De nogtands lijkt op een onvolgroeid varkentje, met lange poten, een korte, stompe staart en smalle zwarte ogen. Hij glipt vaak binnen in een stal van een boerderij, waar hij drinkt bij een gewone zeug. De Nogtands is uitzonderlijk snel en moeilijk te vangen. Er wordt door tovenaars op gejaagd.
De nogtands wordt in het zesde boekgenoemd. In het boek wordt verteld datProfessor Slakhoorn een foto heeft waarop te zien is dat Magnus Stoker met zijn oom Canisius en vrienden (Rufus Schobbejak en Boudewijn Hilarius) op nogtandsen jagen