Een zompelaar is een spichtige, eenbenige geest met een lantaarntje. 's Nachts proberen ze eenzame reizigers in een moeras te leiden, wat dan ook hun favoriete bezigheid is. Hun leefgebied ligt vooral in het zuidwesten van Engelandwaar ze leven in moerassen, heidevelden en veenpoelen. Zodra een zompelaar ergens een reiziger ontdekt, ontsteekt hij zijn lantaarn, zo hoopt hij zijn slachtoffer te lokken. Vaak lukt dit omdat de reiziger het stipje voor een herberg of een andere veilige plek houdt. Nog voor de reiziger doorheeft dat dit niet het geval is, zakt hij al weg in een moeras of greppel.
Naast het lokken naar moerassen, lokt de zompelaar zijn slachtoffers ook wel eens naar kliffen. Aan de rand van de klif duwt hij de reiziger van de klif af onder luid gejoel en gekrijs. Dit doen zompelaars dan ook gewoon voor de lol, want met de lijken doen ze niets.
In de Dreuzelwereld is vaak bekend dat veel reizigers in rondjes liepen, in greppels doodvielen of verdwaalden en naar het noorden reisden terwijl ze eigenlijk naar het zuiden wilden. Dreuzels weten niet af van het bestaan van zompelaars en wijten deze ongevallen dus aan de onvoorzichtigheid van de reiziger of de slechte omgeving en het landschap waarin zulke ongelukken dikwijls voorkomen.
Overigens verdwalen sinds de komst van de auto een stuk minder Dreuzels. Daar komt nog bij dat zompelaars heel gemakkelijk te bestrijden zijn: ze kunnen namelijk niet tegen licht, met uitzondering van dat van hun eigen lantaarntjes. Om ze te bestrijden hoeft men dus alleen maar de spreuk Lumos uit te spreken op ongeveer 20 centimeter van de zompelaar. Na enkele seconden zal hij in mist uiteenvallen, verdwijnen dan voorgoed en komen niet meer terug. Hun ontstaan uit mist is nog steeds een raadsel.