De wolven huilen vanacht

Het idee

Ik besloot naar de bibliotheek te gaan. Daar vond je altijd wel boeken die konden helpen om ideeën te zoeken. Ik pakte mijn fiets en riep :' mama ik ga naar de bibliotheek.' Ik vertrok. 10 minuten later kwam ik aan de bibliotheek. Ik zette mijn fiets aan de kant en liep binnen. Het was er zo groot. Ik had zo een grote keuze. Daar zou ik zeker ideeën kunnen vinden. Ik ging naar de gang met boeken over fantasie. Natuurlijk stonden er veel boeken over elfjes en andere fantasie wezens. Tot op ik het boek er zag staan van de wolven.Het ging over wolven en weerwolven.Ja ik wist het mijn werkstuk zou gaan over weerwolven. Ik pakte mijn blad van het werkstuk uit mijn boekentas en begon de titel te schrijven : weerwolven.

Maar voor ik het verslag kon schrijven moest ik in het boek lezen.Ik las.Maar voor ik het wist was het al later.Ik moest aan het verslag beginnen.ik was een beetje aan het overschrijven van het boek tot ik stopt met schrijven. Er stond een blokje tekst met de titel : de wolven huilen vannacht.Ik las het stukje :

Weerwolven zijn speciale wolven.Als het volle maan is zullen ze huilen. Er word verteld dat als je de spreuk zou vertellen je zelf een weerwolf zou worden.Maar voor die spreuk zou je de weg moeten vinden naar de zogezegde heks. Maar nergens stond het plan in het boek voor de weg te vinden naar de heks. Ik schreef mijn verslag verder. Ik schreef erbij van de spreuk maar niet dat je hem kon vinden bij de heks. Want dan zouden de kinderen in de klas de spreuk willen gaan zoeken ik was er zeker van. Dus daarom schreef ik erbij dat je de spreuk maar op 1 plaats kon vinden maar ik schreef dus niet welke.

Het was al 8 uur in de avond en ik moest echt naar huis vertrekken.ik pakte het boek en wou het terug in de rekken zetten. Toen ik het boek erin wou zetten liet ik het vallen. De vrouw van de balie had het niet door. Ik was echt blij dat ze het niet gezien had. Toen ik het boek op wou pakken lag er een papier op de grond het was uit het boek gevallen. Ik pakte het blad van de grond en wou het terug in het boek steken. Maar toen zag ik op het blad een plan staan.Ik pakte het blad terug en keek ernaar. Het was het plan voor de spreuk ! Je kon zo de weg vinden. Ik pakte het boek terug en stak het papier erin en ging ermee naar de kassa.ik legde het boek op de balie. De vrouw nam het boek en gaf het daarnaa terug aan mij. Het boek moest maandag al ingeleverd worden. Ik vertrok naar huis want het was al laat. Ik stuurde nog een sms naar mama dat ik naar huis vertrok. Ik nam mijn fiets en vertrok naar huis. Toen ik thuis aan kwal zei mama :' Rosa je bent zolang weg geweest je zult je eten moeten opwarmen als je honger hebt.'Ik pakte het bord op de tafel en warmde het op. Daarna at ik het op. Het was super lekker. Ik ging naar boven met het boek en mijn werkstuk. Ik ging op mijn bed zitten en begon het plan te bekijken. Het was al laat en ik ging slapen.

Het was ochtend en het was weekend.