1

20 1 2
                                    

Mijn korte bruine haren staan alle kanten op en voelen vies en vettig aan. Mijn slobberige rode vest en zwarte spijkerbroek hangen om mijn broodmagere lichaam. Al drie dagen zit ik zonder eten en mijn maag schreeuwt het uit. Struinend op de vuilnisbelt zoek ik naar eten, maar zonder enig succes.
Op mijn versleten, rode, All Stars sneakers loop ik naar een andere vuilnisbelt. Hier heb ik gelukkig meer succes. Ik vind een oud, zilveren zakhorloge- die nog goed functioneert- en een parelketting. Als ik dit naar Gulle Willie breng krijg ik er vast wel iets redelijks voor terug. Dus loop ik naar het wegrestaurant waar hij werkt. Beter gezegd: waar hij de baas is. Gulle Willie, ook wel gewoon Willie genoemd, heet namelijk eigenlijk William Chester, maar iedereen noemt hem Gulle Willie. Na sluitingstijd van zijn wegrestaurant, vangt hij soms zwerfkinderen op in ruil voor hun goederen.
Het belletje van de voordeur duidt mijn aankomst aan en ik hoor algauw de loche voetstappen van Willie. Zijn zweterige lijf is bedekt met een wit hemd dat aan zijn lichaam vastplakt. De enige paar haren die hij nog op zijn hoofd heeft, zitten erop vastgeplakt van het klamme zweet en een weeïge zweetgeur duidt zijn komst al aan zelfs voordat hij de hoek omkomt. Zijn zwarte broek zit zoals altijd te strak en te laag waardoor van achteren ongetwijfeld een grote bilspleet te zien is.
'Hey Ruby! Wat heb ik jou lang niet meer gezien zeg.' Hij praat een beetje slissend, doordat hij enkele kiezen mist. Lachend loop ik op hem af. 'Hey Willie hoe gaat het met de kinderen?' Ik spring op de toonbank en ga voor hem zitten. Hijgend zakt hij op een stoel neer. 'Ja gaat prima. Liena slaapt weer goed door en daardoor is Esmeralda ook weer blij. Wat betekent dat als vrouwtje blij is, ik dat ook ben.' Samen schieten we in de lach. 'Ach Willie toch.' Ik loop naar hem toe en geef hem een klap op zijn schouder.
'Kom op Ruby is dat alles wat je kan? Vroeger was je veel sterker.' 'Maar toen had ik nog fatsoenlijk gegeten.' De lach op Willie's gezicht verdwijnt. 'Ruby je weet dat je altijd hier een paar nachten kan verblijven hè? Esmeralda vindt dat vast niet erg, ze is dol op je. We hebben boven nog wel een plekje over.'
Het huis van Willie is letterlijk boven het wegrestaurant. Je loopt de gang door, dan een trap op en dan sta je in hun woonkamer. Ik ken het hier op mijn duimpje. Toen ik 11 was en al zo'n jaartje op straat leefde, kwam ik deze plek tegen. Willie en zijn vrouw, Esmeralda, hebben me toen opgevangen. Toen hadden ze hun oudste dochter, Stella, nog, die vervolgens, een jaar later, om het leven kwam tijdens een auto ongeluk. Al die tijd ontfermden Esmeralda en Willie zich om mij en zorgden dat ik bleef leven. Tot op de dag van vandaag ben ik ze nog steeds dankbaar.
Ik geef Willie een dankbare glimlach. 'Hoeft niet. Ik ben jullie alleen maar tot last. Ik kan wel voor mezelf zorgen, maar alsnog bedankt.' Willie lacht met een trieste lach terug, omdat hij weet dat hij me toch niet op andere gedachten kan brengen. Het leven op straat maakt je hard en leert je voor jezelf te zorgen. De enige regels zijn:

-Vertrouw niemand, behalve jezelf.
-Zorg ervoor dat je niemand iets schuldig bent.
-Kijk altijd uit voor bendes en hun tags. Als je een bepaalde tag van een bende ziet, moet je daar zo snel mogelijk wegkomen. Als jij je niet met hun zaken bemoeit, bemoeien zij zich niet met die van jou.

Ik haal de twee gevonden voorwerpen uit mijn zak van mijn vest. 'Ik heb dit gevonden op de vuilnisbelt en zou het graag willen ruilen voor kleren en wat eten.' 'Bambino ancora! Hoe vaak moet ik je wel niet vertellen dat jij niks hoeft te ruilen? Als je iets nodig hebt vraag het me gewoon, dan krijg je het van me.' Zegt hij met een nep Italiaans accent. Willie doet graag alsof hij Italiaans is, terwijl hij eigenlijk gewoon 100% Nederlands is.
'Willie je weet dat ik dat niet wil. Hier neem het gewoon aan. Doe het voor mij.' Ik knipper overdreven met mijn ogen en lach lief naar hem. Ik weet dat hij dat niet kan weerstaan, dus zuchtend stemt hij ermee in.
'Blijf daar zitten dan maak ik eens even voor jou een lekker stapel pancakes. Esmeralda! Haal eens even wat kleren en laat het bad vollopen voor Ruby!' Met open mond staar ik Willie aan. 'Ik heb helemaal niet gevraagd om een bad!' Protesteer ik. 'Nou cameriera, je hebt het nodig. Esmeralda zal je eigenhandig schoonmaken.' 'Ik word toch zo weer vies!' Stamel ik, maar ik weet dat deze discussie zinloos is. Wat dat betreft is Willie zo onvermurwbaar. Dat heb ik vast van hem geleerd.
Dus eet ik zwijgend mijn pancakes op en word elke vierkante centimeter van mijn huid geschrobd en gepoetst, totdat ik ruik naar een bos lavendel.
Wanneer ik mezelf heb afgedroogd, komt Esmeralda de slaapkamer ingelopen. Zij is een prachtige, slanke vrouw met zwart golvend haar en prachtige bruine ogen. Haar haren zijn opgestoken in een knot en een rode roos steekt in haar haar. Ze draagt een prachtige rode jurk die haar figuur goed laat uitkomen. Stella had haar hoge jukbeenderen en ronde wangen geërfd.
Ze heeft een klein stapeltje kleren in haar handen. 'Ik heb hier wat kleren van Stella. Ze zou vast willen dat jij ze zou aantrekken. Ze was echt gek op je.' Ontroerd kijk ik naar het stapeltje kleren. 'Dank je.' Zeg ik met een dankbare lach. Ik kleed me gauw achter een scherm om.
De kleren bestaan uit een donkerblauwe skinny jeans, met daaroverheen een witte blouse en dáár weer een warme blauw-wit gestreepte trui. Het kraagje van de witte blouse komt over de trui heen en de mouwen komen eronderdoor. Ik vind de kleding fantastisch en omhels Esmeralda dankbaar. 'Het is al goed. Ze staan je fantastisch.' Willie komt naast zijn vrouw staan en slaat zijn arm om haar heen, om haar vervolgens tegen zich aan te trekken. Willie is wel twee keer zo groot als Esmeralda en toch zijn ze perfect voor elkaar gemaakt. Ik heb nog nooit zo'n verliefd stel gezien. Ook Willie geef ik een knuffel. 'Dank je.'
Nog zo'n vijftien minuutjes praten we gezellig met elkaar, totdat Esmeralda bij Liena gaat kijken. Willie wend zich met een ernstig gezicht naar mij.
'Ruby, Esmeralda en ik hebben het er met elkaar over gehad en wij willen je graag iets geven. We hebben wat geld ervoor verzameld en hebben iets voor je gekocht. Hij staat op en loopt weg, na wat gerommel in de keuken komt hij terug met een prachtige, grote schooltas. De tas is versierd met verschillende planten, bomen en dieren. Met open mond staar ik ernaar. 'H-hij is prachtig.' Stamel ik. 'We geven je wat eten en kleren mee en we hebben ook nog dit.' Hij haalt een mobiel achter zijn rug vandaan. Het is een oude Nokia telefoon, maar goed genoeg voor mij. 'Onze telefoonnummers staan erin. Zo kun je ons altijd bereiken wanneer je bijvoorbeeld in de problemen zit.
Ik spring op en omhels Willie stevig. 'Dank je wel. Jullie hebben zoveel voor mij gedaan. Echt waar. Dank jullie wel.' Na nog Esmeralda gedag te hebben gezegd en al mijn spullen te hebben gepakt, vertrek ik weer.
Met mijn warme kleren en tas vol eten loop ik weer over de straten, opzoek naar een goede slaapplaats. Mijn buikje heb ik tevreden vol gegeten bij Willie en ik voel me helemaal voldaan. Ik nurie zelfs een liedje die mijn ouders altijd voor me zongen.
Mijn nieuwe kleren verhullen goed mijn magere lichaam en ik lijk er zelfs ietsjes dikker door. Ik vind het fantastisch.
Op de hoek stop ik, om goed mijn omgeving te checken op eventuele band tags, maar ik zie er nergens één.
Zodra ik nog een stap zet, scheurt er een zwart busje voor me langs en word de deur open geschoven. Twee mannen met bivakmutsen op pakken me bij mijn armen vast en sleuren me naar binnen. Ik verzet me uit alle macht en krab de hand open van één van mijn belagers. De ander trap ik in zijn ballen en knieholte en snel ren ik weg. Ik spurt de straten door, met één van mijn belagers op de hielen.
Als je iets van leven op straat leert, is het wel hoe je je moet verzetten. Ik pak mijn stiletto mes, die ik altijd in de zak van mijn vest bewaar, en houd hem gereed. Steeds sneller en sneller blijf ik rennen en kom uiteindelijk uit op een open weg. Als ik met de weg mee ren is de kans groot dat ze me vinden, dus moet ik de andere kant op. De weg gaat de linkerkant op, dus ren ik rechts. Op die manier is het onmogelijk om het busje op de weg te draaien en me te achtervolgen. Ik blijf alsmaar doorrennen, totdat ik merk dar niemand me meer achterna zit. Hijgend laat ik me in een donker steegje langs de weg in elkaar zakken. Vurig wensend dat ik nu géén volle maag had. Met eten in je maag ren je langzamer.
Na tien minuten in de steeg te hebben gezeten, sta ik voorzichtig op. Wanneer ik uit de steeg kom, zie ik de grote bandtag. En niet van zomaar een bende, maar van de Collorado's. Zij zijn de meest gevreesde bende die dit gedeelte terorriseert. Ik moet hier maken dat ik weg ben, want ze zijn altijd 's avonds actief. Ze handelen in meisjes en drugs en bepaald niet zachtzinnig. Ik zet het weer op een rennen en kom weer uit bij de weg. Vanaf hier moet ik eigenlijk alleen maar richting links rennen, met de weg mee, maar dan is er de kans dat ik mijn eerdere belagers in de kaart speel. Als ik de andere kant op ren, kom ik ongetwijfeld in de handen van de Collorado's. Wat heb ik liever? Dus ren ik met de weg mee. Recht in de handen van mijn eerdere belagers. Recht mijn ondergang tegemoet.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jul 10, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Kidnapped, but I don't mind~{Dutch}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu