'Hallo mopperpot.'
'Hoe heet jij eigenlijk?'
'Dat ga ik niet zeggen.'
'Dan noem ik je zonneschijn.'
11
'Hallo mopperpot.'
'Hoe heet jij eigenlijk?'
'Dat ga ik niet zeggen.'
'Dan noem ik je zonneschijn.'
'Hallo mopperpot.'
'Hoe heet jij eigenlijk?'
'Dat ga ik niet zeggen.'
'Dan noem ik je zonneschijn.'