Seizoen Ziel - 1ste paragraaf

60 3 0
                                    

(Ik zag er een uitdaging in mijn emoties tastbaar te maken.)

Mijn hoofd is een bos, mijn gedachten een oerwoud. De schemer is gevallen, en de bomen laten droevig hun bladeren naar de aarde zakken. De storm en de donder zijn mijn vuisten wanneer ik mijn woede bespreekbaar maak. Het is herfst.

The rimpels onder mijn ogen hebben zich gevuld met aarde, en maken de zoute regen modderig. Aan mijn wimpers kleeft kou, maar ik voel deze pas wanneer ik mijn make-up probeer weg te smeren. De mist ruikt naar alcohol, en ik kan geen hand voor ogen zien. Het is winter.

Mijn buik is gevuld met vlinders, ze maken me misselijk. Hun vleugels zijn gebroken en ze zijn reeds gestorven. Mijn hart is mijn allergie, ik nies en ik proest. De pijn blijft onmiskenbaar. Leugens worden duidelijk met de smeltende sneeuw. Het is lente.

Ik word wakker met warmte op mijn bast van mij, ik verbrand. Zelfs mijn longen smachten naar water, al kan ik niet meer ademen. Zweet druipt en plakt aan mij als het schuldgevoel waar ik mee leef. Ik doe 't gordijn dicht, het is pas 4 uur 's ochtends. Het is zomer.

OefenpromptsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu