#5

49 4 0
                                    

Joris

Ik word langzaam wakker met barstende koppijn. Welke idioot haalt het in zijn hoofd om keihard te gaan lachen? Er valt hier toch helemaal niks om te lachen? Maar opeens herken ik die lach. William?! Ik probeer iets te zeggen, maar dat lukt niet. De tape zit nog steeds stevig op mijn mond geplakt. Ik ben in dezelfde cel gegooit als William. Wacht even, maar waar ben ik? Ik probeer mijn ogen open te doen maar dat lukt ook niet. Er klopt een stekende pijn in mijn hoofd en het lijkt wel alsof iemand er tegen aan hamert. Wat is er met me gebeurt? Ik weet alleen nog maar dat ik afscheid moest nemen van William en dat ik toen mee werd genomen naar een donkere kamer. Oja en ik zag allemaal moord wapens. 'Ik heb teveel gezien en daarom willen ze me nu uit de weg ruimen ' flitst het door mijn hoofd. Maar waarom namen ze me dan mee? Waarom ik? Ik voel de tranen achter mijn ogen branden, maar ik wil niet huilen. Ik moet William laten weten dat ik het ben. Ik probeer me te bewegen, maar niks helpt. Alles doet zo ongelooflijk veel pijn. Ik heb geen idee wat ik er tegen kan doen. Maar kan ik misschien proberen te praten? Dat er alleen maar een geluid uit mijn keel komt? Oke ik probeer het. “Hmm Hmmmm.” pers ik uit mijn longen. Het klinkt niet hard, maar toch hoor ik dat William zijn adem inhoud. “Wie ben je? En kun je praten?” hoor ik hem vragen. Ik produceer hetzelfde geluid en zo komt William erachter dat er tape om mijn mond zit. “Die ellendelingen! Wacht maar af, als we hier uit zijn bevrijden we alle kinderen en zetten de boel hier in de fik, met alle begeleiders erin! En de baas moet erin! Die moet als eerst vlam vatten.” hoor ik hem woest mopperen. Oke ja prima jongen, maar kom alsjeblieft hierheen als dat kan. En alsof William mijn gedachten kon lezen, komt hij een stukje mijn kant op. “Ja sorry ik wil wel verder komen, maar ik zit helaas vastgeketend.” zegt hij spijtig. Oh.. Oke en nu? Ik probeer te kruipen en dat lukt langzamerhand een beetje. Sjongejonge wat hebben ze toch met me gedaan? Ik voel overal pijn, maar ik geef niet op. Ik probeer m'n ogen weer open te doen en deze keer lukt het beter. Jammer genoeg is het zo donker. Anders was William wel wat behulpzamer geweest denk ik. Eindelijk ben ik nog maar op twee meter afstand van hem gekomen als hij nu niet ziet dat ik het ben.. maar wat doet hij nou?

Ik kom nu zo dicht in de buurt dat ik zie wat hij aan het doen is. Wat heeft hij in zijn hand? Is dat.. een MUIS?! Zo dus die leven hier ook.. Ik produceer een 'hmm' geluid en William kijkt op.

“Joris?!” zegt William onzeker. Ik knik blij, maar realiseer dat hij dat niet kan zien. Daarom produceer ik weer een 'hmm' geluid en ik zie dat hij de muis loslaat. Hij komt naar me toe geschuiveld en blijft even stil zitten. Dan gaat zijn hand naar mijn mond en hij haalt de tape er in een keer af. “AUW!'' roep ik pijnlijk, maar ben toch blij dat de tape eraf is. “Joris, wat ben ik blij om je te zien!” zegt William. Ik knik en zeg: “Ja ik ben ook blij om jou weer te zien! Ik dacht dat ik je nooit meer zou zien.” “Ja dat dacht ik ook.” zegt William. “Wat hebben ze allemaal met je gedaan?” vraagt hij. Ik haal m'n schouders op en schud mijn hoofd. “Mij pijn gedaan, en in de cel gegooit. En jij?” William knikt zegt: “Ja, hetzelfde..”

“Zeg, maar hoe komt die muis nou weer hier?” vraag ik. “Ja nou kijk weet je ik hoorde ineens iets ritselen en het kwam naar mij toe. Ik was ik nogal onzeker maar daarna zag ik dat het een muis was. Dus als die tijd was ik bang voor niks en toen moest ik heel hard lachen.” zegt hij. Ik moet lachen en ik kijk om me heen. “Ja je hebt me wakker gemaakt!” zeg ik zogenaamd beledigend. William geeft me een stomp en zegt: “Mietje.”

“Maar waar is die muis nou gebleven?” vraag ik aan hem terwijl ik om me heen kijk. Niet dat ik zoveel kan zien maar toch, dan heb ik teminste iets te doen. Een poosje later begonnen mijn ogen iets meer te wennen aan het donker en ik kon verschillende dingen zien zoals visnetten en een paar kratten. Boven op de kratten lag de muis te slapen. Die is ook moe. Ik besloot hetzelfde te gaan doen en ik probeerde makkelijk te liggen op de koude vloer wat nogal mislukte. “Joris?” hoorde ik

William mompelen. Ik keek op en zag dat hij bijna sliep. “Ja, wat is er?” William werd langzaam wakker. “Nou kijk weet je ik heb een vreemde vrouw ontmoet.” Ik knikte en keek hem aan. Zou het dezelfde vrouw zijn als die ik ook heb ontmoet? William begon verder te vertellen. “Ja ze had het ook over jou! Ze zei dat wij elkaar weer zouden zien en dat we allebei piraat zouden worden. Is dat niet heel raar?” Het was alsof ik even geen lucht meer kreeg. “Ik heb misschien wel dezelfde vrouw gezien als jou! Had ze een donkere huid en zwart haar?” vroeg ik hem enthousiast. William knikte en keek me verbaasd aan. “Is ze ook bij jou geweest?” Ik knikte en zei: “Ja en ze zei ook precies dezelfde dingen tegen mij als wat ze ook tegen jou heeft gezegt.” William schudde ongelovig zijn hoofd. “No shit, dat meen je toch niet? Echt waar?” Ik knikte voor de zoveelste keer en vroeg me af hoevaak ik nog moest knikken. “Wat loop jij nou weer te knikken met je hoofd?” vraagt William verbaasd aan mij. Verschrikt stop ik met knikken. In gedachten ging ik gewoon verder knikken met m'n hoofd, oke dat is best falend. Ik haal mijn schouders op en vraag: “Heeft ze ook nog andere dingen tegen jou gezegt?” William schudt zijn hoofd heen en weer. In gedachten verzonken denk ik na.

“Oja, weetje.” begint William ineens weer te praten. Ik kijk hem vragend aan. “Nou vertel.” zeg ik tegen hem. “Nou er kwamen twee mannen voor mijn cel staan. De een had het over dat hij ons kinderen wou waarschuwen dat er piraten aan komen op dit eiland. Volgens mij is dat wel een goede kerel, want hij heeft nog nooit iemand geslagen, alleen de wacht gehouden.” ik knik en vraag: “Is dat niet die nieuweling? Die ons bemoedigende woorden toefluisterd als we vlak voor ons gesprek bij de 'Baas' moeten komen?” William zegt: “He ja, nu je het zegt. Dat is waar, maar wat doet hij hier? Dit is toch geen geschikte baan voor mensen zoals hij?” Ik denk even na. “”Ja, maar zulke mensen zorgen er wel voor dat wij door willen gaan met ons leven. Ja toch? Denk aan dat meisje van 11 jaar, zij wou zich vanaf de rotsen laten vallen maar deed het uiteindelijk niet omdat die man haar heeft gezegt dat ze heel belangrijk is voor ons allemaal. Hij heeft haar omgepraat en dat is toch het beste wat hij heeft kunnen doen in die situatie?” William knikt en dan zegt hij: “Ja oke, maar ik moet je nog wat vertellen. Die andere man is echt gemeen. Had het erover dat hij een kind heel hard heeft geslagen en is daar nog trots op ook.” Ik ril. Dat ging over mij. Ja nu weet ik het weer. Die andere man probeerde hem zelfs nog tegen te houden om mij te schoppen, maar toch deed de man het en toen viel ik weg. Ik zeg dit maar niet tegen William, daar word hij alleen maar kwaad om en daar hebben we niks aan. “Ja zulke mensen heb je.” zeg ik daarom. William kijkt boos, maar gaat verder. “Ja en die akelige man zei dus dat als die piraten eraan kwamen dat alle kinderen hier dan allang dood zijn. En daarna kon ik het gesprek niet meer volgen. Ik schrok me echt kapot, dat is toch vreselijk?! We moeten ze stoppen!” Ik schrok toen William dat vertelde. “Dat kunnen ze echt niet maken, maar ja wat moeten we doen? We kunnen niks doen want we zitten opgesloten. En ik ben gewond en jij zit vastgeketend.” William knikt en zucht moedeloos. Ik hoor hem iets mompelen. “Wat zeg je?” vroeg ik. “Ik haat die mensen hier zo erg he...” Ik knik en ik zeg niks meer.

Plotseling zie ik in gedachten meisje voor me. Ze heeft prachtige groene ogen, en haar haren lijken wel van goud. Ik zie haar staan op een schip. Ze heeft een zwaard in haar hand en draagt piraten kleren. Ze lijkt iets te fluisteren, maar ik hoor het niet. Mijn gedachten worden onderbroken door William.

“Joris? Halloow? Contact?” ik knipper een paar keer met mijn ogen en kijk hem aan. “Wat?” ik hoor hem grinniken. “Waar zat jij met je gedachten?” vraagt hij lachend. “Oh, nergens hoor.” antwoord ik betrapt. “Vast.” zegt William. “Maar wat ik wou zeggen is dat die muis iets naast zich heeft liggen.” ik keek verbaasd naar de muis. En inderdaad, naast de muis, lag een klein ding, in de vorm van een sleutel. Mijn ogen werden groot. Een sleutel?! “William, dat is een sleutel!”

(PIRATES OF THE CARRIBEAN) The Pirate In MeWhere stories live. Discover now