Hoofdstuk 6 Hospital

920 10 4
                                    

Mijn hoofd beweegt zich steeds tussen wakker en slapen. Na de kaakstoot ben ik weer flauwgevallen en nu lukt het me niet om mijn ogen weer te openen hoewel ik af en toe wel merk dat ik wakker ben. Mijn kaak bonkt als de malle en ik hoor stemmen om me heen. Ik lig lekker zacht op een bed en heel zachtjes hoor ik het geluid van machines ‘’piep... piep.... piep...’’ Ik zak weer weg.

Het lijkt alsof ik maanden geslapen heb als ik het eindelijk voor mekaar krijg om mijn ogen te openen. Ik lig in een witte ruimte en even denk ik weer aan de kamer in het begin dat ik hier kwam. Maar hier kan ik gelukkig meubels onderscheiden. Ik zie een kastje en een apparaat en een tv en als ik naast me kijk zie ik zelfs dat er een bed staat met iemand erin. Diegene ligt te slapen dus ik maak hem maar niet wakker om te vragen waar ik ben. Als ik mijn hoofd de andere kant op draai zie ik dat de enige deur in dit vertrek net open gaat. Een man in een witte jas steekt zijn hoofd om de deur en komt daarna met een glimlach binnen. Ik zie dat hij een klembord vasthoudt en ik kan vaag letters onderscheiden, maar ik merk dat mijn zicht niet helemaal scherp is.

‘’Goeiemorgen.’’ De man staat naast mijn bed en checkt de apparaten. Ik kijk naar zijn gezicht en ik merk dat hij er heel jong uitziet. ‘’Goeiemorgen.’’ Mijn stem klinkt rasperig, alsof ik al dagen niks gedronken heb. ‘’Wat is er gebeurd?’’ Vraag ik. De man wacht nog even met antwoorden, pas als hij klaar is met de apparaten draait hij zich naar mij. ‘’Tijdens de training heb je een harde klap tegen je kaak en slaap gekregen. Hierdoor ben je buiten bewustzijn geweest voor ongeveer 3 dagen.’’ Ik schrik meteen op. ‘’3 Dagen!?’’ Dat is lang, denk ik bij mezelf. De man knikt en vraagt. ‘’Hoe voel je je nu?’’ Ik beweeg mijn hand naar de kloppende kaak. ‘’Het doet nog steeds pijn. Net zoals mijn keel trouwens.’’ De jongen grinnikt. ‘’Dat komt omdat je dus drie dagen niks gedronken hebt.’’ Hij knipoogt.

Mijn zicht begint beter te worden en ik kan nu het naamkaartje van de jongen lezen. Sam Meeuws. Sam draait zich van me af en zegt. ‘’Er komt zo een zuster eten brengen en daarna gaan wij samen wat testjes doen.’’ ‘’Dankje Sam.’’ Voordat Sam de deur uit loopt draait hij zich nog even om en lacht hij.

Na tien minuten komt er een zuster binnen. De vrouw naast mij is ook wakker geworden. Waarschijnlijk door de geur van gebakken ei. Ik merk meteen dat ik heel erg honger heb dus ik begin meteen mijn eten naar binnen te schrokken. ‘Rustig rustig’’ De zuster schudt haar hoofd terwijl ze kijkt hoe ik als een beest zit te eten. Ik bloos en neem even een kleine pauze om adem te halen. Daarna eet ik in alle rust het laatste beetje ei van mijn bord. Als de zuster mijn bord meeneemt heb ik nauwelijk tijd om adem te halen want Sam komt alweer binnen gelopen.

‘’Zo, nu je gegeten hebt ga ik je eerst vertellen wat we allemaal gedaan hebben en wat we nu nog gaan doen.’’ Ik knik. ‘’Toen je hier binnen kwam was je kaak gebroken, wij engelen hebben daar gelukkig een middeltje voor dat botten weer aan elkaar kan binden. Dit doet alleen veel pijn, en het veroorzaakt nu ook het geklop in je kaak. Verder had je een hersenschudding, maar die is nu grotendeels al over.’’ Ik wrijf met mijn hand door mijn haar, ik heb nog nooit eerder een hersenschudding gehad en ik verwacht echt dat ik strak een enorme bult op mijn hoofd vind maar gelukkig is dat niet zo. ‘’De eerste test die we hebben gedaan is het eten.’’ Huh ik heb net gewoon gegeten en dat was een test? ‘’We moesten namelijk weten of je kaak als sterk genoeg was om je eten te kauwen. Dat was gelukkig zo.’’ Gelukkig maar, want zonder eten kom ik echt niet ver. ‘’Je mag alleen de komende dagen geen kauwgom, drop of winegums en dergelijken eten, dat kan namelijk nog wel eens heel pijnlijk zijn.’’ Helaas, geen snoep hier wordt ik verdrietig van! ‘’Nu gaan we kijken of je hersenen het weer aankunnen, ik vraag je zometeen om één voor één al je ledematen op te tillen en dan gaan we si kijken hoe dat gaat.’’ Ik knik, wordt een makkie! ‘’Oke je rechterbeen.’’ Ik til mijn been op waarvan ik denk dat het rechts is. ‘’Oh oh je hersenen zijn nog een beetje in de war.’’ Grinnikt Sam. Ik kijk hem verbaasd aan. Wat is er aan de hand? Ik heb toch gewoon mijn rechterbeen opgetild. Niks moeilijks aan! Maar als ik naar mijn been kijk zie ik dat mijn linkerbeen omhoog is getild, niet mijn rechter. Mijn mond vormt een O en ik laat hem gauw zaken. Blozend kijk ik hem aan. ‘’Oeps.’’ Zeg ik zacht. Hij lacht. ‘’Dat geeft niet hoor, dat is hartstikken normaal!’’ Hij raakt even mijn rechterbeen aan en daardoor weet ik welke spieren ik moet gebruiken. Ik til mijn rechterbeen op en kijk hem trots aan. ‘’Goedzo!’’ Hij vraagt daarna nog of ik mijn arm, hand en tenen wil bewegen en dan is hij tevreden. ‘’Nu gaan we even lopen, dat heb je de laatste dagen natuurlijk niet gedaan, dus dat kan nog wel is lastig worden.’’ Hij reikt voor mijn hand die ik aanneem, hij haalt eerst het infuus eruit en daarna kan ik overeind gaan zitten. ‘’Oke neem je tijd.’’ Ik sta voorzichtig op. Mijn benen trillen en het kost best veel moeite, maar het lukt me om de eerste stap te zetten. ‘’Goedzo. Rustig aan.’’ Bemoedigt Sam me. Na een aantal stappen merk ik dat het al helemaal goed gaat. ‘’Ik denk dat ik genoeg weet.’’ Sam leidt me terug naar het bed en ik laat me er lekker in zakken. ‘’Oh ja vergeten te zeggen.’’ Begint Sam. ‘’Er zijn hier drie dagen lang een jongen en een meisje geweest die elke keer weer kwam kijken hoe het met je ging.’’ Ruben! Laat het alsjeblieft Ruben zijn. Ik weet niet waarom maar ik voel me echt verbonden met hem. Die keer dat ik hem zag op de training voelde ik me zo vrolijk. Toen maakte het me even niet meer uit dat ik eigenlijk dood ben. “De jongen heette Ruben geloof ik, en het meisje was je huisgenoot. Ze waren heel erg bezorgd om je!’’ Sam knipoogt en ik lach. ‘’Je mag trouwens naar huis.’’ Zegt hij nog. ‘’Bedankt’’ fluister ik in een zachte toon. Ik sta op en hij laat me alleen. Ik trek het gordijn dat naast mijn bed hangt dicht zodat ik even rustig kan omkleden. Daarna wordt ik het ziekenhuis uit geleidt en stap ik op mijn fiets om naar huis te gaan. Ik merk dat ik nog steeds een beetje ‘shake’ maar verder gaat het prima. Als ik thuis kom wordt ik meteen opgewacht door Amilie. ‘’Meid!’’ Ze omhelst me stevig. ‘’Ik wou je net komen opzoeken maar ik werd gebeld dat je ontslagen bent uit het ziekenhuis.’’ Ze verstevigd haar grip. ‘’God ik was zo bezorgd!” lachend verwijder ik me uit haar grip. “Alles gaat prima!” verzerker ik haar. Eindelijk laat ze me helemaal los en neemt me mee naar binnen.

‘’Je hebt trouwens de drie dagen dat je in het ziekenhuis gelegen hebt gewoon doorbetaalt gekregen. Ze hebben het geld al op je rekening gestort.” “Fijn” antwoordt ik. “Ik denk dat ik even op bed ga liggen” Ik beweeg al richting trap, ik voel me slap en ik kan niet wachten om even te slapen. Ookal heb ik dat de afgelopen drie dagen al gedaan, dat was anders. Veel onrustiger ofzo. “Is goed hoor!” Hoor ik Amilie zeggen die de keuken inloopt. Ik loop de trap op en in mijn kamer laat ik me op bed vallen. Snel sla ik de dekens om me heen. Die stomme Anja, die is me niet eens opkomen zoeken ik draai me om en val algauw in een vredige, diepe, droomloze slaap. 

YES nieuw hoofdstuk speciaal vooor jullie!

Bedankt voor het geduld dat jullie hebben,

Ik weet het, ik ben niet zo snel in uploaden, maar ik doe mijn best!

Als jullie nou allemaal de moeite nemen om even te stemmen (EN te reageren) voordat jullie weggaan, word ik heel erg vrolijk! En, misschien upload ik dan sneller.

DUS.. stem het nieuwe hoofdstuk vrij :)

Bye, 

The Afterlife.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu