Marauders and me

2

We zitten ondertussen in ons vijfde jaar. James, Remus en Sirius zijn mijn drie beste vrienden en Peter holt wat achter ons aan. Met Lily trek ik ook wel een beetje op, maar niet zo veel als met de jongens, al is James wel verliefd op Lily, maar Lily wilt niks met hem omdat hij Secretus pest.Secretus is trouwens mijn geweldige broer, kuch kuch. Ik pest Severus ook, we hebben thuis ook alleen maar ruzie en aangezien hij in Zwadderich zit krijg ik meestal straf. We staan nu op het perron. Mam neemt heel lief afscheid van Secretus en ik sta er een beetje onwennig bij als ik ineens het lange haar van mijn beste vriend zie. 'Sirius' roep ik blij en hij draait zich meteen om. 'Emily' zegt hij blij en hij komt naar me toe en geeft me een knuffel. 'Secreetje' zegt hij dan tegen Serverus. 'Heb een beetje respect voor mijn zoon' zegt mijn moeder boos. 'Ach, ik noem hem ook zo' zeg ik. 'Ik verwacht je thuis met kerstmis' zegt ze dan streng tegen mij. 'Ik zou niet te veel hopen, mam. Anders breek ik je hart nog' zeg ik en dan draai ik me om en stap samen met Sirius op de trein. 'Vertel me, hoe erg was het' vraagt Sirius als we in de coupé zitten samen met James, Remus en Peter. 'Verschrikkelijk' roep ik. 'Wat is er gebeurd' vraagt James grijnzend 'Secretus was me heel de tijd boos aan het maken en als ik hem dan aanpakte op de dreuzel manier schold hij me uit voor halfbloedje, dus ik zei dan dat hij dat ook was aangezien we dezelfde ouders hebben! Maar natuurlijk vond mam dat niet kunnen wat ik allemaal zei dus werd ik opgesloten in mijn kamer' zeg ik. 'En bij jou' vraagt James aan Sirius. 'Hetzelfde, mijn moeder draaide om de vijf minuten door dat ik met modderbloetjes omging, mijn familie negeert me of scheld me uit' zegt hij. 'En wat gaan jullie dan in de vakantie doen' vraagt Remus. 'Mijn moeder verwacht me thuis maar ik ga niet gaan, ik blijf dus nog eens een jaar op Zweinstein' zeg ik. 'Hetzelfde, alleen willen ze me niet thuis' zegt Sirius. 'Van mijn ouders mogen jullie vast met mij mee, ze willen jullie dolgraag ontmoeten' zegt James. 'Lijkt me leuk' zeggen Sirius en ik tegelijk. 'Geld ook voor jullie trouwens' zegt James dan tegen Peter en Remus. 'Nee, ik ga naar mijn huis. Mijn moeder wilt met heel de familie kerst vieren' zegt Remus. 'Ik ga ook naar huis' zegt Peter. 'Waar is Lily' vraag ik dan. 'Waarschijnlijk weer met Secretus' zegt James boos waardoor Remus, Sirius en ik elkaar betekenisvolle blikken geven. 'We maken dat knulletje nog wel aan' verzeker ik hem dan. Na een lange rit gaan we naar het eten, maar Remus is weer weg, hij is nu al ziek. Peter is ook weg, vraag me niet naar waar. 'Vinden jullie het ook niet gek dat Remus altijd even verdwijnt' vraag ik. 'Best wel' zegt James. 'Volgens mij houd hij iets voor ons verborgen' zeg ik. 'Roddelen is onbeleefd' zegt Lily die over mij komt zitten. 'Ons achter laten in de trein ook' zeg ik droog. 'Severus was anders alleen' zegt ze. 'Ja, zo hoort het ook' zegt Sirius. 'Hoe kan je dat nu zeggen' vraagt ze verbaasd. 'Best simpel eigenlijk' zegt James. 'Niemand hoort alleen te zijn! Emily het is je broer' zegt ze dan. 'Hij is veel dingen, maar mijn broer niet meer' zeg ik. 'Jullie zijn onmogelijk' zegt ze en dan gaat ze wat plaatsen verder zitten. 'Wow, mijn jaar begint goed' zucht James. 'We weten al langer dat Lily boos word als we slecht over Secretus praten' zeg ik. 'Wanneer ziet ze dat hij een kwal is' vraagt James. 'Nooit' zegt Sirius. Peter komt er ook bij zitten en zit over mij, de plek van Lily. 'Waar was jij' vraagt Sirius. 'Spullen weg doen' zegt hij. We knikken en beginnen dan eindelijk met het feestmaal. Na het feestmaal gaan we naar de ziekenzaal. 'Remus is hier helemaal niet' zeg ik verbaasd als we de lege zaal zien. 'Waar zou hij dan zijn' vraagt James en we draaien ons om. 'Misschien is hij op bed gaan liggen in de slaapzaal' zegt Sirius. We lopen naar de Griffoendor toren en lopen dan naar de jongenskant. We openen de deur met tweede jaars op maar die is ook leeg, op de koffers na dan. 'Ja, Remus is verdwenen' zeg ik terwijl ik op een bed val. 'Ga van mijn bed af' zegt Sirius. 'Echt niet' zeg ik. Hij zucht en gaat dan naast me liggen. James ploft naast het bed van Sirius en Peter over James, het bed over Sirius is dus voor Remus. 'Wat zou hij verbergen, al vijf jaar lang' zucht ik. 'We vragen het hem wel gewoon' zegt James. 'Ik ga ook naar mijn slaapzaal, wachten jullie morgen op me' vraag ik terwijl ik naar de deur loop. 'Natuurlijk' zeggen ze met drie in koor waardoor ik glimlachend naar mijn kamer loop. Ik deel mijn kamer zoals elk jaar met Lily, Alyssa, Melanie en Samantha, ze zijn alle vier redelijk goed bevriend, ik niet echt, enkel met Alyssa een beetje. 'Hoe was het bij de jongens' vraagt Lily boos. 'Oh kom op, je weet best dat wij Secretus haten, zet je er over heen' zeg ik geërgerd. 'Je kan ook rekening houden met Lily haar gevoelend en niet zo over Severus praten waar zij bij is' zegt Melanie. 'Oh, dus ik moet mij veranderen' vraag ik. 'Nee, je moet je inhouden' zegt Samantha. 'Wel, ik hou me niet in, voor niemand' zeg ik. 'Het is wel je broer' zegt Lily. 'Hij vind halfbloed een scheldwoord, wat zal hij wel niet denken over iemand met dreuzel ouders' zeg ik tegen haar. 'Hij vind het geen scheldwoord, hij is zelf halfbloed' zegt Lily boos. 'Weet ik, daarom is het zo vreemd dat hij mij uitscheld voor halfbloed terwijl we dezelfde ouders hebben. Maar ja, dat zal Secretus natuurlijk nooit gezegd hebben. De lafaard' zeg ik. 'Hij is niet laf' zegt Lily boos. 'Nee, daarom zit hij in Zwadderich. De sluwe laffe mensen' zeg ik en dan trek ik snel mijn pyjama aan, wat eigenlijk een t-shirt is van Sirius, James of Remus, deze keer is het van Sirius. 'Oh, kijk, je slaap in een t-shirt van één van je vriendjes' zegt Melanie spottend. 'Ja, is het niet grappig hoe ik drie jongens kan krijgen en jij niet eens één' vraag ik waardoor Alyssa grinnikt. 'Dus je geeft toe dat je een slet bent' vraagt Samantha. 'Nee volgens mij gaf ze toe dat ze knap is' zegt Alyssa waardoor ik grijns. Ik pak een knuffel en gooi die in bed en ga dan liggen. Ik trek het deken over me heen en val dan in slaap, denkend over mijn broer. Natuurlijk haat ik hem niet, het is familie. Maar ik heb in het eerste jaar mezelf beloofd dat hij zich zal voelen zoals ik me voelde toen hij me vernederde voor de hele school behalve Lily, want zo sluw was hij wel, maar ik had één ding dat hij niet had: vrienden.