Spijt komt achteraf - Waargebeurd

007

Ik werd wakker door mijn telefoon. Het was Yousef. 'Goeiemorgen schoonheid', zei hij. 'Goeiemorgen lieverd', zei ik en ging recht zitten. 'Zie ik je over een half uur, dezelfde plek?', vroeg hij. 'Is goed, ik zie je zo', zei ik en hing op. Ik zuchtte. Jamal is Youssefs vriend, wat als Youssef achter al dit komt. Ik zal hem verliezen, maar dat wil ik niet. Waarom was ik hem niet tegen gekomen voordat mijn oom mij verkrachtte. Alles zou anders zijn. Ik keek in de spiegel. Ik zag er moe uit. Ik nam een douche en trok een zwarte broek aan met een Kenzo t-shirt. Ik trok mijn Nike Hauraches aan en deed een Deus pet op. Ik liep naar beneden. 'Goeiemorgen', zei Jessy. 'Goeiemorgen', zei ik. 'Ga je niet ontbijten?', vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd. 'Is er niets wat je wilt zeggen, ik merk het aan je, je zit ergens mee', zei ze. Ik ging zitten. 'Ik kwam een jongen tegen, Youssef. Hij was zo speciaal en ik kreeg gevoelens voor hem. Ik weet dat dat dom van me is want ik ben een hoer, maar ik kon er niets aan doen. Hij was zo speciaal en serieus, anders dan alle jongens die ik in mijn leven heb gekend. Maar gisternacht was ik bij een jongen en later kwam ik erachter dat het zijn vriend was. Ik ben bang dat Youssef erachter komt wat ik werk, ik wil hem niet kwijt', zei ik en begon te huilen. 'Rustig aan', zei Jessy en nam me in haar armen. 'Niet huilen, het komt goed. 'Ging je naar hem?', vroeg ze. Ik knikte. 'Ga naar hem toe, doe heel normaal tegen hem, het komt allemaal goed', zei ze en wreef over mijn rug heen. Ik knikte maar en stond op. Ik deed mijn zonnebril op en stapte mijn auto in.

---

Toen ik daar aankwam was Youssef er nog niet. Ik ging op het bankje zitten. Ik sloot mijn ogen. Na een tijdje voelde ik een kus op mijn voorhoofd. Ik opende mijn ogen en zag Youssef lachend voor me staan. Ik glimlachte zwakjes naar hem. 'Hey', zei ik zacht. 'Hey ', zei hij en ging naast me zitten. 'Is er iets, je ziet er moe uit', zei hij. Ik schudde mijn hoofd. 'Het gaat goed met me omdat ik jou heb gezien', zei ik. Hij sloeg zijn arm om me heen. 'Yasmine ik wilde je voorstellen aan mijn oom', zei hij. Ik keek hem verbaasd aan. 'Hoezo?', vroeg ik. 'Ik wil dat hij je leert kennen zodat hij meekomt als ik jou hand wil vragen bij je oom. Ik zou een gat in de lucht willen springen maar het liefst wilde ik huilen en mijn vieze waarheid aan hem vertellen. 'Vind je het niet een beetje te vroeg daarvoor, ik bedoel je kent me pas en nog niet zo goed', zei ik. 'Ik heb je goed genoeg leren kennen, en we verliezen niets. Ik heb mijn oom over je verteld en hij was heel enthousiast', zei hij. 'Is goed, wanneer?', vroeg ik maar. 'Mijn oom zit in de auto, ik bel hem even dan komt hij naar ons toe', zei hij en pakte zijn telefoon. Hij belde met zijn oom en zei dat hij kon komen. Ik trok mijn zonnebril aan. 'Kijk hij is er al', zei Youssef. Ik keek op en schrok me dood. Zijn oom is Idriss. Ik stond op. 'Youssef ik ben misselijk ik ga naar de wc', zei ik en rende weg. 'Wacht moet ik met je mee?!', riep hij. Negerend rende ik verder. Ik stapte mijn auto in en reed naar huis. Ik liep naar binnen en ging hijgend voor de deur staan. Jessy kwam geschrokken naar hem toe. 'Wat is er?', vroeg ze. Ik ging op de grond zitten. 'Ik haat mezelf!', riep ik en sloeg mezelf op mijn gezicht.