The Red Devils

2 0 0
                                    

Als ik eenmaal buiten ben loop ik richting de haven, waar ik heb afgesproken met mijn vrienden. In de verte zie ik dat ze naar mij zwaaien. "Heey! Hoe gaat het sloebers!"schreeuw ik naar hun. Ik zie een van mijn vrienden op mij afrennen en zet snel een stap opzij, waardoor ze in een baal hooi valt. De rest komt ook op mij afrennen, ze vallen op Shara die er eerst in viel en ik begin keihard te lachen. De tranen springen uit mijn ogen. Mijn vrienden helpen elkaar met opstaan en kloppen zichzelf af. "He, he. Je bent er eindelijk. Wat duurde er zo lang? Was de kroonprins knap? Hebben jullie gezoend? Hoe reageerde je toen ze binnen kwamen? Was de koningin er ook? En de prinses?" Ik krijg van alle kanten vragen op mij afgestuurd. "En nu jullie mond dicht, zo kan ik ze toch niet beantwoorden stelletje op hol geslaagde paarden dat jullie zijn!!!" Ze vallen direct stil. "Zo ik zal ze èèn voor èèn beantwoorden. Nou ik denk dat de prins knap is, ik heb alleen zijn ogen gezien. En nee we hebben niet gezoend. De koningin en de prinses waren er niet. Ik was stil, gewoon niet te geloven dat ik niet wist wat ik moest zeggen. Het duurde zo lang omdat ik, eh, de, eh kroonprins aanstaarde." Ik word helemaal rood terwijl ik verder praat. "Nou en als dat al niet erg genoeg was lachten ze me allemaal uit. Maar de kroonprins, waarvan ik de naam niet weet vind de zwaard die ik heb gemaakt prachtig denk ik, hij was sprakeloos." De meiden en jongens barsten in lachen uit omdat ik stotterde en rood ben. "De kroonprins heet Jahraden. En wauw jij sprakeloos? Nou dat geloof ik niet. Je neemt nooit maar dan ook nooit een blad voor je mond. Vind je Jahraden leuk?" Ik kijk haar aan alsof ze net een pot met goud aan de einde van de regenboog heeft gevonden met een kabouter erin. "Ik de prins leuk vinden? Ik?! Ik heb hem pas ontmoet dus hoe zou ik nu kunnen weten of ik hem nou leuk vind stelletje ezels die jullie zijn. Tenslotte ik heb totaal niets met adel. Niet dat ze niet oké zijn, maar geld maakt niet gelukkig. En ik, en liefde? Nooit in mijn leven, ik ben liever op mezelf en trouw liever met een ezel, dan met een prins." Ik hoor ze naar adem happen en kleur rood. "Hij staat achter me he?" Ze knikken van ja. Ik draai me voorzichtig om en zie mijn prins op het witte paard voor me staan. Ik bekijk hem nu goed. Hij heeft zijn mooie, nou mooie, prachtige lange zwarte haren in een staart. Hij heeft van die prachtige saffier blauwe ogen, een erg zoen bare mond, smalle hoofd, brede schouders, een gespierde lichaam en een getinte huidskleur. Mijn ogen ontmoeten zijn prachtige saffier blauwe ogen alweer. Zo staan wij, elkaar aanstarend, niet wetend wat we moeten zeggen. "Vind je mij wel of niet leuk?"zegt hij nadat hij zijn keel heeft geschraapt. Ik word rood en zeg niks, hij vat het blijkbaar verkeerd op, want hij draait zich om met een droevige blik in zijn prachtige saffier blauwe ogen en begint met lopen. Ik kijk hem eerst na en ren dan naar hem toe, draai hem om en duw mijn lippen op de zijne. Ik voel hoe zijn zachte lippen de mijne ontmoeten en hoe hij mij terug zoent. Hij houdt mij vast alsof zijn leven ervan afhang. Ik ga met mijn vingers door zijn zwarte lange haar en geniet met volle teugen van dit moment. Als we stoppen om op adem te komen leunt hij met zijn hoofd tegen de mijne en kijkt me aan in mijn saaie groene ogen . "Is dat ook een ja voor jou?"vraag ik. Als antwoord zoent hij mij deze keer. Achter ons hoor ik gekuch:" wij zijn hier ook nog!!! Jij ezel vergeet je ons nu al?!!" We worden beide rood en trekken ons terug van de zoen. Aan de andere kant hoor ik een al te bekende lach. Ra, ra wie is het? Nou ik zal het zeggen Tom en de koning. Wij beginnen ook van schaamte te lachen. Opeens horen we achter ons een harde knal. We stoppen met lachen en draaien ons om, om een deel van de schepen in vuur en vlam te zien staan. Het duurt even voordat iedereen beseft wat er aan de hand is. "We worden aangevallen!!!!","pak wat emmers en vul het met water!!!,"breng de vrouwen en kinderen in veiligheid!!!" Iedereen loopt door elkaar heen om te doen wat de koning heeft opgedragen. Er wordt nog een schot gelost door de onbekende vijand. De kogel vliegt naar de kade en raakt zijn doel. De huizen en winkels op de kade vliegen in brand. Iedereen helpt de mensen die onder de puin terecht is gekomen. Sommige mensen vluchten er van door om hun familie bij elkaar te zoeken of om water te halen om de vuren ermee te blussen. Niet veel later komt er een zwarte schip met bloedrode zeilen en een zwarte vlag met een rode doodshoofd met lange, scherpe hoektanden aanzeilen. De schip is zo angstaanjagend dat veel mensen vluchtten. "Oh nee!! Het zijn The Red Devils!! De meest beruchte piraten die er zijn, maar enkele hebben de aanvallen van de Red Devils overleeft. We moeten maken dat we wegkomen! Jahraden breng jij Lire in veiligheid. De rest ga naar de smidse en pak daar alle wapens die je kunt vinden!" Hij kijkt Tim aan met een bedroefde glimlach:"helaas heb je daardoor geen wapens meer over..." Tim kijkt hem aan met een grote glimlach:" 'this dat het voor het goede doel wordt gebruikt. Lire kom je ook mee naar de smidse? Ik heb daar iets liggen dat ik jou wau geven als je 18 zou worden, maar nu kun je er beter gebruik van maken." Ik knik en ren met de rest mee naar de smidse.

Daar aangekomen geeft Tim een langwerpige pakje aan mij. Ik maak het snel, maar voorzichtig open en zie daar de meest prachtige zwaard en dolk in liggen die ik ooit heb gezien. Ik kijk hem aan met tranen in mijn ogen en geef hem een knuffel. Hij omhelst mij stevig, wetend dat dit de laatste knuffel kan zijn die hij van mij zou krijgen. Na wat uren lijkt te duren, laten we elkaar los beide met tranende ogen. "Ik hou van jou." Nadat gezegd te hebben nemen we afscheid van de smid, de koning en de andere mannen zouden achter blijven om de Red Devils tegen te houden zodat wij kunnen vluchten samen met de kroonprins. Ik zie hoe ook Jahraden afscheid neemt van zijn vader, het is hartverscheurend om het te zien. Hij grijpt mijn hand, als hij ook zijn vader heeft losgelaten. Ik zie dat hij nog èèn keer achteruit kijkt met tranen in zijn ogen, die hij daarna weer weg knippert en weer op de weg voor zich let. We rennen zo hard als we kunnen de smidse uit richting het Duistere Woud niet wetend wat het lot voor ons in petto heeft, gaan we verder met de tocht.

Tweede hoofdstuk yeey. De andere boeken heb ik allang niet meer ge-update. Sorry vergeef me ik had er geen inspiratie voor, dus begin ik een nieuwe boek😋 hopen dat het jullie bevalt.

Groetjes met sproetjes
Mellowtje

Vote

Comment

The Fight Of Our KingdomWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu