The Happy Holiday

6. Oliver

De volgende morgen word Oliver vroeg wakker van de kleine zonnestraaltjes die door de kieren van de lichtroze gordijnen gluren. Gapend rekt hij zich uit. Dan staat hij op en springt even de douche in. Na het douchen pakt hij zijn spijkerbroek en blauwe shirt en trekt het aan. Hij pakt zijn koffers en rugzak en dan loopt hij naar de hal om wat te gaan eten in het kleine restaurantje dat bij het hotel hoort.

Na het eten en na het uitchecken loopt Oliver naar zijn mooie kleine rode autootje om verder door Parijs te rijden. Hij propt zijn koffers in de kofferbak en stapt in terwijl hij zijn rugzak op de bijrijdersstoel gooit. Hij pakt zijn sleutels en start de auto. De auto komt brommend tot leven. Hij rijd achteruit en dan weer vooruit het parkeerterrein van het hotel af. Na een halfuur gereden te hebben door de straten van Parijs komt hij aan bij het centrum van Parijs. Hij parkeert zijn auto vlak bij de kathedraal de Notre Dam. Als je in Parijs komt moet je natuurlijk ook even naar de Notre Dam vind Oliver. Dit is echt iets waar hij zijn hele leven al op verheugd heeft. Al vanaf de eerste dag toen hij besloot geschiedenisdocent te worden. Vanaf een afstandje maakt Oliver een foto van de prachtige kathedraal. Dan loopt hij richting de ingang om een rondleiding te krijgen van een gids.
De gids praat in het Frans maar toch kan Oliver hem goed verstaan. Maar goed dat hij toch Frans heeft gehad op school.
De gids vertelt: in 1804 werd in deze kathedraal, in aanwezigheid van de toenmalige paus, werd Napoleon tot keizer gekroond.
Nadat de gids uitvertelt is gaan we naar boven klimmen via de 130 treden tellende trap. Eenmaal boven hebben we een prachtig uitzicht over Parijs. In de verte zie je de Eiffeltoren en de Arc De Triomphe.

Als Oliver de kerk uitloopt komt een gevoel van blijdschap naar boven. Hij onderdrukt het om hier midden op het plein te gaan dansen. Nadat Oliver nog een paar bezienswaardigheden gezien heeft gaat hij een ijsje eten en daarna gaat hij maar weer door naar de volgende stop. Milaan. Al likkend van zijn chocolade-ijsje loopt hij naar de kleine rode auto. Oliver klimt de auto weer in en pakt zijn zonnebril. Dan start hij de auto en manouvreert hem langzaam uit het parkeervak. Voorzichtig loodst Oliver zijn auto door de stad. Hij is blij als hij eindelijk de stad uit is en op de snelweg verder kan. Op naar Milaan!