Hoofdstuk 3

27 3 1
                                    

Ik open voorzichtig mijn ogen en zie dat ik in een slaapkamer lig die ik niet ken. Ik probeer mezelf voorzichtig omhoog te duwen, maar mijn spieren zijn stijf en er gaan verschillende pijnscheuten door mijn lichaam heen. Ik besluit om stil te blijven liggen en eerst in de kamer rond te kijken. Ik draai mijn hoofd naar rechts en zie een jongen in de deuropening staan, die er net nog niet stond. Ik verstijf en houd mijn adem in. 'Nee! Nee, blijf ademen! Inademen, en uitademen.' Zegt hij als hij naar me toe komt rennen. Ik probeer om mezelf naar de andere kant van het bed te verplaatsen, maar dat gaat moeilijker dan ik had gehoopt. Ik volg wel zijn advies op, ik adem weer, ondanks dat ik wel sneller adem.

'Wie ben jij?' fluister ik en ik kijk hem met geschokte ogen aan. Ik volg elke beweging die hij maakt. Hij zucht even en wijst naar het puntje van het bed. Hij wacht tot ik reageer en hem een goedkeuring geef. Ik knik heel voorzichtig, maar kruip ondertussen wel naar het uiteinde van het bed.

'Ik zou niet te veel bewegen, je bent behoorlijk vaak... gevallen.' Zegt hij en hij twijfelt even over wat hij had gezegd.

'Ik maak zelf wel uit of ik beweeg of niet.' Reageer ik nors. Maar dat mag ook wel, hij heeft mij gewoon ontvoerd. O, nee! Ik ben ontvoerd,wat moet ik doen? Ik besefte nog niet eens dat hij me gewoon heeft meegenomen. Ik kijk angstig de kamer rond en zie aan de andere kant, tegenover het bed, een groot raam. Daar kan ik makkelijk uit ontsnappen als hij even weg is.

'Oké...' mompelt de jongen en toen herkende ik hem pas.

'Jij bent die rare jongen uit het café waar ik werk!' roep ik uit en hij schiet even in de lach.

'Ik heb dus een reputatie, dank je.' Zegt hij en hij glimlacht, maar ik kijk hem weer boos aan. Hij zucht even diep in. 'Ik ben Mathias.' Zegt hij dan en hij steekt zijn hand voor zich uit. Ik kijk er verward naar. Hij kijkt zelf ook even naar zijn hand en dan weer naar mij, maar ik vertik het om zijn hand te schudden, dus ik knik gewoon.

'Oké, bedankt. Fijn om te weten. Als je me wilt excuseren, ik ga naar huis.' Zeg ik en ik wil opstaan, maar ik verkramp van de pijn. Mathias snelt naar me toe, in een onmogelijke snelheid, en houdt me tegen.

'Ik zei toch dat je niet moest bewegen. En het spijt me, maar ik kan je zo niet laten gaan.' Zegt hij, maar ik knik.

'O, jawel. Dat kan je wel. Als jij mij gewoon dit huis uitlaat lopen,' Zeg ik, maar Mathias grijpt met zijn koude hand mijn pols beet. 'Dat doet pijn.' Zeg ik als ik naar mijn pols kijk. Hij laat me snel los en zet een stap naar achteren.

'Sorry, dat was niet de bedoeling. Niets van dit is de bedoeling.' Zegt hij en hij kijkt angstig om zich heen.

'Als dit niet de bedoeling was, waarom heb je me dan ontvoerd?' vraag ik en ik kijk weer naar het raam, mijn enigste ontsnappingsroute waarvan hij niet merkt dat ik weg ben.

'Ik heb je niet ontvoerd, echt niet. Ik heb je meegenomen, omdat ik de opdracht kreeg om op je te letten.' Zegt hij voorzichtig en ik haal mijn wenkbrauwen op.

'De opdracht? Van wie?' vraag ik en hij gaat op het bed zitten. Ik volg zijn voorbeeld en ga ook zitten. Ik negeer de pijn die door mijn lichaam gaat en draai dan mijn hoofd om naar Mathias. Hij zucht diep en zoekt dan mijn ogen op.

'Jouw... vader heeft je een naam gegeven, toch? Vlak voordat hij en je moeder-'

'Hoe weet je daarvan?' onderbreek ik hem. Ik hoef niet het hele moordverhaal weer te horen, van iemand die denkt dat die het beter weet als ik. Ik wil gewoon meteen naar het punt komen dat hij me verteld hoe hij daar van weet en wat er met die naam is.

'Dat probeer ik je uit te leggen. Weet je welke naam daarop stond?' vraagt hij en ik haal mijn schouders op.

'Een oude naam, iets met een L, of zo. Het maakt niet uit, ik wil naar huis.' Zeg ik en ik wil weer opstaan.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jun 13, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

BloodlustWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu