• 43 •

2K 184 51
                                    

Kaj

Zaterdag 10 februari

Ik kijk Veronique een keer in haar ogen. Ik moet dit doen. Ik ga er spijt van krijgen als ik dit niet had gedaan.
Ik leg mijn hand onder haar kin en zorg zo dat ze mij aan kijkt.
"Wat is er?"
Ze kijkt me bezorgd aan. "Shh.." Ik breng mijn gezicht dichter bij dat van haar. Nog voor ze iets kan zeggen raken mijn lippen die van haar. Het voelt zo goed.
Als ik haar los laat kijkt ze me vol verbazing aan. "Wat.. Kaj.. Ik.."
Ik zucht heel zachtjes. In mijn hoofd zeg ik nu 100 keer sorry, maar het lukt me niet om dit echt te zeggen. Ik kijk naar mijn telefoon, het bericht wat klaar staat om verstuurd te worden.
Nog een keer kijk ik naar Veronique, die mij nog steeds verbaasd aankijkt.
Het is bijna zo ver, het moet nu. Het moet.
Ik tik met mijn duim op verzenden en meteen krijgt Veronique een melding op haar telefoon.
Ze kijkt me nog even aan, maar ontgrendeld dan haar telefoon.
Zodra ze naar het scherm kijkt, sta ik op en ren weg.
De trein is er bijna, ik moet opschieten.
Ik spring op de spoorlijn en kijk even welke kant ik op moet. Voor me. Daar zie ik de trein aankomen.
Dit duurt me te lang, ik ren op de trein af.
Als ik er bijna ben ga ik stil staan. Ik hoor mensen schreeuwen. Ik hoor Veronique schreeuwen.
Het maakt me niet meer uit.
De op mij af komende trein, stelt me nu alleen maar gerust.
Nog een paar seconde en dan is alles over.
In mijn hoofd tel ik af.
5
4
3
2
...

Een dagboek dat terug praatWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu