4. Geen fijn gezicht

351 15 1
                                    

Samen met Wolfs loopt ze de witte tent binnen, wat ze misschien beter niet hadden kunnen doen op de vroege ochtend. Het ziet er niet fraai uit. Er ligt veel bloed rond het slachtoffer en met het mes nog in de buik ziet het er gruwelijk uit. "Nou, dit is een minder goed begin van de ochtend", bromt Wolfs. Als Eva het gezicht van het slachtoffer ziet, verstijft ze. Dat gezicht kent ze. "Ga je mee, Eef? We hebben het hier wel gezien.", loopt Wolfs al naar de uitgang van de tent. Eva blijft staan kijken naar het gezicht. "Eef, kom je?, draait Wolfs zich om, om te kijken waar Eva blijft. Nog steeds krijgt hij geen reactie. "Eva", roept hij. "Ja, ik kom." mompelt ze. Wolfs loopt een stukje terug te tent is. "Wat is er? Ken je hem?". Eva lijkt te ontwaken. "Nee, ik ken hem niet.", mompelt ze, terwijl ze zich snel omdraait en te tent uitloopt richting de uitgang van de garage. Wolfs loopt maar snel achter haar aan. Bij de auto aangekomen, gaat Eva op de bijrijders stoel zitten, waarmee ze aangeeft dat Wolfs moet rijden. Als hij ook is ingestapt overhandigd ze hem de sleutels. "Naar het bureau dan maar?", vraagt Wolfs. Eva knikt en staart naar buiten.

VertrouwenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu