uit. 'Uh Stacy,' hoor ik Jai's stem vlak voordat ik de fiets opstap. Ik kijk hem aan en hij loopt naar me toe. 'Kunnen we morgen ergens praten? Bij jou thuis of zo?' vraagt hij. Ik knik en hij geeft me een kus. 'Tot morgen.' Ik stap op mijn fiets en fiets naar huis.

< volgende dag >

Ik maak me klaar omdat Jai zo komt. Ik ben wel benieuwd wat hij wilt zeggen want hij klonk gisteravond nogal serieus. Ik doe mijn make-up en als ik een tijdje klaar ben, belt Jai aan. Ik doe open en geef hem een kus. 'Hee,' zegt hij met een serieuze stem. 'Hee schat.' Ik laat hem binnen en pak drinken. Ik zet het voor hem neer en ga naast hem op de bank zitten. 'Wat wil je zeggen?' vraag ik. 'Je moet me wel een ding beloven,' zegt hij. Ik kijk hem aan en ik knik. 'Om niet boos te worden.' Ik beloof het en hij begint met te vertellen. 'De reden dat ik het doe is eigenlijk zodat de jongens, de meiden en vooral jou niks overkomt.' 'Dat je wat doet?' 'Ik ben een drugsdealer,' zegt hij dan. Mijn mond valt open en ik kijk hem aan. 'Ik gebruik zelf niet! Maar...' Hij kijkt me aan en ik schud mijn hoofd. 'Hoezo Jai?' 'Nou ja, ik was verslaafd en toen stelde een vriend van mij, die ook verslaafd was, mij voor aan Marc. Marc is een drugsdealer en ik was opzoek naar een baan. En toen zei mijn vriend dus tegen Marc dat ik een baan zocht en zonder te vertellen wat het was werd ik dus aangenomen. Toen Marc zei dat ik voor hem als drugsdealer ging werken wou ik meteen al niet meer maar toen sloeg hij mij. En dat gaat nu elke keer zo. Ik krijg een berichtje van hem als ik iets moet bezorgen, als ik een minuut te laat ben word ik gelijk geslagen. En als ik zeg dat ik ontslag neem,' zijn stem klinkt steeds heser en ik knuffel hem. Ik kan niet boos zijn op hem, hij wou het niet eens.

No chanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu