Ik word schreeuwend wakker het was weer die zelfde droom. Ik zag alles opnieuw gebeuren. Die plek ik moet der heen. Ik moet kijken of ik nog iets kan vinden. Ik moet haar geheim bloot stellen. Het moet.
proloog
Ik word schreeuwend wakker het was weer die zelfde droom. Ik zag alles opnieuw gebeuren. Die plek ik moet der heen. Ik moet kijken of ik nog iets kan vinden. Ik moet haar geheim bloot stellen. Het moet.