H10.

86 4 0
                                    

Ik stond in een knusse bungalow.

De stapelbedden stonden tegen de muren aan, verspreid over de kamer.

Ook was er een grote badkamer,

met 2 douches, 2 wc's en een aantal wastafels.

'Wow we hebben onze eigen tv.'

Ik rende naar Senna toe.

Een kleine mini ruimte naast de badkamer stond een bank en een

aantal stoelen met een screen tv.

Geweldig!

'Dit bed is voor mij.'

Venessa gooide haar tas op één van de hoge stappelbedden.

'Hé kom ook hier liggen.'

Ik schudde nee. 'ik lig het liefst beneden.'

'Oh maar dan moet je niet zeiken als ik een scheet laat!'

Darly en ik lagen in een deuk.

'Kom laten we gaan vragen wat we nu gaan doen.'

Nadine, Roos en ik liepen naar menneer Vossher.

'Ah meiden wat kan ik doen voor jullie?'

'We willen weten wat we zo gaan doen?'

Hij keek geheimzinnig.

'We gaan zo iedereen roepen, en een intro houden daarna gaan jullie in groepjes de natuur in, maar dat zie je zo, maar ga vast zitten.'

We huppelde naar een picknick tafel.

Wow! wat was het mooi hier.

Het park lag op een berg, en als je om je heen keek, zag je bergen met bomen en soms een sweety riviertje.

En ook zo lekker dat de zon schijnt.

'Ha ik heb echt zin om de natuur in te gaan.'

Roos keek mij aan.

'Ohja ik ook hoor.'

Intussen was iedereen eral.

Ik zag dat er een soort poduim was gemaakt.

Mevrouw Darlin klom erop.

'Welkom iedereen, welkom op jullie eerste brugklaskamp. Nou straks gaan jullie als eerst met groepjes de natuur in.

Daar straks nog verdere instructies over. Maar ik wens jullie een leuk kamp toe, en mag het gezellig zijn. Nu neemt mevrouw jackson het over.'

Ze liep struikelend naar achter.

'Nou we gaan zo het bos in, en jullie worden in groepen gestuurd.

Dus kijk op je rooster, daar zie je op wat je gaat doen.

De mensen die gaan wandelen gaan met mevrouw..............'

Ik keek op mijn rooster,

en ja hoor, ik moet gaan wandelen. Geweldig!

'En wat moet jij doen?'

Darly lachte.

'Ik moet gaan wandelen, en jij?'

'Dit meissie gaat varen met een boot op een rivier.'

'Oke! attentie! alle mensen die moeten wandelen, gaan met menneer Forwon mee.'

Ik liep naar hem.

'Hé.'

Ik draaide me om, achter me stond Caro.

'Hey, moet jij ook wandelen?'

'Ja helaas wel.'

Hij lachte.

'Zullen we samen lope...'

Ik knikte.

Hij begreep gelijk waarom ik knikte.

Ik en Caro waren de enige uit 1A.

We begonnen te lopen, en gingen ten westen van het park.

'Weet je dat ik met mijn familie vaak op reis ga.'

'Dat is echt super leuk, ik ga nooit op vakantie. Mijn ouders werken bijna elke dag, mijn moeder werkt op kantoor en mijn vader heeft een eigen bedrijf, ik ben bijna altijd alleen thuis.'

'Dat vind ik echt zielig voor jou.'

Ik kreeg het warm.

'Dankje. Weet je jij bent best wel lief, niet lief lief maar gewoon lief.'

Er verscheen een glimlach op zijn gezicht.

'Dankjewel, you to.'

Hij raakte mijn hand aan.

Ik keek hem aan en hij mij.

Zijn ogen zo magisch alsof je mee wordt gezogen in een tornado, vol... warmte en liefde.

Ik keek hem nog steeds aan.

Maar ik struikelde over een grote tak.

'Hooohhh!!!'

Ik wist dat ik elk moment kon gaan vallen. maar dat gebeurde niet.

Want Caro had me vastgegrepen.

'Je was bijna gevallen.'

'Ja, dat is echt weer van die mij ongelukjes.'

Hij omarmde mij.

Ik schrok wel ff. Ik bedoel hij is niet mijn vriendje ofzo.

Maar wat is er mis mee, doen vrienden dit niet?!

DifferentWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu