2

26 0 3
                                    

Lief dagboek,

Vandaag is het alweer een week geleden sinds ik ben gevonden in het bos, of in ieder geval, gespot ben in het bos. De vrouw van het politiebureau en de vrouw van het opvangtehuis hebben alles voor mij geregeld. Ik moet morgen naar school, voor het allereerst in mijn hele leven. Ik kijk er tegenop en ik ben nog wel bang. Vader heeft me niets voor niets gewaarschuwd voor de bewoonde wereld, maar dat is niet het enige. Ik weet niet eens wie ik ben, en wie mijn vrienden zijn. Laatst kwam er een meisje genaamd Johanna op bezoek. Blijkbaar zijn we beste vriendinnen. Ze was zo blij om mij te zien. Ik voel me nog steeds schuldig. Ik ben niet de vermiste Anne Dover. Ik ken die Johanna niet eens. Hoe wel, ze was super aardig! Alleen ik voelde me wel op mijn gemak bij haar. Ze vertelde me over de 'evil bitches' Ridley en Laura. De zogenaamde mean girls van de school. Het schijnt dat ze roddelen over mij. Ik bedoel over Anne Dover. Vandaag ga ik mijn spullen halen, en alles klaarzetten voor morgen. Kelly, mijn verzorgster van het opvangtehuis, gaat mee. Ik ben ook al bevriend met een ander meisje in het opvangtehuis. Haar naam is Amelie. Ze helpt me met het plezier hebben in het opvangtehuis. Er zijn heel wat leuke dingen te doen (en grapjes uit te halen) hier. Toevallig zie ik Amelie net voorbij lopen, in haar pyjama nog. Wanneer ik om 1 uur 's middags in mijn pyjama loop, krijg ik problemen met Kelly.

''Hey Am.'' Roep ik. Ze kijkt heel even wat verward, maar dan verschijnt er een grote glimlach op haar gezicht. 

''Anne,'' Antwoordt ze opgeklaard. ''Kom je mee naar de speeltuin zo?'' 

Ik aarzel wat, maar antwoord dan terug. ''Kan niet, moet schoolspullen kopen.'' 

Haar ogen richten naar de grond toe, en haar blik veranderd meteen. Ze loopt teleurgesteld weg, en vliegt dan meteen naar Kelly toe om haar lastig te vallen. 

''Sorry, Amelie!'' Roep ik nog snel, voordat ze weer gaat stoken over mijn 'vervelende gedrag' bij de begeleiders. Helaas had ze Kelly al weer in haar greep gekregen. Kelly kwam de kamer binnen en keek me met een teleurgestelde blik aan.

''Ik heb helemaal niets gedaan!'' Zei ik eerlijk tegen Kelly, ''Amelie gaat weer zitten te stoken, mag ik nou één keer rust aan mijn kop? Alsjeblieft!'' 

Kelly zuchtte, en liep de kamer in. ''Ik weet dat het niet makkelijk voor je is, Anne,'' Begon Kelly met praten, ''Maar we leven nou eenmaal met elkaar in dit huis, dat betekent dus dingen voor elkaar doen.'' 

Ik plofte weer neer op mijn bed, en verstopte mezelf in de zachte dekens. 

''Laat me gewoon met rust.'' 

Ik keek heel snel naar Kelly, en achter haar stond Amelie. Dat schijnheilige wijf. Hier kon ik dus boos om worden. 

''Anne,'' Zegt Kelly op een boze toon, ''Uit bed.'' 

Ik keek Kelly aan met een boze blik, en draaide me daarna weer om. 

Opeens hoorde ik Kelly kuchen en draaide ik me weer snel om. 

''Kelly!'' Riep ik in paniek. 

Ze was aan het stikken! Ik keek naar haar hand en haar beide handen waren helemaal bevroren. Ze waren.. van ijs. Langzaam veranderden haar benen ook in ijs en begon Amelie keihard te gillen en huilen. Ik rende zo snel mogelijk naar de badkamer om daar twee föhns te halen. Ik en Amelie zaten er beide te trillen uit angst en probeerden haar te ontdooien, ''Alsjeblieft, Kelly!'' Smeekte ik uit verdriet. ''Vergeef me!'' Ik keek naar de arme Amelie, ze liet zichzelf neervallen op de grond en begon te beven. Amelie was in shock. Ik bleef maar huilen en huilen, het lukte me niet om Kelly te redden. Kelly was... Kelly..

Kelly was doodgevroren,

Door mij.

Later die dag was Amelie uit haar shock gekomen. Ik zei tegen haar dat het een ongeluk was, en dat Kelly nu in de hemel zit met alle goede mensen. Dat was de enige manier waarop ik Amelie kon gerust stellen en om haar te laten zwijgen. Ik heb haar laten geloven dat het een ongeluk was, maar dat was het niet. Het ongeluk was ik. Ik had iemand gedood, daar had moeder me voor gewaarschuwd. Ik moet hier weg, maar alles is bewaakt sinds vanochtend. Toen de andere begeleiders Kelly's lijkbleke gezicht zagen, hadden ze direct het hele terrein omsingeld. Ik had namelijk gezegd dat er iemand had ingebroken. Ik had het raam opengeslagen net na dat Amelie de kamer verliet. Ik had bloedende leugens aan mijn handen. Het lijkt alsof deze dodelijke ziekte zich verspreid in mijn lichaam, alsof het niet op één punt gebruikt kan worden en de controle in handen kan hebben. Het was ondertussen alweer 7 uur 's avonds. Morgen moet ik nog steeds naar school, die belofte houd ik aan Kelly. Ik kon het niet geloven. Vanochtend was ze nog boos op me, en nu is ze overleden. Weg, dood en..

Vergeten.

Haar familie, haar man, waarom moest alles zo eindigen? Opeens hoor ik Amelie gillen in de kamer naast mij. Sinds het afschuwelijke ongeluk van vanochtend, heeft Amelie vreemde buien. Soms dan gilt ze, soms dan trilt ze op en neer, en soms dan roept ze vage dingen. Ze was nog maar 12 jaar en ze had nu al een lijk gezien. Hoe moest ze anders reageren? Een volwassen 17-jarige tiener zoals ik, die zou wel meer aankunnen. Zo denken de verzorgsters in dit opvangtehuis, tenminste. Ze zien me net als één van hun: een verzorgster. Alleen maar omdat ik ouder ben, dat betekent niet dat ik normaal kan omgaan met het feit dat ik iemand heb... 

Ach, laat maar. Het boeit ook niets meer. Ik kan naar de hel toe gaan en Amelie naar de hemel. Dat is wel duidelijk gemaakt vandaag. Ik staarde uit het raam voor een moment en plofte neer op mijn bed. Ik was moe, merkte ik. Heel langzaam viel ik in slaap. Ik had vreselijke nachtmerries over lijken en moordenaars. Over mijn moeder, over de dood. Ik voelde me verdoofd, neergeschoten in het hoofd. Ik had geen gevoel meer, alleen maar leegte. Die leegte moest ik ook zo houden voor morgen, voordat ik weer iemand pijn doe.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Aug 29, 2018 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

WinterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu