'Je moet dingen accepteren zoals ze zijn.'
Ik denk dat het waar is. Dat ik moet accepteren dat ik ongelukkig ben, en dat het niet gaat veranderen. Eigenlijk had ik dat al gedaan, voordat ik eraan dacht. Ik moet accepteren dat mijn grootste droom een droom blijft, en dat het nooit uit gaat komen. Wat moet ik doen, Bella. Als ik voor altijd ongelukkig blijf, kan ik net zo goed weggaan en nooit meer terug komen. Is dat het waard?
Als ik wegga, geef ik me over aan al die mensen die me vernederen. Die mijn leven denken te verpesten. Dat denken ze. Mijn leven verpesten ze niet, dat was het al. Ik geef me dan over aan mijn moeder, die niet eens meer naar me op kijkt. Dan geef ik me over aan mezelf, die ergens bleef geloven dat het goed kwam. Maar dat komt het niet.
Ik luisterde naar muziek, terwijl ik naar de heide liep. Daar kwam nooit iemand, nooit. Het was er stil, niemand kon me daar vinden. Het gras was er hoog, niemand maaide het. Het was mijn plekje. Voor mij alleen. Hier kon ik in alle rust mijn hart legen. Hier kon ik praten. Niemand hoorde het hier. Niemand wist hoe mijn stem klonk. En niemand zou het ooit te weten komen.
God mag weten waarom ik niet ophoud met leven. Het is vreselijk, maar toch blijf ik vechten, tot het eind. Het is nog niet voorbij. Het leven is een groot gevecht. Als je wint, ben je gelukkig, als je overgeeft, dan is het gedaan. En ik moet laten zien dat ik het gevecht aankan, dat ik me niet overgeef, voordat het voorbij is. Het gaat moeilijk worden, maar toch gaat het me lukken.
Ik ga zitten in het gras en kijk naar de strakblauwe lucht. Zou daarboven iets zijn, iets wat wel alles hoort? Ik denk het niet. Ik geloof het niet. Boven is het heelal, meer niet. Ik kan urenlang naar boven staren, naar het blauw in de lucht. Ik denk dat het mijn lievelingskleur is. Het enige kleurrijke in mijn leven.
Soms denk ik dat ik het gevecht ga verliezen. Maar toch, toch geef ik niet op. Gelukkig deed ik dat niet, anders was ik nu niet wie ik ben. Ik ben nog steeds diep ongelukkig, maar ik geef niet op. Ik ben niet zwak. Dit is mijn gevecht, en ik ga het winnen. In mijn eentje. Ik ga de wereld laten zien dat je het alleen kan. Dat alleen de sterksten zullen winnen. En dat ik sterk genoeg ben voor het leven.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------