Hoofdstuk 2. Herinnering

84 4 4
                                    

Ik open mijn ogen en kijk om me heen. Niet dat er veel te zien is, het is erg donker en het enige licht komt van een opening verderop. Het is een goud achtig licht. Ik probeer te bedenken waarom ik hier ben en wil opstaan. Gelijk wordt ik duizelig en val weer naar achteren een stekende pijn schiet door mijn hoofd. Ik voel nu pas dat er iets vloeibaars langs mijn hoofd loopt. Met mijn hand voel ik op de zere plek en zie bloed! Mijn hoofd bloed! Ik kijk nog eens goed om me heen en zie dat mijn zwaard weg is ook het tasje dat om mijn schouders hing is weg. Ik zoek met mijn hand in mijn broekzak onder mijn harnas en haal er een flesje Maryn water uit. Maryn water komt uit het Marynia meer in de bergen het heelt alle wonden, tenminste dat zei Fyna de zuster toen ze het me gaf. Ik pak de punt van mijn cape en giet er een klein beetje Maryn water over. Zachtjes druk ik het tegen de pijnlijke plek. Gelijk begint het te branden, ik bijt mijn tanden op elkaar. Dan wordt de pijn minder en langzaam voel ik helemaal geen pijn meer. Ik veeg de restjes bloed weg en voel dat er inderdaad geen wond meer zit, het water helpt dus echt!
Ik voel me een stuk beter en nu lukt het wel om op te staan. Al lopend richting het licht probeer ik weer te bedenken wat er gebeurd is. Bij de opening aangekomen zie ik een ruimte vol goud en in het midden ligt een slapende draak. Aangezien ik me nog steeds niets kan herinneren besluit ik hier maar weg te gaan. Eerst moet ik mijn zwaard en mijn tasje terug hebben. Mijn zwaard zie ik naast 1 van de schatkisten staan en mijn tasje ligt erin. Het zwaard is erg makkelijk te herkennen hier aangezien het de enige zilveren is inplaats van goud zoals de rest. Ik loop er zachtjes heen om de draak niet wakker te maken, als ik met mijn voet tegen een diamant aanschop. De steen schiet weg tegen een berg robijnen die vervolgens naar beneden rollen. Niet dat het zo veel lawaai gaf, maar omdat het hier zo stil is kan elk geluid hem wakker maken. Ik blijf versteend staan wachtend op het moment dat ik wordt aangevallen, maar er gebeurd niks, de draak snurkt zelfs een beetje. Zachtjes loop ik verder naar mijn zwaard. Ik wil hem pakken als alles opeens begint te trillen. Deed ik dat?! Achter me hoorde ik de draak opstaan en begreep dat hij de trilling veroorzaakt had. Ik wachtte op het moment dat hij me neer zou slaan of verbrandden, maar hij deed niks... langzaam draaide ik om en keek weer in die gouden ogen.

Helloo, hier het 2e hoofdstuk. Ik hoop dat jullie het leuk vinden.😄 laat gerust een reactie achter.

Ik vind opzich dat ik redelijk vaak het woord 'ik' gebruik, maar dat komt omdat ze ( de ik in het verhaal) alleen is. Waarschijnlijk wordt dat verder in het verhaal wat minder.

Schat Bewaarders Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu