Hoofdstuk 1

10 1 0
                                    

P.O.V Noa

Mijn naam is Noa Hood, het is momenteel december. Ik lig in bed lekker ingestopt onder zo'n veertien dekens en ik doe helemaal niets behalve per seconde warmer worden. Ik wil je helemaal niet ongerust maken ofzo, maar ik denk dat ik ernstig ziek ben. Mijn handen zijn klam, mijn maag speelt steeds op en ik ben beduidend bleker dan tien minuten geleden.
plus: Mijn gezicht is helemaal bedekt met iets dat alleen maar kan worden omschreven als een soort......uitslag. Het zijn rode vlekjes die verspreid zijn over mijn hele gezicht.
Ik pak nog een keer het spiegeltje van het tafeltje naast mijn bed, kijk er in en slaak een luide zucht. Geen twijfel mogelijk: ik ben ernstig ziek. Snuivend schuif ik iets dieper onder mijn dekbed en kijk op m'n klok, dan doe ik m'n ogen dicht en tel in mijn hoofd:
Tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee......
Op dat moment, precies op tijd, zoals altijd, gaat de deur open.
Daar staat ze Jade
Voor alle duidelijkheid, Jade is mijn beste vriendin en we zijn zo op elkaar ingespeeld dat het lijkt alsof we samen een stel hersenen hebben, dat in twee stukken zijn verdeeld bij onze geboorte. Wat ik probeer te zeggen is: we zijn heel close. We zijn in harmonie, we zijn precies het zelfde (van binnen) we hebben dezelfde gedachten en er valt nooit een kwaad te worden.
Maar goed.
Ze zet een stap de kamer in, kijkt naar me en blijft dan staan met haar handen in haar zij.
'Goedemorgen' zeg ik met een schorre stem vanonder de dekens en dan begin ik hard te hoesten.
'Haal het niet in je hoofd!' snauwt Jade ik hou op met hoesten en kijk haar aan met mijn meest grote en verwarde ogen aan. 'Hmmm?' zeg ik onschuldig. En dan begin ik weer te hoesten. 'Ik meen het, waag het niet er zelfs maar aan te denken.'
Ik heb geen idee waar ze het over heeft. Mijn hersenen moeten gezwollen zijn van de koorts.
'Jade' zeg ik zwakjes, ik doe m'n ogen dicht en druk met mijn hand tegen mijn hoofd. 'Ik heb slecht nieuws' ik doe één oog open en kijk de kamer rond. Jade staat nog steeds met haar handen in haar zij.
'Laat me raden,' zegt ze droog. 'Je bent ziek.'
Ik tover een zwak, maar dapper glimlachje tevoorschijn 'Je kent me zo goed' zeg ik warm. 'We zijn echt twee zielen, één gedachte Jade'
'En jij hebt het goed mis als je denkt dat ik je niet zometeen aan je voeten uit je bed zal sleuren' Ze doet een paar stappen in mijn richting 'En ik wil ook mijn lippenstift terug' zegt ze terwijl ze mijn richting op loopt, ik schraap m'n keel 'Lippenstift?'
'Ja, de lippenstift waarmee je al die rode stippen op je gezicht heb gezet'
Ik doe mijn mond open en weer dicht 'Het is geen lippenstift, het is een gevaarlijke infectie' zeg ik met een klein stemmetje. 'Dan is het een gevaarlijke infectie met glitters, Noa, die toevallig perfect bij mijn nieuwe schoenen past.'
Ik schuif iets dieper onder de dekens, zodat alleen mijn ogen nog te zien zijn. 'En er komt wit talkpoeder van je gezicht hé?'
Ik snuif even. O, chippies, 'Het is belangrijk om zieke mensen droog te houden' zeg ik zo luchtig als ik maar kan.
Jade zucht weer. 'Kom uit bed, Noa'
'Maar.....'
'Kom uit bed.'
'Jade, ik....'
'Eruit. Nu.'
Ik kijk in paniek onder de dekens.
'Kom uit bed aansteller!'
En voor ik mezelf kan beschermen, springt Jade op me en trekt de dekens weg.
Er valt een stilte.
'O, Noa,' zegt ze met bedroefde en tegelijkertijd triomfantelijke stem.
Want ik lig helemaal aangekleed in bed met mijn schoenen aan. In mijn ene hand heb ik een bus talkpoeder en in de andere een vuurrode lippenstift.

HELLO, MENSJES
DIT IS PAS HET EERSTE HOOFDSTUK VAN HE'S MY WHAT?!
IK HOOP DAT JULLIE HET LEUK VONDEN ZO NIET TIPS ZIJN ALTIJD WELKOM : )

He's my what?! (5SOS FANFIC)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu