‘Noah!’ Schreeuwde ik zenuwachtig. Het was net iets te hard, waardoor de juffrouw achter de kassa weer boos werd. ‘Laatste waarschuwing.’ Zei ze nors. ‘Amelie,’ zei Noah met een enorme glimlach op zijn gezicht. Mijn handen werden klam en ik stond aan de grond genageld. Wat wilde hij? Waarom stond hij ineens voor me met een enorme grijns op zijn gezicht? Daarbij had hij door dat ik hem aan het ontlopen ben, wat heel erg stom is. In het vervolg moet ik misschien iets subtieler om hem heen lopen. ‘Hey,’ besloot ik uiteindelijk maar te zeggen. Iets beters had ik niet, wat viel er te zeggen? ‘Hey?’ Vroeg hij met een geamuseerde glimlach. Ik bukte om het boek op te rapen, maar hij hield me tegen. ‘Laat mij maar!’ Hij bukte snel en raapte het boek op. Ik kan zelf toch ook wel een boek op rapen? Met een blos op zijn wangen gaf hij het boek terug aan mij. ‘Bedankt,’ mompelde ik. Wat moest ik anders zeggen? Ik wilde weg lopen, maar zijn stem trok me terug. ‘Je hebt nog geen antwoord gegeven op mijn vraag.’ Ik keek hem verbaasd aan. Welke vraag? Hij zag mijn verbaasde gezicht, dus besloot hij om er nog wat aan toe te voegen. ‘Mijn vraag, van daar net…’ Nog steeds snapte ik niet waar hij het over had. ‘Waarom ontwijk je me?’ Ik had dit moeten zien aankomen, maar dat had ik niet. Mijn adem schokte en ik keek hem met grote ogen aan. ‘Hoe bedoel je?’ Vroeg ik zenuwachtig. ‘Je loopt echt duidelijk met een enorme boog om me heen!’ Hij lachte hard, maar sloeg meteen zijn hand voor zijn mond. Met grote ogen keek hij naar de bibliothecaresse, die blijkbaar niets gehoord had. Hoe kon ze dat nou niet gehoord hebben? Zijn lach echode nog na in mijn hoofd. Hij lacht me uit, kan het nog erger worden? Ik voelde hoe de tranen in mijn ogen kwamen, maar ik wilde er niet aan toegeven. Ik vocht tegen de tranen en beet op mijn lip. Zou hij onze kus nog weten, doet hij daarom zo naar tegen mij? Eerst praatte hij nooit tegen mij en nu zegt hij er iets van als ik hem negeer. ‘Waarom?’ Zijn lach was gestopt, maar zijn ogen boorden in die van mij. Ik wist niet wat ik erger vond en wendde mijn hoofd af. ‘Is er iets?’ Ja, natuurlijk is er iets! Je hebt me gezoend, weet je nog? Jij was stom dronken en nu kan ik je niet meer zien. Ik vind je leuk maar dat mag helemaal niet, ik ben een verraadster. ‘Nee,’ zei ik uiteindelijk. Ik kon het hem toch niet vertellen, waarschijnlijk wist hij het niet eens! Mij kennende maakte ik weer een drama van helemaal niets. Als ik hem normaal had terug gegroet dan was dit allemaal niet gebeurd. ‘Maar je ontloopt me duidelijk.’ ‘Hoe weet je dat?’ Kaatste ik terug. Ik keek hem strak aan. Meteen toen het tot me door drong wat ik zei, had ik er spijt van. Nu had ik min of meer toegegeven, maar het is toch ook raar dat hij dat door heeft? Als hij niet op mij let weet hij toch ook niet waar ik ben? ‘Doet dat er toe?’ Het gesprek werd super ongemakkelijk. We stelde elkaar alleen maar vragen, zonder te antwoordden. Toch kon ik er niet op antwoordden, ik kon niet degene zijn die als eerste toe gaf. Misschien heb ik toegeven toen ik hem kuste, maar die fout maak ik niet nog een keer. ‘Waarom ben je hier eigenlijk?’ Ik keek naar het boek in mijn handen. Deze wil ik lenen en dan ga ik zo snel mogelijk naar huis. ‘Waarom ontwijk je mijn vraag?’ Ik keek hem aan, meent hij dit serieus? ‘Jij ontwijkt mijn vragen net zo goed!’ ‘Ik begon met een vraag, jij begon met vragen terug stellen.’ Daar had hij een heel groot punt. ‘Dus ik heb recht op een antwoord.’ Nu was het mijn beurt om te lachen. ‘Jij hebt nergens recht op.’ Probeerde ik zo gemeen mogelijk te zeggen, maar dat lukte niet. Mijn stem kraakte en sloeg over van de zenuwen. ‘Wat heb ik verkeerd gedaan?’ Mijn hart bonkte bijna uit mijn borstkast en hij keek me aan. Kan hij me niet even waarschuwen voordat hij zoiets zegt? ‘Je hebt niets verkeerds gedaan.’ Het kwam alweer niet geloofwaardig over, alleen sprak ik nu wel de waarheid. Hij heeft me gekust, maar of dat verkeerd was... Ik duwde hem niet weg, ik zei niet dat hij moest stoppen, ik heb hem gewoon terug gezoend. Misschien is het wel gewoon mijn eigen fout, moet ik niet zo zeuren. ‘Dus je vond het niet erg?’ Mijn adem schokte en uit paniek schoot er een gil door mijn keel heen. ‘Eruit!’ Mijn benen kwamen niet in beweging en ik staarde Noah aan. Wat bedoelde hij? Wat vond ik niet erg? Ik voelde hoe rood ik werd, maar ik kon niet meer lopen. Eigenlijk had ik weg moeten rennen, zo snel als ik kon, maar ik kon het niet. ‘Wat-‘ Ik werd onderbroken door de vrouw die ineens achter me stond. ‘Nu.’ Zei ze streng. Ze wilde het boek uit mijn handen trekken, maar ze was te laat. Ik liet het boek uit angst op de grond vallen en rende hard naar buiten. Zo snel als ik kon pakte ik mijn fiets en reed weg. Ik keek achterom, maar hij kwam me niet achterna. Had ik dat gehoopt? Had ik gehoopt dat hij mij achterna kwam en mij uitlegde wat hij bedoelde? Bedoeld hij niet gewoon… Ik schudde mijn hoofd. Dat kan hij nooit bedoelen! Maar wat bedoeld hij dan? Ik heb ervoor nog nooit met hem gepraat en daarna eigenlijk ook niet. Ik snap het niet, wat wil hij nou?
Verward fietste ik de oprit op. Het was al na zessen en ik hoopte dat oma niet boos op mij was omdat ik zo laat ben. Ik heb een hele omweg gefietst, denkend aan wat hij bedoelde. Voordat ik het wist was het al veel te laat. Het enige wat ik kan verzinnen waar hij het over gehad kan hebben is de kus en ik word er gek van. Wat moet ik hiermee? Wat wil hij van mij hebben? Langzaam liep ik de keuken binnen en zag ik oma aan de keuken tafel zitten. Toen ze mij zag sprong ze bezorgd op. ‘Amelie! Is er iets gebeurd? Waarom ben je zo laat thuis?’ Ik had zin om me woede op haar af te reageren, zo laat was ik nou ook weer niet thuis! We gaan meestal om zes uur eten en het is nu half zeven. Zoveel later is het nou ook weer niet. Toch kon ik het niet, ik kon nooit boos op haar zijn. De keren dat ik boos ben geweest zijn waarschijnlijk op een hand te tellen. ‘Ik was aan het studeren in de bibliotheek en vergat helemaal de tijd! Sorry, ik ben zo snel mogelijk gekomen!’ Ze keek weer een beetje geruster en ging weer zitten. ‘Je had me even kunnen bellen?’ Het was meer een opdracht voor de volgende keer dan een vraag en daarom knikte ik maar. ‘Is goed, het spijt me heel erg!’ Ze glimlachte alweer en zette ondertussen de pannen op tafel. ‘Ga maar vlug zitten, het eten is klaar! Je zal wel honger hebben van al dat studeren en hard fietsen.’ Ze lachte even en ik probeerde terug te glimlachen. Ze moest is weten…

JE LEEST
Behind the Scenes
RomanceWat te doen als de broer van je beste vriendin je zoent in een dronken bui?