8 Manon Clarke

15 1 0
                                    

Ik stap op mijn fiets, en trap stevig door. Ik ben bang. Maar ik laat me niet kennen. In eerste instantie zie ik niks opmerkelijks. Ik kom opgelucht aan bij het postkantoor, en haal de brief op.

'Doei' de vrouw achter de balie knikt me vrolijk toe. Ik glimlach. 'Doei'

Ik fiets rustig over een bospaadje, nog 5 minuutjes fietsen en ik ben lekker thuis. Langzaam kom ik door het bos. Het is aardedonker. In het midden van de weg, staat een busje. Ik voel mijn hart tekeergaan. Zo snel als ik kan draai ik me om en fiets weg.

Maar niet veel later rijdt het busje achter me. Ik fiets doodsbenauwd door. Rustig blijven, Manon.. Ze pakken je heus niet..

Na een tijdje rijdt het busje nog achter me, waar fiets ik ooit heen? Zo kom ik natuurlijk nooit thuis. Op dat moment geeft het busje plankgas, en raast langs me.

Ik heb geen tijd om weer om te draaien, ik voel paniek opborrelen, de chauffeur stapt uit, grijpt me stevig vast. Hij is helemaal in het zwart gekleed.

'Kom maar mee' de stem herken ik vaag, maar ik heb geen tijd om hem te ontdekken. Ik word in het busje gesmeten. Ik begin te huilen. Wat wil iedereen van me.

Dan stopt het busje. Het duurt even, en de deur wordt opengesmeten. Hij grijpt me bij mijn keel. Ik krijg bijna geen lucht en hap naar adem. Iemand trekt een doek over mijn hoofd, en ik word ergens naar binnen gebracht.

Iemand tilt me op, ik stribbel tegen. 'Hou op!' Roep ik. 'Je gaat alleen een trap op' zegt een zo goed mogelijk, verdraaide stem.  Ik laat me meevoeren. Wat kan ik tegen ze beginnen?

Iemand duwt me op een stoel. 'Laat me los..' Ik fluister het bijna. Maar in plaats me los te maken, bindt iemand mijn handen en voeten vast.

'Ik tel tot 3' de stem moet een bekende zijn, want hij verdraaid zijn stem. Iemand telt tot 3. En de doek wordt van mijn hoofd gehaald. Ik zie overal zwart geklede jongens, mannen.

Maar het bijzondere is, in de hoek van de kamer zit een meisje. Haar haren hangen slordig langs haar heen, ze heeft Wallen en haar mascara is uitgelopen, zal ze hier al lang zitten?

'Jullie hebben iets met elkaar gemeen, iets vervelends.. We houden jullie al lang in de gaten'

Ik probeer recht te zitten. En houd mijn tranen net binnen. 'W..wat? Ik k..ken haar niet' mompel ik.

'Nee. Dat weten we. Kom er zelf maar achter.. Jullie kennen ons niet.' Het andere meisje snauwt: 'nee. Dus?' De jongens/mannen lachen. 'De komende dagen zullen jullie pijn lijden.. En ja.. Voor de rest verhongeren jullie denk ik' ik kijk rond of er ergens ramen zitten.

'We laten jullie alleen gaan als jullie toegeven welke fouten jullie hebben gemaakt'

'Maar dat weten we niet' zeg ik bot. 'Dan komen jullie er toch achter?' De mannen verdwijnen. Er is geen kans te ontsnappen, althans, dat denk ik..

Het wordt vanaf nu heel spannend...

War.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu